28 december 2021

De media en extreemrechts


Anet Bleich en Natascha van Weezel schreven een boek over de omgang van de media met rechts-populistische partijen: De Houdgreep. Bleich: „In de regel is dat tamelijk kritiekloos. Terwijl die partijen zelf voortdurend afgeven op journalisten. Het is bijna masochistisch van de journalistiek.” Toch blijven journalisten aan de PVV en het FvD trekken omdat ze hopen te kunnen scoren met ophef en vertier. Behalve een waarschuwing voor het ondemocratische gehalte van met name FvD is het boek een kritiek op de media die primair voor spanning en sensatie achter Wilders en Baudet aanlopen. 

Moet je dan geen aandacht besteden aan deze partijen? Op deze vraag geeft het boek helaas geen bevredigend antwoord. Bleich en van Weezel stellen wel het uitgangspunt ter discussie 'dat de rechtse populisten er bij horen en dat hun verhaal evenzeer moet worden gehoord als dat van alle anderen.' Ze beschouwen het als een valkuil voor de media 'dat je PVV en Forum afschildert als gewone, tamelijk onschuldige partijen'. Ze verwijzen naar Léonie de Jonge die onderzocht waarom rechts-populistische partijen in Wallonië zo weinig succes hadden. Dat had volgens haar vooral te maken met de manier waarop de media met extreemrechts omging. Ze behandelden extreemrechtse partijen als zodanig en niet als 'gewoon'. Bleich en Van Weezel citeren een fundamentele vraag van De Jonge: 'Ben je hoeder van de democratie of passief doorgeefluik?'. 

 Media als hoeders van de democratie?

De Houdgreep suggereert dat de Nederlandse media zich meer gedragen als 'passief doorgeefluik' en minder als een 'hoeder van de democratie' zoals Van Weezel en Bleich dat kennelijk graag hadden gezien. De vraag rees bij mij hoe we die laatste rol moeten opvatten. Natuurlijk hebben media een cruciale rol in de democratie door burgers te informeren en het debat te stimuleren. Maar ik betwijfel of we de meetlat voor het democratisch gehalte van politici en partijen in handen van de media moeten leggen. En zeker in het geval van de Nederlandse vercommercialiseerde media die in veel gevallen heel andere drijfveren hebben dan het hoeden van de democratie. De kijkcijfers zijn nog altijd het dwingende selectiecriterium voor de keuze van talkshowgasten. Na een discutabel optreden van Baudet bij Op1 verklaarde verantwoordelijk WNL-directeur Huisjes: 'Ach het zou erger zijn als we een oersaai programma zouden maken waar niemand naar kijkt of over praat'. Daar hoef je dus geen enkele bijdrage voor bescherming van de democratie van te verwachten. 

De schrijvende media doen het misschien beter. Maar wie leest er nog een krant? De keuze bij de gewenste omgang van media met extreemrechts is volgens mij niet 'passief doorgeefluik of hoeder van de democratie'. Ik vind dat media burgers feitelijk en liefst zonder al te veel moralistische duiding alles moeten doorgeven dat de democratie in gevaar kan brengen. Zo kunnen we ons wapenen tegen de schadelijke invloeden van extreemrechtse stromingen. Niet de media maar de burgers zijn uiteindelijk de belangrijkste beschermers van de democratie. Dus nee, niet doodzwijgen die afwijkende stemmen, alsjeblieft. Wel graag tegengeluiden laten horen, maar niet zonder het oorspronkelijke antidemocratische geluid. Democratie staat of valt bij volledig geïnformeerde burgers. 

De informatieve functie

De vraag naar de rol van de media bij de groei van rechts-populistische partijen als PVV en FvD zou wat mij betreft in een ruimer kader moeten worden beantwoord: hoe gaan de media om met politiek? Het boek van Bleich en Van Weezel laat met een reeks van voorbeelden zien hoezeer de media door andere motieven worden gedreven dan dienst doen aan de democratie en het informeren van de kiezers. Het gebrek aan verslaggeving over inhoudelijke kwesties is stuitend. Kennelijk is er weinig tijd voor verdieping in de dossiers die aan de orde zijn. Wel is er maximale aandacht voor reputatiekwesties, onderling gehakketak, ruzies, al dan niet gekwetse persoonlijkheden, de sfeer en alles wat verder afleidt van waar het werkelijk om draait: het bestuur van het land en de inhoudelijke keuzes die daarbij gemaakt moeten worden. Is het dan vreemd als burgers genoeg krijgen van Haagse spelletjes en zich afkeren van de politiek? En dat een deel zich dan laat verleiden door de populisten? 

Geen opmerkingen: