29 september 2024

Anoniem demonstreren: een principekwestie


De minister van Justitie David Van Weel is vast van plan om ‘binnen de grenzen van het demonstratierecht’ beperkingen op te leggen aan demonstranten. Hij kreeg onlangs steun van de Tweede Kamer die een motie van Eeerdmans (JA21) aannam voor een verbod op gezichtsbedekkende kleding bij demonstraties. Overbodige steun, want zo'n verbod kan al worden uitgevaardigd door de burgemeester volgens de Wet Openbare Manifestaties. Van Weel zal de burgemeesters er nog eens aan herinneren dat ze dat kunnen doen.

Daarmee is de anonimiteit in de uitingsvrijheid opnieuw een punt van debat geworden. Anoniem kunnen blijven hoort bij het grondrecht van de vrijheid van meningsuiting. Anders gezegd: een verplichting of verbod tast het vrijheidsprincipe aan. Maar dat principe is de laatste tijd sterk onder druk komen te staan door moeilijk aan te pakken anonieme overtredingen van de wet op groepsbelediging en haatzaaien in de sociale media. Anonimiteit van demonstranten maakt het voorts lastig gewelddadige relschoppers te vervolgen of de kosten van vernielingen op hen te verhalen. Een verbod op anonimiteit is echter een al te gemakkelijke oplossing die geheel voldoet aan het cliché: de goeden moeten onder de kwaden lijden. 

Naar aanleiding van de demonstraties dit voorjaar op de UvA tegen de banden met Israël schreef de Volkrant over de vrijheid van demonstranten 'om je te kleden zoals je wil'. Die vrijheid is  eigenlijk al sinds 2019 beperkt toen het 'boerkaverbod' inging. Sindsdien is het voor iedereen verboden gezichtsbedekkende kleding te dragen in het openbaar vervoer en in en rondom onderwijs- en zorginstellingen en overheidsgebouwen. ‘Daar valt de universiteitscampus uiteraard ook onder’, zegt hoogleraar rechtswetenschap Jan Brouwer van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Volgens  hoogleraar Staats- en bestuursrecht Wim Voermans geldt dat niet voor de openbare ruimte. Demonstranten zijn daar vrij in de keuze van hun kleding. Volgens advocaat Willem Jebbink, die vaak demonstranten juridisch bijstaat, is het wel degelijk toegestaan om met gezichtsbedekking te demonstreren. ‘Het is een grondrecht om je te kleden zoals je wil, dat vloeit voort uit het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer.’

16 september 2024

Voorkom de normalisering van Wilders


Tweede Kamer voorzitter Martin Bosma verbood in mei Laurens Dassen, fractievoorzitter van Volt, om de term extreem rechts te gebruiken voor de fractie van Wilders. De term verwijst naar het nationaalsocialisme, vond Bosma: „Ik zie het als een nazi-vergelijking”. En dus greep hij in. Dassen: „Als we dit in het parlement niet mogen benoemen, wordt het heel benauwend.” Hij vond de term gerechtvaardigd: „Als je als partij jarenlang rechters verdacht maakt, journalisten tuig noemt en van groepen Nederlanders zegt dat ze er niet bij horen” kan die term, aldus Dassen. Andere oppositiepartijen reageerden woedend op deze censuur. Ze wezen onder andere op het herhaaldelijke gebruik van de term extreem links door Bosma in het verleden. Dassen nam zijn woorden niet terug. Bosma ook niet.

Was de ingreep van Bosma een eenmalige, wat ongelukkige actie van de nieuwe Kamervoorzitter? Heeft hij zich even niet gerealiseerd dat een Tweede Kamervoorzitter zich neutraal en onafhankelijk moet opstellen? Gegeven de al langere ervaring van Bosma als vice-voorzitter van de Kamer is dat nauwelijks voor te stellen. Het lijkt een heel bewuste ingreep. De vraag is vervolgens of Wilders zich er mee heeft bemoeid. Het lijkt een poging de beeldvorming van zijn groep in positieve zin te beïnvloeden.

Sinds Bosma's ingreep is de discussie over beladen termen niet verstomd. Er wordt dan een verschil gemaakt tussen extreem rechts en radicaal rechts. De laatste variant zou binnen de democratische orde blijven, extreem rechts staat dan voor een anti-democratische en soms gewelddadige houding. Ik vind het een discutabel onderscheid. Het is niet goed hard te maken en er is een grote overloop. Radicaal rechtse partijen kunnen, zie Duitsland, gebruikt worden om de invloed van extreem rechts te vergroten. Wilders heeft in het verleden meermalen laten blijken dat hij de democratie en de rechtsstaat aan zijn laars lapt als het hem uitkomt. Hij is er zelfs voor veroordeeld en hij heeft zijn aanhangers in de loop der jaren meegesleept tot over de grens van wat een democratisch ethos vereist. Nu zijn fractie de grootste is en deelneemt aan een regeringscoalitie doet hij zich graag voor als een 'gewone' politicus. Ik vind dat ronduit gevaarlijk.