19 december 2005
Overwinning voor de vrijheid van meningsuiting
Meer dan 10 jaar geleden publiceerde Karin Spaink op haar website documenten die hoorden bij een rechtszaak tegen de Scientology sekte. Het ging om geschriften van de overleden leider van de sekte John Hubbard die kritiek op de handelwijze en beweegredenen van de kerk moesten onderbouwen. De sekte was niet blij met deze publiciteit en spande een rechtszaak aan tegen Internet provider Xs4all en Karin Spaink. Reden: met de publicatie van deze documenten zou het auteursrecht van de Scientology beweging zijn geschonden. Onlangs maakte de Hoge Raad een einde aan de procedure door de intrekking van het cassatieverzoek van Scientology te honoreren. Daarmee blijft het laatste vonnis in de beroepszaak staan en kan ook niet verder geprocedeerd worden bij het Europese Hof.
Deze affaire is in de wereld van de internetproviders op de voet gevolgd. Jurisprudentie op dit gebied moet nog groeien en de verantwoordelijkheden van providers zijn niet altijd even duidelijk. Dat betekent dat sommigen aan de veilige kant blijven en gemakkelijk pagina's verwijderen als ze ook maar een beetje vrezen voor repercussies zoals blijkt uit de proef die Bits of Freedom vorig jaar deed. Een tekst van Multatuli waar geen rechten meer op zitten werd op websites van 10 verschillende providers geplaatst. Daarna schreef een fake-instelling een protestbrief zogenaamd vanwege nog bestaande rechten. Bij 7 providers werd de tekst onmiddellijk verwijderd. Maar de uitkomst van de rechtszaak over de Scientology papers kan de providers weer wat lucht geven. "Kritische geluiden op internet kunnen niet zomaar worden tegengegaan door een beroep op het auteursrecht. De vrijheid van meningsuiting op internet is daarmee beschermd" luidt het commentaar van Xs4all. Deze provider, die vanouds de idealen van een vrij en open internet hoog heeft gehouden, heeft de zaak dus niet voor niets gevoerd.
04 december 2005
Pornografie verboden voor gevangenen
Gevangenen mogen vanaf 1 januari van Minister Donner niet meer naar porno- en geweldfilms kijken. Hij reageert hiermee op een motie van de SGP. Alle partijen in de Tweede Kamer waren het er mee eens, behalve GroenLinks. Een belangrijke overweging was dat je degenen die veroordeeld zijn voor extreem geweld en verkrachting niet tegemoet moet komen met meer van hetzelfde. Waar precies de grens wordt gelegd is niet duidelijk. Het is mogelijk dat sommige (betaalde) TV-kanalen voor gevangenen geheel worden gesloten.
Een vrijheidsstraf impliceert nu eenmaal beperkingen in de communicatie met de buitenwereld. Dat lijkt een logische gedachte. Er is ook een andere kant. Pornofilms bieden gevangenen een uitlaatklep. Als die er niet meer is zou de aandrang tot aanranding van medegevangen toenemen. "Donner bevordert homoseks door gevangen" luidt de provocerende kop boven een artikel in de Gay Krant. De schrijver vreest "amerikaanse toestanden". Er zijn vele reacties op dat bericht, maar niet van de SGP noch van Donner.
De effecten van pornografie zijn moeilijk aan te tonen. De vrouwenbeweging voerde in de jaren zeventig de leuze "Porno is de theorie, verkrachting de praktijk". Dat zou dus regelrecht pleiten tegen het argument in de Gay Krant. Maar zoiets is voor zover mij bekend nooit onomstotelijk bewezen. In de pornowetgeving is in de jaren zeventig een liberalisering doorgevoerd. Die kwam er op neer dat zo lang het om volwassenen als vrijwillige deelnemers gaat de staat geen restricties zal opleggen aan de verspreiding en het consumeren van dit materiaal door andere volwassenen. Op het in bezit hebben en verspreiden van kinderporno staan nog steeds wel zware straffen. Het argument daarvoor is het misbruik van kinderen. Het gaat niet om een veroordeling van verkeerd geachte gewoontes van volwassenen. Inmiddels lijken we onder aanvoering van moraalridders van christelijke huize weer een stap terug te gaan. De SGP roert al langer niet zonder succes de trom op dit gebied. Zo betoogde het kamerlid van der Staay enige jaren geleden dat ook virtuele kinderporno (computersimulaties) verboden zouden moeten worden (Volkskrant 29-5-2000). De toenmalige Minister Van Justitie Korthals bleek wel gevoelig voor dit argument en diende een wetwwijziging in die er toe leidde dat vanaf 1 oktober 2002 ook virtuele kinderporno verboden is. De argumentatie van de SGP'er Van der Staay: "Een verbod van virtuele kinderpornografische afbeeldingen hoort, gelet op de aard van de afbeeldingen, thuis in het Wetboek van Strafrecht. Dat foto's van bestaande kinderen worden gemanipuleerd en verspreid, kan op zich al beschadigend zijn voor het betrokken kind. Daarbij komt dat dergelijke afbeeldingen, net als perverse computeranimaties, drempelverlagend kunnen werken ten opzichte van 'echt' fysiek misbruik van kinderen.Van een onschuldige fantasie is bepaald geen sprake."
Let op: tot dan toe ging het bij het verbod op kinderporno niet om "de aard van de afbeeldingen" maar om de wijze van totstandkoming. Ook de laatste opmerking geeft te denken. Kennelijk is er "schuldige"en "onschuldige" fantasie in de ogen van de SGP. Dat is een gedachtegang die gemakkelijk remmend kan werken op het vrije verkeer van informatie. Van de SGP verwacht ik overigens op dat punt ook helemaal geen steun, maar de andere leden in de Tweede Kamer moeten goed weten met welke gedachten ze meegaan. Het wordt tijd voor een nieuw debat over pornografie en de grenzen van de vrijheid van meningsuiting.
Aan de andere kant is er de vraag naar de grenzen van de informatievrijheid bij gevangenen. Los van het moralistische argument is een beperking van vrijheden op dit gebied voor gevangenen goed te verdedigen. Het hoort bij de straf, zou je kunnen zeggen. Je mag niet gaan en staan waar je wilt en je bent beperkt in de mogelijkheden om te communiceren. Ik ben niet op de hoogte van de regels die de strafwet en de huisregels van gevangenen op dit gebied stellen. Toevallig kwam gisteren Mohammed B. ook weer in het nieuws vanwege een theologisch pamflet dat hij naar buiten heeft gesmokkeld. Mag dat dan zomaar, is de terechte vraag. Hij zou anderen kunnen aanzetten tot de haat en het geweld waarmee hij vorig jaar Van Gogh ombracht. Afgezien van de naar mijn mening te simpele redenering in dit argument dat pamfletten verantwoordelijk gesteld kunnen worden voor misdaden, mag hier wel wat meer duidelijk komen. Hoever gaat de beperking van de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid om met anderen te communiceren bij verschillende straffen? Is het een vreemd idee als bij een veroordeling gespecificeerd wordt dat iemand zoveel maanden krijgt plus ontzegging van bepaalde vrijheden op dit gebied?
27 november 2005
Geen spandoeken weg zonder strafzaak
Goed nieuws in deze donkere dagen. De rechtbank in Amsterdam vindt dat de staat geen spandoeken mag weghalen die onder de vrijheid van meningsuiting vallen (NRC 25 november). Het openbaar ministerie moet eerst een strafzaak beginnen wegens smaad. Dat gebeurt in Arnhem na een aangifte van Verdonk vanwege een spandoek in Nijmegen waarop haar uitzettingsbeleid gelijk gesteld wordt met deportaties en concentratiekampen. Verdonk heeft wat dat betreft iets geleerd. Toen Jan Pronk vorig jaar in het kader van haar uitzettingsbeleid over deportaties sprak ging ze zelf meteen tot straffen over. Ze zette hem haar kamer uit toen hij weigerde op zijn uitspraken terug te komen en beëindigde daarmee het overleg met de Vereniging Vluchtelingenorganisaties Nederland, waarvan Pronk voorzitter was.
De uitspraak van de rechtbank in Amsterdam is van groot belang. Als politici en andere hoogwaardigheidsbekleders deze richtlijn ter harte nemen missen we heel wat mediahypes. En misschien krijgen de rechtbanken het ook wat drukker. Maar de winst zit in het respect voor de grondwettelijke vrijheid van meningsuiting. Burgers, noch politici moeten elkaar voor hun uitingen straffen zoals ouders kleine kinderen met een te grote mond. Volwassenen bestrijden onwelgevallige uitingen in het debat en als dat niet helpt halen ze de (objectieve) scheidsrechter er bij. Die mag de grenzen van dit grondrecht bepalen. Zo hoort dat te gaan in een rechtstaat.
22 november 2005
Scheidsrechters en mensen met het syndroom van Down
In de wereld van het betaald voetbal worden nogal eens straffen uitgedeeld vanwege beledigend geachte uitingen. Antisemitische spreekkoren hebben de autoriteiten in het verleden veel zorgen gebaard. Zo werden in 1993 alle FC Utrecht supporters die op weg naar Ajax bij Diemen even op politiebegeleiding moesten wachten weer teruggestuurd omdat enkele van hen "Joden, joden,
De enige die er geen probleem mee had was de vertegenwoordiger van de vereniging van mensen met het syndroom van Down. Hij zei dat scheidsrechters soms lijken op mensen met het syndroom van Down en dat mensen met het syndroom van Down soms lijken op scheidsrechters. Dat kan gebeuren. Geen probleem verder, wat hem betreft. Zo kan het dus ook.
13 november 2005
Mediahype leidt tot verbod spandoeken
De politie heeft in Amsterdam zaterdag 5 november vier spandoeken weggehaald waarop beledigende teksten over minister Verdonk stonden. De doeken hingen aan kraakpanden in de stad en bevatten leuzen als 'Rita Verdonk moordenaar' en 'Elf levend verbrand, Rita bedankt' (Leeuwarder Courant). De actie van de politie volgde op berichten over een beschieting van het raam van het kantoor van de minister in Den Haag. Op de wekelijkse persconferentie toonde Balkenende zich zeer bezorgd over het voorval. Verdonk kreeg onmiddellijk een andere kamer én een kogelvrij vest. Later bleek dat de beschadiging aan de ruit niet veroorzaakt was door een kogel. Er was helemaal geen sprake geweest van een beschieting. Wat het dan wel was bleef onduidelijk. In elk geval bleef de oorspronkelijke melding van de Minister-president niet zonder gevolgen. Want direct na zijn persconferentie kwam het Amsterdamse driehoeksoverleg voor de openbare orde (politie, justitie en burgemeester) in spoedzitting bijeen om maatregelen te bespreken. Een daarvan betrof het verwijderen van de spandoeken. Wat bij andere gelegenheden was toegestaan werd nu verboden. De politie grijpt in, de mobiele eenheid is op de achterhand paraat. Er is geen verzet. Burgemeester Cohen spreekt er later zijn spijt over uit. Het was allemaal het gevolg van gebrekkige informatie uit Den Haag.
Gebrekkige informatie of opzettelijke misleiding? Verdonk stond onder zware kritiek de afgelopen week vanwege de brand in de gevangenis op Schiphol waarbij 11 mensen omkwamen, haar koele reactie op deze gebeurtenis en het afwijzen van elke verantwoordelijkheid. Die zogenaamde schietpartij kwam wel erg goed uit. Opvallend is dat juist het VVD-bewindspersonenoverleg op donderdagavond 3 november aanleiding heeft gegeven voor het beeld van serieuze dreiging (NRC 12 november). Balkenende ontkent bewust een hype te hebben aangejaagd. Maar is dit nou geen mooi voorbeeld van wat de regering zelf altijd zegt te willen bestrijden: acties en uitspraken die leiden tot verscherping van het debat en het oplaaien van conflicten? Femke Halsema noemt het "onbeheerst gedrag, het voeden van mediahypes".
12 november 2005
Pastors herovert zijn spreekrecht
De Rotterdamse wethouder Volkshuisvesting Pastors (Leefbaar Rotterdam) is deze week gedwongen om af te treden vanwege zijn uitspraken over islam en criminaliteit. Eerder dit jaar was hem al een spreekverbod opgelegd over zaken die niet onder zijn portefeuille vallen omdat hij veel te scherpe generaliserende uitspraken deed over de islam die het Rotterdamse collegebeleid doorkruisten. Hij overtrad dit verbod nu door in een katholiek blad te laten optekenen dat hij van mening was dat er een verschil was tussen criminaliteit van mensen uit overwegend christelijke landen enerzijds en criminaliteit van moslims anderzijds. Pastors:
,,Bij christelijke migranten zie ik achterstanden die we gewend zijn te repareren. Zij delen dezelfde cultuurwaarden. Ik weet, ik generaliseer, maar een Antilliaan of Kaapverdiaan weet dat stelen nooit mag. De criminele probleemgroep daarbinnen maakt geen onderscheid tussen gelovigen en niet-gelovigen of anders-gelovigen. Ze stelen van iedereen! Bij moslims wordt veel van wat zij doen verklaard vanuit hun religie. Het geloof wordt door henzelf als relevant ingebracht. Antillianen of Kaapverdianen gebruiken hun religie niet als verklaring voor hun (wan)gedrag. Moslims gebruiken hun religie wel vaak als reden voor hun gedrag en om zich van deze maatschappij af te keren.'' |
Dat is één kant van de zaak: hoe vrij is een bestuurder om zijn eigen mening in het openbaar te uiten? Zoals zo vaak zijn er ook op dit punt rekkelijken en preciezen. In de huidige bestuurscultuur domineren de laatsten, zoals ook het voorbeeld van Pechtold aangeeft. De vraag is wel of zij voldoende oog hebben voor de minder gewenste effecten van een spreekverbod voor bestuurders. Als bestuurders niet mogen zeggen wat veel mensen denken kan dat ook opgevat worden als het inperken van het politieke debat en het koste wat kost willen handhaven van de eigen machtspositie. Zoiets kan ook anti-politieke ressentimenten kweken of versterken.
Aan de andere kant kun je de vraag stellen of Pastors' uitspraken dit allemaal waard zijn geweest. Wat hij zegt wijkt vrijwel niet af van wat Hirsi Ali al jaren betoogt: het kwaad zit in de islam als religie. Hirsi Ali wordt door de politiek beschermd en vertroeteld. Zijn haar uitspraken over de islam minder beledigend voor moslims? Ik betwijfel dat. Ik zou haar het recht niet willen ontnemen om met deze anti-islam ideeën door het land te trekken en op de buis te komen. Maar een bijdrage tot integratie kan ik er niet in zien.
Intussen heeft Pastors nu de handen vrij in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen. De Fortuynisten zitten op rozen. Ze kunnen straks zowel met hun wethouders pronken als met libero Pastors. Hij kan ongeremd alles uit de kast halen om de geest van Pim Fortuyn weer te laten waaien in Rotterdam. Als ze in de loop der jaren kiezers zijn verloren kan hij ze nu weer terugwinnen. Hij is -net als Pim- de held van de vrijheid van meningsuiting. Hij zegt wat iedereen denkt en laat zich de mond niet snoeren door aftandse politici. Met dank aan GroenLinks voor de motie van wantrouwen.
31 oktober 2005
In het geheim wetten maken
De Raad van ministers van de EU vergadert in beslotenheid. Enkele Duitse leden van het Europese parlement hebben dit aangekaart bij de Europese Ombudsman. Britse leden hebben zich hierbij aangesloten. Ze vinden het vreemd dat dit orgaan, dat zeer belangrijke besluiten neemt die kracht van wet hebben in de EU, niet openbaar is. "They pointed out that the EU is the only legislature in the world, except North Korea, that still makes laws in secret." (EU Observer 12-10-2005). De Ombudsman vindt dat openbaarheid onder de huidige wetgeving goed mogelijk is.
Ook de COSAC, een samenwerkingsorgaan van nationale parlementariërs en leden van het Europese parlement, riep onlangs de Raad ook op om zijn huishoudelijk reglement zo te wijzigen dat de besluitvorming voor iedereen te volgen is. Farah Karimi, Nederlands parlementslid voor GroenLinks gaat er bij de Nederlandse regering op aandringen om openbaarheid van de Raad bij de collega's te gaan bepleiten.
Het belang hiervan is niet gering. De situatie is nu zo dat Nederlandse ministers in de Raad allerlei besluiten kunnen nemen zonder dat zij door leden van hun eigen parlement, laat staan de burgers goed gecontroleerd kunnen worden. Een tamelijk achterlijke situatie uit het oogpunt van democratie. Openbaarheid van besluitvorming is een belangrijke voorwaarde, omdat burgers (het souvereine volk) moeten kunnen controleren hoe hun representanten opereren. Alleen op die manier kunnen zij een goede afweging maken bij het kiezen van nieuwe gedelegeerden. Nu kunnen we alleen door hun eigen rapportage te weten komen wat onze vertegenwoordigers in de Raad namens ons land hebben ingebracht. Dat maakt het voor hen des te makkelijker om zich van vervelende besluiten te distantiëren ("al die rottigheid uit Brussel...") en de leuke besluiten op hun eigen conto te schrijven. Maar hoe ging het echt? Dat mogen we tot nu toe niet weten. Hoog tijd dat daar verandering in komt.
28 oktober 2005
Houd de politie buiten het debat
Donner probeert ons gerust te stellen met zijn uitspraak dat de nieuwe wet tegen apologie (het verheerlijken van terrorisme) "alleen personen treft die met hun uitlatingen doelbewust een gevaar vormen voor de openbare orde" (NRC 26-10). Hij moet dat wel doen want anders komt hij in conflict met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De vraag blijft of nieuwe wetgeving wel nodig is om de openbare orde te kunnen handhaven.
Afgezien daarvan vind ik vooral de motivatie van de regering voor deze nieuwe wet verontrustend. De oorsprong daarvan is te vinden in de spanningen na de moord op Van Gogh, nu een jaar geleden, en met name de angst van de regering voor het uit de hand lopen van het maatschappelijk debat. In de Memorie van Toelichting op het wetsontwerp schrijft Donner: “De inzet van het strafrecht is sluitstuk van het zelfreinigende vermogen in de samenleving om het publieke debat op orde en binnen aanvaardbare perken te houden." Dit betekent dat volgens deze regering de staat zich uiteindelijk met repressiemiddelen moet kunnen mengen in het publieke debat om daar de “orde” te bewaren en te bepalen wat “aanvaardbare perken” zijn. Dit gaat toch veel te ver. Dat de regering een tegengeluid laat horen als men meent dat een maatschappelijk debat ontspoort, accoord. Maar de politie er op af sturen? We moeten wel heel ver terug gaan in de geschiedenis voor zo'n opvatting van de rol van de staat.
13 oktober 2005
Ministers mogen ook niks zeggen
Leden van het Koningshuis hebben een beperkte vrijheid van meningsuiting. Ze mogen zich niet over politieke onderwerpen uitlaten, want de Ministers zijn verantwoordelijk. Maar ministers mogen zelf ook niet alles zomaar zeggen. Wie wil zeggen wat hij denkt moet geen minister worden, schrijft de NRC. Recentelijk hebben bewindslieden de regel overtreden dat het kabinet "uit één mond" spreekt. Ze hebben hun persoonlijke visie gegeven, die niet strookte met het kabinetsbeleid. Bot bekende achteraf te twijfelen aan de juistheid van de inval in Irak. Brinkhorst meende eerder al dat het dossier Irak geopend moest worden. En Pechtold verklaarde zich voorstander van een discussie over de hypotheekaftrek. Ze moesten alle drie, al dan niet na een kamerdebat, terug in het hok van Balkenende. Overigens werd deze laatste eerder al eens door Pechtold teruggefloten toen hij zich distantiëerde van een plan van zijn minister voor bestuurlijke vernieuwing om de minister-president voortaan te laten kiezen, een oude wens van D66. Dat plan was toevallig gisteren ook in de Tweede Kamer aan de orde bij de begroting van Algemene Zaken. De oppositie probeerde uiteraard een wig te drijven tussen de MP en Pechtold. Het werd duidelijk dat de laatste het gaat verliezen. Balkenende wees het plan niet letterlijk af, maar noemde het een intellectuele exercitie, gezien het feit dat er toch geen meerderheid kamer voor zou zijn. Het spreken uit één mond was hier ver te zoeken.
Het laatste geval toont aan dat de regel voor ministers ook opportunistisch gebruikt kan worden. Volgens de Nijmeegse hoogleraar Kortmann mag een minister niet openlijk tegen een besluit van de ministerraad ingaan. "Maar dat laat veel ruimte om iets te zeggen waar de wekelijkse ministerraad niets over besloten heeft". Hij haalt het verbeeld aan van Nawijn, die in het eerste kabinet Balkenende minister voor vreemdelingenbeleid was voor de LPF. Balkenende dwong hem de uitspraak dat hij wel voelde voor herinvoering van de doodstraf terug te nemen. Volgens Kortmann had Nawijn in principe ruimte om over dit onderwerp iets te zeggen want in de ministerraad was er nooit over gesproken. Nawijn was echter de gebeten hond in zijn ministertijd, eind 2002. Ook met de Tweede Kamer kwam hij in conflict toen hij dit eerbiedwaardige instituut als een groot ritueel aanduidde. Ook die uitspraak moest hij van Balkenende terugnemen in een rumoerig debat. Het was blijkbaar niet mogelijk om zoiets te pareren met "ik weet wie het zegt" en over te gaan tot de orde van de dag.
Ging Bot over de schreef met zijn oordeel achteraf over een kabinetsbesluit? Mag een minister achteraf wel eens twijfels uiten? Voor het functioneren van het kabinet is teamgeest uiteraard van belang. Voor het politieke debat en het imago van de politiek is het te hopen dat ministers wel de ruimte nemen om hun mening te geven en zoveel mogelijk openheid nastreven. Als Bot achteraf niet mag twijfelen en zijn uitspraken moet intrekken met een verklaring die feitelijk niet overeenkomt met zijn eigen mening, versterkt hij het anti-politieke beeld van extreem-rechts: het zijn toch allemaal leugenaars. Wie het vertrouwen in de politiek wil herstellen moet voorzichtig zijn met acties die in het tegendeel resulteren.
03 oktober 2005
Rechters tegen Donner
De Raad voor de Rechtspraak meent dat het wetsvoorstel van Donner over het verheerlijken van terroristische misdrijven (zie eerder bericht) de rechters in ernstige problemen kan brengen. "Bij een veroordeling zal de kritiek luiden dat de rechtspraak censuur billijkt, terwijl bij vrijspraak het commentaar zal zijn dat rechters buiten de maatschappelijke realiteit staan" (NRC 1&2 oktober 2005). Dit kan het gezag en de positie van de rechtspraak in gevaar brengen. De rechters menen voorts dat zij te veel betrokken raken bij de beoordeling van allerlei in essentie historische, relgieuze en politieke controverses omdat ze moeten bepalen wat een terroristisch misdrijf is. Dat vinden ze niet de taak van de strafrechter. Daarnaast loopt de rechter ook nog het risico achteraf geconfronteerd te worden met een correctie van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens.
Het advies van de Raad voor de Rechtspraak is het zoveelste signaal uit de juridische wereld dat antiterrorisme wetgeving niet deugt, onzorgvuldig is, te ver gaat en de rechtstaat aantast. Iedereen weet het nu wel. Nu moet alleen Donner nog overtuigd worden. Iets voor de Tweede Kamer?
17 september 2005
Boeren met de billen bloot
Een Drentse boerin voerde deze week een kort geding tegen het Ministerie van Landbouw om te voorkomen dat bekend zou worden gemaakt wie in Nederland Europese landbouwsubsidie ontvangt en hoeveel. De rechtbank in Assen zag geen beletsel in publicatie. De Drentse boerin noemde, gesteund door allerlei boerenorganisaties, als belangrijkste redenen haar privacy en veiligheid. Maar de Evert Vermeer Stichting die met een beroep op de Wet op Openbaarheid van bestuur de gegevens had opgevraagd vindt dit onzin. Informatie over soortgelijke subisidies is openbaar, alleen in de landbouw is dat niet het geval. Althans niet in Nederland. In Engeland b.v. is wel bekend wie profiteert van de Europese landbouwsubsidies (het Britse Koninklijk Huis b.v.). Ook van de Nederlandse Minister van Landbouw Veerman, zelf boer, was al eerder bekend dat hij subsidies krijgt van de EU voor zijn bedrijven in Frankrijk en Nederland. Het verzoek van de Nederlandse boeren maakte dan ook weinig kans.
Privacy en veiligheid zijn belangrijke waarden. Er zijn gevallen denkbaar waarin de openbaarheid het hiertegen moet afleggen. Maar in dit geval is er kennelijk al zoveel openbaar op het gebied van subsidies dat de boeren zich er niet tegen kunnen verweren dat burgers geïnformeerd worden over de bestemming van hun belastinggeld. En gezien de voortdurende discussie over Europese landbouwgelden is dat maar goed ook.
08 september 2005
Over het achterhouden van bewijsmateriaal
Op sommige werkterreinen is openheid een dwingende eis en wordt het achterhouden van informatie gezien als doodzonde. Zo moet de wetenschapper kunnen laten zien hoe hij aan de gegevens is gekomen waarop hij zijn uitspraken baseert. De historicus Fasseur lapt deze regel aan zijn laars als hij onderzoek gaat doen in koninklijke archieven die voor anderen niet openbaar zijn (zie het bericht van 19 augustus hieronder).
In de rechtspraak geldt een overeenkomstige eis. De aanklager moet de rechter en de advocaat al het bewijsmateriaal laten zien dat van belang is om tot een goed oordeel te kunnen komen. Het achterhouden van bewijsmateriaal is een van de ernstigste vergrijpen in de wereld van het strafrecht. Het bericht dat het OM niet geheel open is geweest over het onderzoek naar DNA-sporen op Nienke Kleis, die vorig jaar in Schiedam werd vermoord, is daarom nogal schokkend. Als het waar is dat twijfels bij de onderzoekers wel bekend waren, maar niet gemeld zijn tijdens de rechtszaak, dan komt de geloofwaardigheid van het OM in het geding en daarmee het vertrouwen in een eerlijke rechtsgang. En dat is tenslotte een van de pijlers van onze rechtsstaat. De advocaat van Cees B., de ten onrechte veroordeelde, en inmiddels vrijgelaten man die aanvankelijk werd gezien als de moordenaar, heeft aangekondigd zijn eisen voor smartegeld op te gaan schroeven. Ik ben benieuwd hoeveel dit de Staat der Nederlanden gaat kosten. Maar ik ben vooral benieuwd naar de aanpak van degenen die deze doodzonde op hun geweten hebben. Moeten zij niet minstens de straf krijgen die Cees B. voor niets heeft uitgezeten?
26 augustus 2005
de schotelantenne en de communicatievrijheid
Je kunt het zien als een vorm van allochtonen pesten: het verbod op schotelantennes. Er is ook een andere kant. Iedereen heeft in principe het recht om de informatie te ontvangen die hij of zij graag wil ontvangen. Restricties op dat gebied moeten een goede grond hebben. Ontsiering van het straatbeeld lijkt mij daarvoor echt niet voldoende. Dit is, naast beschadiging van de gevel, de voornaamste reden waarom een Rotterdamse woningbouwstichting schotelantennes al jaren verbiedt. Nu heeft men een proefproces aangespannen tegen overtreders van deze regel. Het is te hopen dat de rechter aan het grondrecht van het vrije informatieverkeer meer waarde zal hechten dan aan de bekrompen, kleinburgerlijke opvattingen van de woningbouwbestuurders over het straatbeeld.
Uit interviews die ik gisteren op de radio hoorde blijkt dat er ook een financieel argument meespeelt voor veel mensen die al dan niet tegen de regels van de woningbouwvereniging in een schotelantenne aan hun huis hebben gemonteerd. Zo'n ding is voor veel mensen het goedkoopste alternatief. Als je grondrechten serieus neemt moet je er ook voor zorgen dat iedereen ze kan waarmaken. Er zijn inmiddels alternatieven voor de schotelantenne zeggen de woningbouwcorporaties. Maar die zijn niet voor iedereen meteen betaalbaar. Op den duur zal de antenne misschien wel verdwijnen, maar in een vrij land moet het aan mensen zelf worden overgelaten langs welke weg ze hun tv-zenders willen ontvangen. En wat betreft de ontsiering van het straatbeeld: daarvoor zijn ook alternatieven te vinden zoals deze foto uit Slotervaart aantoont.
19 augustus 2005
Koningin negeert kamermeerderheid inzake opening archieven
In een democratisch land moet de regering gecontroleerd kunnen worden. Daarom is er -met beperkingen- openbaarheid van bestuur voor alle lopende en afgesloten zaken. Voor de laatste categorie is er een openbaar Nationaal Archief waarin de historicus alle informatie kan vinden om ons op z'n minst achteraf het volledige verhaal over de handel en wandel van de overheid te kunnen vertellen. In Nederland hebben we een probleem op dat punt. De koning(in) speelt als staatshoofd een niet onaanzienlijke rol in onze geschiedenis. Maar het volledige verhaal daarover krijgen burgers niet te horen. Enerzijds is er wat vroeger het "geheim van Soestdijk" heette: opvattingen van de koningin blijven binnenskamers vanwege de bijzondere positie die zij volgens onze constitutie inneemt. Anderzijds is er de 'privacy' van de familie. Zo blijft er heel wat verborgen wat burgers in een republiek wel zouden mogen zien en weten.
Over de constitutionele crisis in de jaren vijftig bijvoorbeeld, de z.g. Greet Hofmans affaire. Dit ging naar we nu weten niet zozeer over gebedsgenezing alswel over een crisis in het huwelijk van Bernard en Juliana met mogelijk constitutionele gevolgen. Het verloop en de afhandeling van deze crisis is meer dan een private aangelegenheid.
Daarom nam de Tweede Kamer begin dit jaar in meerderheid een motie aan van Kalsbeek (PvdA) waarin werd gepleit voor overheveling van dossiers over deze affaire van het Koninklijk Huisarchief (besloten) naar het Nationaal Archief (openbaar, maar met regels voor privacybescherming). Beatrix heeft deze uit democratisch oogpunt logische gedachte niet gevolgd, blijkt nu. Zij heeft tegen de wens van de Tweede Kamer in besloten dat één historicus, Fasseur, de stukken mag zien om er een boek over te schrijven. Dit besluit is van alle kanten bekritiseerd. Het is niet alleen een schoffering van de volksvertegenwoordiging. Het getuigt ook van weinig begrip voor de eisen die aan een betrouwbare geschiedschrijving gesteld moeten worden. Wat Fasseur ook zal schrijven, het zal altijd een betrekkelijke waarde hebben omdat zijn verhaal niet gecontroleerd kan worden en hij dus niet door zijn collega's kan worden beoordeeld. Fasseur is waarschijnlijk te ijdel of blind koningsgezind, maar eigenlijk zou hij zijn opdracht terug moeten geven.
12 augustus 2005
Paniek zaaien met Google Earth
Google Earth is een nieuw programma dat gedetailleerde satellietbeelden geeft van welke plek je maar wilt. "Internet helpt terrorist" koppen de media nu. Terrorisme expert Leurdijk van Clingendael wordt gebeld. Hij meent dat deze nieuwe faciliteit van Google drempelverlagend zou kunnen werken voor terroristen. Er moeten maatregelen worden genomen. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken gebeld: men ziet geen reden voor maatregelen. Tweede Kamerleden van VVD en PvdA gebeld: dat is wel een erg laconieke reactie van het Ministerie; ze kunnen toch op z'n minst een onderzoek instellen. Dus worden er Kamervragen gesteld. Zo gaat dat in komkommertijd met sensatiebeluste journalisten die alles uit de angst voor terreur willen halen.
Gelukkig zijn er nog realisten. Op de radio hoorde ik Peter Olsthoorn tegen Leurdijk zeggen dat hij paniek zaait. Leurdijk relativeert het bericht in de krant. Voor de voorbereiding van een terroristische aanslag is wel meer nodig dan een foto van de plek waar het moet gebeuren. Hij heeft geen maatregelen gevraagd, maar vindt een onderzoek naar de betekenis van dit soort informatie op internet wel gewenst. Olsthoorn zegt dat mensen van Clingendael en andere experts zich niet zo op sleeptouw moeten laten nemen door de pers. Dit soort berichten met suggesties van wat er zou kunnen gebeuren draagt alleen maar bij aan het scheppen van een sfeer van angst. In werkelijkheid zit het gevaar natuurlijk niet in de informatie van Google.
Gevaarlijk is daarentegen wel de suggestie dat media (internet) medeverantwoordelijk worden gesteld voor terrorisme. Die suggestie maakt de grond rijp voor allerlei maatregelen die het vrije verkeer van informatie belemmeren. De media zijn een makkelijk doelwit. Effectieve terreurbestrijding vraagt andere maatregelen, maar de aanpak van de media behoort voor de politici tot de 'quick wins' bij het overeind houden van hun imago.
04 augustus 2005
Folderend raadslid opgepakt
Het Amsterdamse raadslid Jupijn Haffmans van Amsterdam Anders/De Groenen is op 19 juli j.l. opgepakt wegens folderen in de Kalverstraat. Hij werd geboeid afgevoerd naar het politiebureau en na enige tijd vrijgelaten. De politie maakte de dag erna meteen excuses voor dit 'foutje'. Commerciëel folderen is in de binnenstad van Amsterdam verboden, maar Haffmans' boodschap was duidelijk van een andere orde. Hij klaagde de Amsterdamse hoofdcommissaris Welten aan die onlangs zei: "Wij willen alles controleren wat afwijkend is en als u niets op uw geweten heeft hoeft u niets te vrezen". Haffmans boodschap: laat je niet bang maken en wijk af! Zijn folder met foto van Welten (zie aan het einde van dit bericht) heeft de Amsterdamse dienders kennelijk zo getriggerd dat ze even de regels vergaten en geheel overeenkomstig het devies van hun baas het raadslid met zijn folders van de straat haalden. Haffmans laat het er terecht niet bij zitten.
28 juli 2005
Donner zet door
In de nadagen van de moord op Van Gogh, vorig jaar november, kwam de regering met nieuwe plannen om het terrorisme te bestrijden. Opmerkelijk daarbij was het voornemen om het goed praten of verheerlijken van terroristische aanslagen strafbaar te stellen. Het is lang geleden dat een regering een dergelijke inbreuk op de vrijheid van meningsuiting tot haar beleid heeft gemaakt. Inmiddels is de beoogde wetgeving klaar voor adviesaanvragen. In het ontwerp staat nu dat het goedpraten, bagatelliseren of ontkennen van ernstige misdrijven zoals terrorisme, oorlogsmisdaden of misdrijven die in de Tweede Wereldoorlog zijn begaan strafbaar wordt gesteld (NRC 28-7-2005). De maximumstraf is een jaar cel. Voor degene die het delict begaat in het kader van zijn beroepsuitoefening (de imam!) is de straf maximaal twee jaar met als bijkomende straf ontzetting uit het ambt.
Opvallend is de uitbreiding van de strafbare uitingen naar alle "internationale misdrijven" in heden en verleden. Het ontkennen van de holocaust (ook wel revisionisme genaamd) valt er nu ook onder. Nodig was dit niet want ook nu al is het mogelijk dit te bestraffen zoals blijkt uit gerechtelijke procedures tegen de Belgische uitgever Verbeke die in de jaren '90 meermalen veroordeeld werd op grond van art. 137c uit de strafwet (discriminatie). De Hoge Raad heeft uiteindelijke zelfs bepaald dat ook in een rechtzaak dergelijke uitlatingen strafbaar zijn.
De uitbreiding tot het 'revisionisme' in Donner's nieuwe wetsontwerp zal vooral ingegeven zijn om het plan acceptabeler te maken. Ik denk dat hij met hetzelfde doel ook nog een voorwaarde voor strafbaarstelling heeft opgenomen in zijn Memorie van Toelichting. De dader moet met zijn uitlating ernstige verstoring van de openbare orde beogen of dat redelijkerwijs kunnen vermoeden. Anders zou het hele idee in strijd zijn met de grondwet of met andere internationale verdragen waaraan Nederland gebonden is, schrijft de NRC.
Het NRC bericht staat boven een beschouwing over een ander, maar verwant onderwerp, naar aanleiding van het proces tegen de Hofstadgroep. De titel van deze beschouwing is: "Landelijk parket worstelt met het gevaar van het denken". Officier van Justitie Koos Plooy zegt daarin onder meer: "Misschien zijn bepaalde ontwikkelingen in het denken wel strafbaar".
Waar gaat dit heen in vredesnaam? Terug naar de 19e eeuw? Dit gaat verder dan Heine's Satyre: "du darfst zwar alles denken doch das Reden ist nicht frei".
Een van de eerste reacties op het plan van Donner kwam via de radio van de jurist Buruma. Hij meende dat dit wetsontwerp de vrijheid van meningsuiting te veel dreigt aan te tasten. In Trouw reageerden enkele columnisten bezorgd over deze mogelijke beperking van hun vrijheid.
Dat Donner zijn plannen tot beperking van de vrijheid van meninsguiting heeft gehandhaafd is buitengewoon verontrustend. Ze betekenen een rechtstreeks ingrijpen van de staat in het vrije verkeer van informatie. Ik kan me nauwelijks voorstellen dat een dergelijk plan wet kan worden gezien de bescherming die zowel de grondwet als de belangrijkste internationale mensenrechtenverdragen op dit gebied bieden.
Maar los daarvan is de gedachte achter dit wetsontwerp ook hoogst discutabel. Uiteindelijk gaat het om het voorkomen en bestrijden van terroristische daden. Hoe zou een verbod op woorden dergelijke daden kunnen voorkomen? Het verband tussen goedkeuring van een misdrijf door de een en het plegen ervan door de ander is trouwens ook vrijwel niet aan te tonen.
Vreemd is verder dat het wetsontwerp spreekt over goedpraten (of bagatelliseren). Als men dan toch bepaalde uitingen in het kader van de terrorismebestrijding wil aanpakken dan ligt het toch veel meer voor de hand om het oproepen tot of het aanzetten tot terrorisme strafbaar te stellen (op voorwaarde natuurlijk dat er een duidelijke omschrijving van dit soort daden bijgeleverd wordt). Maar de vraag is dan of daarvoor een apart wetsartikel wel nodig is. De wet tegen discriminatie voorziet al in strafbaarheid van belediging en aanzetten tot haat en geweld tegen groepen vanwege hun ras, religie of sexuele geaardheid. Artikel 137d uit het wetboek van strafrecht luidt:
"Hij die in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, aanzet tot haat tegen of discriminatie van mensen of gewelddadig optreden tegen persoon of goed van mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging, hun geslacht of hun hetero- of homoseksuele gerichtheid, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie."
Trouw is er gezien de vele onduidelijkheden en nadelige effecten van het wetsvoorstel voor om niet verder te gaan dan deze mogelijkheden die de wet nu al biedt. Vraag is of dat voor Donner voldoende is. Het gaat hem niet alleen om de bestrijding van het terrorisme. Het lijkt er op dat hij met zijn wetsvoorstel de staat ook een rol wil geven bij de bepaling van de grenzen van het publieke debat. Als dat klopt is het een reden te meer om een breed verzet tegen dit plan te mobiliseren.
30 juni 2005
Koningin belemmert vrijheid van meningsuiting
De koningin, die zelf ook niet vrij is om haar mening in het openbaar te uiten, heeft 21 juni in Zwolle een demonstratie verhinderd. Dertien mensen werden gearresteerd omdat ze een spandoek ontrolden met de tekst "Ontruim het koningshuis en niet Villa Landwijk". Met het laatste werd een kraakpand aangeduid. Beatrix was in Zwolle om haar vijfentwintigjarig koningschap te vieren. Het optreden van de demonstranten paste perfect bij deze viering. De kroning in 1980 werd ook opgeluisterd door demonstraties van krakers onder de leus: "Geen woning, geen kroning".
De arrestaties konden plaatsvinden op grond van een speciale verordening die bij het bezoek van leden van het Koninklijk Huis door de Gemeente in kwestie mag worden toegepast. Het is niet de eerste keer dat de vrijheid van meningsuiting met deze verordening wordt beperkt. Zo zijn in Zutphen aan de vooravond van koninginnedag 1998 affiches in beslag genomen die beledigend werden geacht voor de koningin die daar de volgende dag op bezoek zou komen. Op het affiche was Beatrix afgebeeld als SM-meesteres. "Majesteitsschennis in de kiem gesmoord" kopte de NRC op 29 april 1998.
De arrestaties konden plaatsvinden op grond van een speciale verordening die bij het bezoek van leden van het Koninklijk Huis door de Gemeente in kwestie mag worden toegepast. Het is niet de eerste keer dat de vrijheid van meningsuiting met deze verordening wordt beperkt. Zo zijn in Zutphen aan de vooravond van koninginnedag 1998 affiches in beslag genomen die beledigend werden geacht voor de koningin die daar de volgende dag op bezoek zou komen. Op het affiche was Beatrix afgebeeld als SM-meesteres. "Majesteitsschennis in de kiem gesmoord" kopte de NRC op 29 april 1998.
Heeft de overheid voldoende vertrouwen in de burgers?
Veel is er over gesproken de laatste jaren: de problematische relatie tussen overheid en burgers. De een heeft het over een kloof, de ander over een gebrek aan vertrouwen. Bij de burger wordt dan meestal bedoeld. Maar hoe groot is omgekeerd het vertrouwen van de overheid in de burgers? Openbaarheid is daarvoor een aardige toets. Als je iemand vertrouwt ben je bereid jezelf bloot te geven. Zoniet dan houd je je kaarten strak tegen de borst. In tegenspraak met alle mooie verhalen van politici over het herstel van het vertrouwen tussen overheid en burgers toont de overheid zich in veel gevallen nog steeds bijzonder wantrouwend tegenover mensen die niet meer doen dan om informatie vragen. In de NRC van 18 juni j.l. geeft Roger Vleugels aan de hand van de uitvoeringspraktijk van de Wet Openbaarheid van bestuur (WOB) een beeld van een overheid die steeds moeilijker doet als de burger iets wil weten. "De publieke openbaarheid is op zijn retour. Nederland liep voorop in zijn wetgeving, maar de overheid houdt steeds vaker de la dicht, het archief op slot. Soms is zelfs sprake van regelrechte obstructie".
De afgelopen dagen hebben we daar weer sprekende illustraties van gezien. De Algemene Onderwijsbond slaagde er niet in alle kaarten van het Ministerie van OCW boven tafel te krijgen inzake een nieuwe regeling voor achterstandsleerlingen. De bond kreeg een stuk waarin passages waren afgelakt. In het kort geding dat de AOb aanspande bleek de rechter het spoedeisende karakter van het geding niet in te zien en OCW te steunen omdat "interne beleidsanalyses" niet onder de WOB vallen. Intussen moet de Tweede Kamer wel een besluit nemen over een regeling waarvan de uitvoering niet goed overzien kan worden. Het Ministerie publiceert alleen wat het kwijt wil. Dat heeft weinig te maken met openbaarheid van bestuur en alles met propaganda.
Het tweede voorbeeld gaat over de kerncentrale Borssele. Staatssecretaris van Geel bleek niet bereid de Tweede Kamer exacte gegevens te verstrekken over de financiële schade die het rijk zou lopen als Borssele volgens de oorspronkelijke plannen in 2013 gaat sluiten. De regeringspartijen, inclusief nu ook D66, zijn voor het open houden van de centrale, vanwege de kosten. Een eerlijk debat kan daar echter niet over gevoerd worden. Van Geel weigert cijfers bekend te maken "om zijn onderhandelingspositie niet te schaden" (NRC 23-6). Hij geeft ze zelfs niet in vertrouwen aan kamerleden. Over een wantrouwende overheid gesproken.
13 juni 2005
Justitie wist videobanden van eigen optreden
Veiligheid. Daar heb je het toverwoord weer. Toen Justitie een tijdje geleden bij Omroep Brabant op bezoek was om videobanden in beslag te nemen van rellen in de Graafsewijk in Den Bosch maakte de omroep van de huiszoeking meteen ook weer een opname. Vanuit de gedachte dat een dergelijke huiszoeking bij een omroep ook nieuws is. Justitie nam deze band meteen ook mee en gaf hem vorige week leeg weer terug. "Volgens de rechtbank beriep de rechter-commissaris zich op artikel 124 Wetboek van Strafvordering. Daarin staat onder meer dat een doorzoeking niet verhinderd of bemoeilijkt mag worden. Daaronder valt dan ook de veiligheid van de betreffende ambtenaren. Die veiligheid kwam in het geding doordat de ambtenaren herkenbaar gefilmd werden" (website Omroep Brabant).
Terecht neemt de Journalistenvakbond NVJ dit hoog op. Veiligheid lijkt een steeds gemakkelijker excuus te worden voor autoriteiten om het vrije verkeer van informatie te belemmeren en journalisten te hinderen bij de uitoefening van hun beroep. Strikt genomen heeft Omroep Brabant de huiszoeking natuurlijk helemaal niet belemmerd. De redenering van de rechter-commissaris is vreemd. Het zou me niets verbazen als het er alleen maar om gaat eigenmachtig optreden van "de betreffende ambtenaren", die liever anoniem blijven, te dekken. In dat geval zou een lesje over de waarde van een vrije pers en het belang van het onbelemmerd vergaren van informatie in een democratie niet overbodig zijn. Als tegenwicht tegen de "dictatuur" van het veiligheidsdenken.
09 juni 2005
"God bestaat niet" moet verboden worden
De SGP, die onlangs aankondigde de ban op het meewerken aan TV-uitzendingen op te heffen, vindt samen met de ChristenUnie dat de regering het programma "God bestaat niet" van de RVU moet stoppen. Dit staat in kamervragen van de leden Van der Vlies en Slob. "De christelijke fracties vinden dat de RVU met dit programma een grens overgaat, omdat willens en wetens de spot wordt gedreven met de God die gelovigen dienen". Vrijdag j.l. heeft de Amsterdamse Nicolaaskerk waar opnamen gemaakt zijn voor het programma een kort geding verloren waarin geprobeerd werd de uitzending tegen te houden op grond van het feit dat de kerk is misbruikt om voor gelovigen kwetsende beelden op te nemen. De rechter vond een verbod van de uitzending een te zware sanctie. Hij achtte het voldoende als de RVU de kijkers zou laten weten dat de kerk zich distantiëerde van de uitzending. De kerken betreuren de uitzending en menen dat er sprake is van bewust en nodeloos kwetsen van gelovigen.
In de serie praat Paul Jan van de Wint met zes vooraanstaande wetenschappers over het gevaar, de functie en de absurditeit van het geloof. De uitzendingen worden ingeleid door TV Dominee Muntz en de gesprekken worden afgewisseld met absurdistische bumperfilmpjes over de verschillende aspecten van het geloof. In een van die filmpjes wordt Jezus van het kruis gehaald en vervangen door een zwarte vrouw. Ook zien we Jezus aangelijnd als hond. Slob vindt dat de makers van het programma duidelijk uit zijn op het kwetsen van gelovigen. RVU directeur Groenendijk meent dat de illustratieve filmpjes slechts 'strooigoed' zijn in een programma met twee pratende mensen. De tendens is kritisch over godsdienst, maar de rest van de week wordt godsdienstbeleving voldoende positief voor het voetlicht gebracht.
Kortom: waar maak je je druk over? De suggestie aan gelovigen om niet te kijken en gewoon naar bed te gaan (de uitzending is om half twaalf 's avonds) heb ik nog nergens gehoord. De TV lijkt soms eigendom te zijn van de grootste groep middelmatigen en die willen niet geprikkeld worden maar vermaakt (en soms gesticht). En bij elke prikkeling van het godsdienstig gevoel komen de christelijke voormannen weer in beweging: films, reclame, tv-uitzendingen. Het idee van diversiteit in normen en waarden blijkt in die kringen moeilijk door te dringen. Andersdenkenden worden door strenge christenen getolereerd totdat ze zich roeren en zich publiekelijk uiten. Dan moet de christelijke natie laten weten dat er maar één norm is. De hare.
Verblind door woede wenden de gekwetste christenen zich vervolgens ook nog eens tot het verkeerde adres. Het is in Nederland god zij dank niet mogelijk dat de regering rechtstreeks ingrijpt in een TV-uitzening. In de antwoorden van staatssecretaris voor Mediazaken Van der Laan op de kamervragen van 1 juli 2005 wordt dat nog eens goed duidelijk gemaakt. "Waar u in uw vraag om verzoekt" schrijft Van der Laan, mede namens Balkenende, "is het op voorhand belemmeren dan wel verbieden van een programma en is daarmee een vorm van censuur. In dit verband acht ik het goed erop te wijzen dat met het oog op het grote belang van de vrijheid van meningsuiting (artikel 7 van de Grondwet) in de Mediawet is vastgelegd dat de verantwoordelijke minister of staatssecretaris niet gaat over de inhoud en vorm van programma’s." Inmiddels is wel op het juiste adres, de officier van Justitie, aangifte gedaan tegen de RVU wegens smalende godslastering.
05 juni 2005
Geheime dienst blijft eeuwig geheim
De AIVD ziet er van af aangifte te doen tegen voormalig spion Frits Hoekstra, auteur van het boek "In dienst van de BVD; spionage en contraspionage in Nederland". (NRC 4 juni 2005). De AIVD doet dat niet omdat ze met de publicatie instemt, integendeel. De dienst ziet alleen af van stappen omdat men meent dat in een proces tegen de auteur de schade alleen nog maar groter kan worden. Men blijft er bij dat hij het boek niet had mogen publiceren. Medewerkers van de geheime dienst hebben geheimhoudingsplicht en mogen dus niets van hun werk naar buiten brengen, zelfs niet in de onschuldige, over het algemeen erg vriendelijke jongensboekenstijl van Hoekstra. Tenzij de dienst zelf toestemming geeft en kan controleren wat er naar buiten wordt gebracht, zoals bij geschiedschrijver Engelen en diens officiële Geschiedenis van de Binnenlandse veiligheidsdienst.
Dat de BVD een gesloten boek blijft zal voor politici van de grote partijen in Nederland een geruststellende gedachte zijn. Zij hebben jarenlang het heimelijk volgen van politieke tegenstanders goedgekeurd en zich daarbij weinig zorgen gemaakt over de gevolgen die dat heeft gehad voor onschuldige andersdenkenden. En zeker op dit moment is er geen meerderheid om kritische vragen te stellen aan de AIVD, die op de golven van de terrorismedreiging gemakkelijk aan macht wint zonder zich daarover uitvoerig te hoeven verantwoorden. Onafhankelijk onderzoek naar de geschiedenis van de BVD zou ons echter dingen kunnen leren over het optreden van de geheime dienst die ook nuttig zijn voor een goede beoordeling van het optreden van de AIVD vandaag. Anders blijft de geschiedenis zich herhalen.
02 juni 2005
Vloeken verboden in Staphorst
Wie op de openbare weg in Staphorst al te luid godverdomme roept loopt sinds vandaag het risico door de plaatselijke veldwachter te worden bekeurd. De Gemeente Staphorst heeft namelijk een vloekverbod opgenomen in de Algemene Politieverordening (APV). Het is een hardnekkig geval, het vloekverbod. In 1985 schorste Minister Rietkerk bij Koninklijk Besluit de APV van een reeks Veluwse gemeenten . De reden was dat vloeken door de Kroon werd beschouwd als het uiten van een gedachte of gevoel. Gemeenten mogen daaraan geen beperkingen opleggen. Sindsdien zijn er toch in meerdere plaatsen vloekverboden opgenomen in de APV op instigatie van fundamentalistische christelijke partijen. In 1991 is een, zoals de Volkskrant (5-10-91) het noemt , puur symbolisch vloekverbod opgenomen in de APV van Arnemuiden. In Nijkerk bestaat ook al jaren een (min of meer symbolisch) vloekverbod meldt de NRC (14-9-2000). Veenendaal overwoog toen ook het verbod weer op te nemen in de APV. Gelden de redenen die eerder het vloekverbod onwettig maakten inmiddels niet meer? Ik moet dat eens uitzoeken. Voor nu: men zij gewaarschuwd, pas op uw woorden in door de SGP bestuurde gemeenten.
22 mei 2005
Europa, een gevaar voor de lezer?
Onder deze titel (maar dan zonder vraagteken) schrijft Lisa Kuitert deze week in Vrij Nederland een stukje dat waarschuwt voor allerlei maatregelen van de EU die het vrije verkeer van informatie, en met name het vrij uitgeven van boeken in een goed Hollandse traditie, kunnen belemmeren. Uitgevers zouden grensoverschrijdend lastig gevallen kunnen worden door buitenlandse burgers en overheden die vinden dat een publicatie beledigend is, discriminerend of in strijd is met fundamentele normen en waarden. Ook zou de EU seksestereotypering in advertenties, op TV en in de pers willen uitroeien. Dergelijke maatregelen kunnen leiden tot ernstige aantasting van de vrijheid van meningsuiting. Maar de impliciete suggestie van Kuitert om op 1 juni tégen te stemmen in het referendum over de Europese Grondwet vind ik erg ongelukkig. Want die Grondwet regelt namelijk ook de toetreding van de EU tot het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM). Tot nu toe is de EU zelf geen partij in dit Verdrag van de Raad van Europa dat onder meer de vrije meningsuiting beschermt in artikel 10. Als de EU dus maatregelen zou willen nemen die de vrijheid van meningsuiting belemmeren dan kan zij dus ná ratificatie van de Grondwet ook in Straatsburg op het matje worden geroepen. Anders gezegd: de EU komt mét de Grondwet minstens op het niveau van bescherming van de vrijheid van meningsuiting zoals dat nu ook in Nederland geldt. Zonder Grondwet is dat allemaal veel onzekerder.
In elk geval blijft waakzaamheid geboden. De vrijheid van meningsuiting heeft altijd onder druk gestaan en zal dat blijven staan zo lang mensen dit recht alleen voor zichzelf claimen zonder het ook anderen te gunnen. En ook voor culturele verscheidenheid, die Kuitert in gevaar acht, moet gevochten worden. Wat mij opvalt is dat men daar in andere Europese landen (Frankrijk b.v.) vaak harder voor loopt dan in Nederland. Als er dan een gevaar zou zijn, komt het volgens mij niet alleen van buiten onze grens.
In elk geval blijft waakzaamheid geboden. De vrijheid van meningsuiting heeft altijd onder druk gestaan en zal dat blijven staan zo lang mensen dit recht alleen voor zichzelf claimen zonder het ook anderen te gunnen. En ook voor culturele verscheidenheid, die Kuitert in gevaar acht, moet gevochten worden. Wat mij opvalt is dat men daar in andere Europese landen (Frankrijk b.v.) vaak harder voor loopt dan in Nederland. Als er dan een gevaar zou zijn, komt het volgens mij niet alleen van buiten onze grens.
20 mei 2005
EU weigert informatie vrij te geven voor rechtszaak Sison
José Maria Sison is een Filipijnse communist die sinds 1987 als vluchteling in Nederland woont. In 2002 werd zijn naam door achtereenvolgens de VS, de EU en Nederland op een lijst gezet van "terroristen" wier banktegoeden moesten worden bevroren en aan wie de staat geen steun zou mogen verlenen. Met steun van Filipijnse ballingen in Europa en Nederlandse en Belgische sympathisanten vecht Sison sindsdien deze status aan zowel bij de Nederlandse overheid als bij de EU. Je kunt de hele geschiedenis nalezen op de site van het steuncomité. Onlangs deed het Europese Hof van Justitie in Straatsburg een merkwaardige uitspraak in een van de vele zaken die namens Sison zijn aangespannen. Zijn advocaat had openbaring gevraagd van de informatie op grond waarvan Sison op de "terroristenlijst" is geplaatst. Het Hof meende dat de Europese Raad die deze beslissing formeel heeft genomen niet verplicht is deze informatie vrij te geven. Dit is een buitengewoon vergaande uitspraak. Sison is in feite veroordeeld, hij wil daartegen in beroep gaan, maar krijgt geen informatie over de gronden waarop hij veroordeeld is. Wat de EU in feite zegt is: "Wij beschouwen u als terrorist en beperken u daarom in uw rechten. Maar u mag niet weten waarom." Mag dit in een moderne rechtstaat?
Interessant is nu wat de Europese Grondwet hierover zegt. In het Verdrag voor de Europese Grondwet waarover we binnenkort in Nederland mogen stemmen is het Handvest Grondrechten opgenomen. Hierin staan de rechten van burgers zoals die ook in veel landen in de Grondwet staan. Ik ben geen jurist, maar de volgende artikelen lijken mij nogal duidelijk. De Europese Grondwet geeft ons onder meer het recht op behoorlijk bestuur en dat houdt ook in: "het recht van eenieder om inzage te krijgen in het hem betreffende dossier, met inachtneming van het gerechtvaardigde belang van de vertrouwelijkheid en het beroeps- en het zakengeheim". En even verder lezen we expliciet over het recht op inzage van documenten: "Iedere burger van de Unie en iedere natuurlijke of rechtspersoon met verblijfplaats of statutaire zetel in een lidstaat heeft een recht van inzage in de documenten van de instellingen, organen en instanties van de Unie, ongeacht het medium waarop zij zijn vastgelegd." En tenslotte lezen we nog onder het kopje 'Rechtspleging': " Eenieder heeft recht op een eerlijke en openbare behandeling van zijn zaak". Nu heb ik begrepen dat strikt juridisch gesproken het Handvest Grondrechten nog niet afdwingbaar is. Daarvoor moet eerst de Grondwet door alle lidstaten worden aangenomen. Maar het Handvest is al wel eerder door de lidstaten aanvaard als principedocument over burgerrechten. Moreel gesproken is de EU er dus wel aan gebonden. Maar als het om (door de VS benoemde) terroristen gaat mogen kennelijk alle principes opzij worden gezet.
Interessant is nu wat de Europese Grondwet hierover zegt. In het Verdrag voor de Europese Grondwet waarover we binnenkort in Nederland mogen stemmen is het Handvest Grondrechten opgenomen. Hierin staan de rechten van burgers zoals die ook in veel landen in de Grondwet staan. Ik ben geen jurist, maar de volgende artikelen lijken mij nogal duidelijk. De Europese Grondwet geeft ons onder meer het recht op behoorlijk bestuur en dat houdt ook in: "het recht van eenieder om inzage te krijgen in het hem betreffende dossier, met inachtneming van het gerechtvaardigde belang van de vertrouwelijkheid en het beroeps- en het zakengeheim". En even verder lezen we expliciet over het recht op inzage van documenten: "Iedere burger van de Unie en iedere natuurlijke of rechtspersoon met verblijfplaats of statutaire zetel in een lidstaat heeft een recht van inzage in de documenten van de instellingen, organen en instanties van de Unie, ongeacht het medium waarop zij zijn vastgelegd." En tenslotte lezen we nog onder het kopje 'Rechtspleging': " Eenieder heeft recht op een eerlijke en openbare behandeling van zijn zaak". Nu heb ik begrepen dat strikt juridisch gesproken het Handvest Grondrechten nog niet afdwingbaar is. Daarvoor moet eerst de Grondwet door alle lidstaten worden aangenomen. Maar het Handvest is al wel eerder door de lidstaten aanvaard als principedocument over burgerrechten. Moreel gesproken is de EU er dus wel aan gebonden. Maar als het om (door de VS benoemde) terroristen gaat mogen kennelijk alle principes opzij worden gezet.
14 mei 2005
Betogers niet verbannen naar industrieterrein
De Gemeente Arnhem wilde een extreem-rechtse betoging tegen de Europese grondwet en de toetreding van Turkije vandaag verbannen naar een industrieterrein. Daar hoopte men de verwachte slag met tegenbetogers beter in de hand te kunnen houden. De rechter stak hier een stokje voor. Artikel 9 geeft de burgers het recht op vergadering en betoging. "Het recht op betoging beoogt de deelnemers aan een betoging in staat te stellen hun gedachten en gevoelens over maatschappelijke en politieke kwesties op de openbare weg kenbaar te maken aan anderen." Verbanning van een betoging naar een terrein waar op dat moment niemand komt is in strijd met de grondwet, vond de rechter. En wees daarmee de Gemeente Arnhem terecht die handhaving van de openbare orde (en de Gemeentekas, hoofdstuk politie) boven de vrijheid van meningsuiting stelde. Arnhem is daarmee niet de enige Gemeente die voor de makkelijkste weg koos. Zie een eerder bericht in mijn weblog precies een maand geleden over demonstratievrijheid Goed dat er rechters zijn die af en toe ingrijpen als bestuurders een loopje nemen met grondrechten. Een openbaar extreemrechts geluid kan en moet bestreden worden (en dat gebeurt op ditzelfde moment ook, als ik het ANP nieuws mag geloven). Als de bende ondergronds gaat wordt dat een stuk moeilijker. Het tornen aan de demonstratievrijheid kan nooit een goed middel zijn om de democratie te beschermen.
Openbaarheid in het gedrang
De bestrijding van het terrorisme dreigt te botsen met grondrechten in een democratische rechtsstaat. Dat geldt ook voor de openbaarheid. Minister Remkes wil niet dat provincies via het internet bekend maken waar zich gevaarlijke objecten bevinden. Na de ramp met de vuurwerkfabriek in een Enschedese woonwijk, gisteren precies vijf jaar geleden, stellen burgers vragen over risico's van dergelijke opslagplaatsen in hun omgeving. Provincies zijn inmiddels wettelijk verplicht deze informatie openbaar te maken. De provincies Overijssel en Groningen hebben dat inmiddels gedaan met digitale risicokaarten. Remkes wil nu verbieden deze informatie te verspreiden via het internet. Met een legitimatieplicht voor degenen die dergelijke informatie willen inzien zou hij wel kunnen leven (NRC 14 mei).
Openbaarheid van informatie die de overheid bezit is in Nederland geen belangrijk strijdpunt. Journalisten en actievoerders maken er nog wel eens een punt van, maar ik heb de indruk dat het echt veel minder leeft dan in b.v. de V.S. of in Engeland. In Engeland bestaat als sinds 1984 een Campaign for Freedom of Information Om een idee te krijgen welke kwesties er op dit gebied spelen moet je eens kijken op het weblog van Steve Wood. Hij heeft vrijwel dagelijks vers nieuws over de FOIA, de Freedom of Information Act. Hij geeft ook links naar allerlei overheidsorganisaties die op grond van de wet inzage hebben gegeven in bepaalde informatie en die dat -ook weer volgens de wet- hebben gepubliceerd. Openbaarheid over openbaarheid dus. Zoiets zie ik in Nederland nog niet gebeuren en ik vraag me ook af of de Nederlandse WOB (Wet op de Openbaarheid van Bestuur) daarin voorziet.
Engeland lijkt me in dit opzicht een goed voorbeeld voor Nederland, waar vaak erg makkelijk onder het mom van terrorismebestrijding of 'aanvallen op de democratie' allerlei informatie buiten de openbaarheid wordt gehouden. De achterliggende principiële vraag daarbij is of de staat zich ter bescherming van de democratie ondemocratische middelen mag veroorloven of democratische rechten mag intrekken of beperken. Een opmerkelijke stellingname kwam ik dezer dagen tegen in een boek van Frits Rovers: "Voor recht en vrijheid; de Partij van de Arbeid en de koude oorlog 1946-1958". Toen in 1948 na de communistische machtsovername in Tsjecho-Slowakije in Nederland stemmen opgingen voor het aan banden leggen van de Nederlandse communisten (er gingen zelfs stemmen op om de partij te verbieden en in elk geval kreeg de CPN geen radiozendtijd) schreef een jonge PvdA-econoom in Vrij Nederland:
"De democratie verschilt juist daarin van de dictatuur dat zij de bestrijding van haar tegenstanders niet aan de geheime of openbare politie overlaat, maar bereid is zich dagelijks te confronteren met degenen die heel haar verschijningsvorm wensen te wijzigen. Zonder aanvaarding van de daarin opgesloten risico's verwordt democratie tot een met geweren bewaakte status quo." Was getekend: Joop den Uyl.
Openbaarheid van informatie die de overheid bezit is in Nederland geen belangrijk strijdpunt. Journalisten en actievoerders maken er nog wel eens een punt van, maar ik heb de indruk dat het echt veel minder leeft dan in b.v. de V.S. of in Engeland. In Engeland bestaat als sinds 1984 een Campaign for Freedom of Information Om een idee te krijgen welke kwesties er op dit gebied spelen moet je eens kijken op het weblog van Steve Wood. Hij heeft vrijwel dagelijks vers nieuws over de FOIA, de Freedom of Information Act. Hij geeft ook links naar allerlei overheidsorganisaties die op grond van de wet inzage hebben gegeven in bepaalde informatie en die dat -ook weer volgens de wet- hebben gepubliceerd. Openbaarheid over openbaarheid dus. Zoiets zie ik in Nederland nog niet gebeuren en ik vraag me ook af of de Nederlandse WOB (Wet op de Openbaarheid van Bestuur) daarin voorziet.
Engeland lijkt me in dit opzicht een goed voorbeeld voor Nederland, waar vaak erg makkelijk onder het mom van terrorismebestrijding of 'aanvallen op de democratie' allerlei informatie buiten de openbaarheid wordt gehouden. De achterliggende principiële vraag daarbij is of de staat zich ter bescherming van de democratie ondemocratische middelen mag veroorloven of democratische rechten mag intrekken of beperken. Een opmerkelijke stellingname kwam ik dezer dagen tegen in een boek van Frits Rovers: "Voor recht en vrijheid; de Partij van de Arbeid en de koude oorlog 1946-1958". Toen in 1948 na de communistische machtsovername in Tsjecho-Slowakije in Nederland stemmen opgingen voor het aan banden leggen van de Nederlandse communisten (er gingen zelfs stemmen op om de partij te verbieden en in elk geval kreeg de CPN geen radiozendtijd) schreef een jonge PvdA-econoom in Vrij Nederland:
"De democratie verschilt juist daarin van de dictatuur dat zij de bestrijding van haar tegenstanders niet aan de geheime of openbare politie overlaat, maar bereid is zich dagelijks te confronteren met degenen die heel haar verschijningsvorm wensen te wijzigen. Zonder aanvaarding van de daarin opgesloten risico's verwordt democratie tot een met geweren bewaakte status quo." Was getekend: Joop den Uyl.
12 mei 2005
'Neonazi' gaat het OM te ver
De voormalige lijsttrekster van Leefbaar Nederland, Haitske van der Linde stond gisteren terecht voor belediging van Michiel Smit, vroeger lid van de gemeenteraadsfractie van Leefbaar Rotterdam, nu onafhankelijk lid en voorzitter van de partij Nieuw Rechts. Zij noemde hem in 2002 "zo'n beetje de grootste neonazï van Nederland" in een poging om zich van hem te distantiëren. Hij voer toen namelijk ook nog onder de vlag der leefbaren.
Interessant is de argumentatie van het OM om 550 euro boete te eisen voor deze uitspraak. Je mag iemand wel extreem rechts of zelfs fascist noemen, maar neonazi is "hoogst beledigend". Advocaat Hiddema van van der Linde meent dat vervolging van zijn cliënt een inbreuk is op de vrijheid van meningsuiting. Bovendien pleit hij voor vrijspraak omdat belediging niet aan de orde is gezien de uitspraken van Smit. De man is overduidelijk een neonazi. Waarom zou je hem dan niet zo mogen noemen? Op www.nrc.nl is het rechtbankverslag te lezen.
Interessant is de argumentatie van het OM om 550 euro boete te eisen voor deze uitspraak. Je mag iemand wel extreem rechts of zelfs fascist noemen, maar neonazi is "hoogst beledigend". Advocaat Hiddema van van der Linde meent dat vervolging van zijn cliënt een inbreuk is op de vrijheid van meningsuiting. Bovendien pleit hij voor vrijspraak omdat belediging niet aan de orde is gezien de uitspraken van Smit. De man is overduidelijk een neonazi. Waarom zou je hem dan niet zo mogen noemen? Op www.nrc.nl is het rechtbankverslag te lezen.
10 mei 2005
Maradona godslasterlijk
Telecombedrijf Versatel haalt een reclamespotje van de buis waarin "de hand van god" een doelpunt veroorzaakt. Versatel wacht een uitspraak van de reclamcodecommissie af nadat de ChristenUnie met 1100 handtekeningen bezwaar maakte tegen het godslasterlijke karakter van het spotje dat mensen moet verleiden om een tv abonnement op live voetbalwedstrijden te nemen. De 'hand van god' komt van Maradona, die ooit een hands-doelpunt zo beschreef. De uitspraak van de Reclame Code Commissie komt binnen 2 weken en is niet bindend (ANP).
Ik vond in mijn bestand een paar overeenkomstige kwesties. In december 1995 vond de RCC een reclame van Hij nodeloos kwetsend voor christenen. Op de posters is een Jezus-figuur tegen de achtergrond van een glas-in-lood-raam te zien met daarbij teksten als "Twijfel niet Hij is er". De Bond tegen het vloeken had de zaak bij de RCC aangekaart; de openlijke verwijzing naar het kerstfeest speelde daarbij ook een rol.
In 1997 kwamen alle christelijke fracties in het geweer tegen een affiche van de film People vs Larry Flint, een film over censuur nota bene. Het affiche liet een deel van een vrouwenlichaam zien met midden op haar slip de hoofdpersoon in de houding van een gekruisigde. De fracties vroegen in schriftelijke vragen om maatregelen tegen deze "buitengewoon grove en godslasterlijke" reclame. Of deze maatregelen ook genomen zijn is mij niet bekend.
Ik vond in mijn bestand een paar overeenkomstige kwesties. In december 1995 vond de RCC een reclame van Hij nodeloos kwetsend voor christenen. Op de posters is een Jezus-figuur tegen de achtergrond van een glas-in-lood-raam te zien met daarbij teksten als "Twijfel niet Hij is er". De Bond tegen het vloeken had de zaak bij de RCC aangekaart; de openlijke verwijzing naar het kerstfeest speelde daarbij ook een rol.
In 1997 kwamen alle christelijke fracties in het geweer tegen een affiche van de film People vs Larry Flint, een film over censuur nota bene. Het affiche liet een deel van een vrouwenlichaam zien met midden op haar slip de hoofdpersoon in de houding van een gekruisigde. De fracties vroegen in schriftelijke vragen om maatregelen tegen deze "buitengewoon grove en godslasterlijke" reclame. Of deze maatregelen ook genomen zijn is mij niet bekend.
03 mei 2005
Dag van de persvrijheid
Vandaag, 3 mei, is het de internationale dag van de persvrijheid. Ik had er nooit van gehoord, eerlijk gezegd. Het Internationaal Instituut voor de Sociale Geschiedenis viert deze door de VN uitgeroepen dag sinds een paar jaar ook in Nederland. Op de website vind je een mooie collectie posters die met persvrijheid te maken hebben.
De NVJ, de Nederlandse vereniging voor Journalisten, wil een 'spoedgesprek' met de ministers Remkes en Donner over het geweld tegen journalisten (NRC 3-5-2005). Journalisten krijgen ook in Nederland steeds vaker te maken met geweld bij de uitoefening van hun beroep. Verploeg van de NVJ geeft als voorbeeld het geval van een televisiejournalist die op een schoolplein opnames aan het maken was en toen een blikje benzine over zich heen kreeg waarna er een aansteker bij gehouden werd. Veel journalisten worden ook bedreigd door de georganiseerde misdaad als ze daarover schrijven. Barend en Van Dorp zijn ooit bedreigd door de Hell's Angels omdat ze deze club een misdadige organisatie noemden. Een wat minder serieus geval betrof de TV recensent Hein Jansen van de Volkskrant in 1994. De acteur Carol van Herwijnen, over wie Jansen iets onaardigs zei, zag dat op TV, stapte op de fiets, reed naar de studio, en sloeg Jansen ter plekke in elkaar.
Moord op journalisten komt wereldwijd nog steeds vaak voor. In 1982 is een Nederlandse journalist, Koos Koster van de IKON televisie, vermoord in El Salvador, terwijl hij daar aan het werk was. Nu meldt de NRC dat De Filipijnen, Irak en Colombia het gevaarlijkst zijn voor journalisten.
De NVJ, de Nederlandse vereniging voor Journalisten, wil een 'spoedgesprek' met de ministers Remkes en Donner over het geweld tegen journalisten (NRC 3-5-2005). Journalisten krijgen ook in Nederland steeds vaker te maken met geweld bij de uitoefening van hun beroep. Verploeg van de NVJ geeft als voorbeeld het geval van een televisiejournalist die op een schoolplein opnames aan het maken was en toen een blikje benzine over zich heen kreeg waarna er een aansteker bij gehouden werd. Veel journalisten worden ook bedreigd door de georganiseerde misdaad als ze daarover schrijven. Barend en Van Dorp zijn ooit bedreigd door de Hell's Angels omdat ze deze club een misdadige organisatie noemden. Een wat minder serieus geval betrof de TV recensent Hein Jansen van de Volkskrant in 1994. De acteur Carol van Herwijnen, over wie Jansen iets onaardigs zei, zag dat op TV, stapte op de fiets, reed naar de studio, en sloeg Jansen ter plekke in elkaar.
Moord op journalisten komt wereldwijd nog steeds vaak voor. In 1982 is een Nederlandse journalist, Koos Koster van de IKON televisie, vermoord in El Salvador, terwijl hij daar aan het werk was. Nu meldt de NRC dat De Filipijnen, Irak en Colombia het gevaarlijkst zijn voor journalisten.
02 mei 2005
De Utrechtse Muurkrant en de vrijheid van meningsuiting
Gisteren was ik bij een reünie van de Utrechtse Muurkrant. Dat was een gezeefdrukte krant die in de jaren zeventig op groot formaat wekelijks in Utrecht werd aangeplakt. De krant werd gemaakt door (ex-)studenten die in het spoor van de opstand aan de universiteiten hun acties voor maatschappijverandering verlegden naar bedrijven en wijken. Er stonden korte berichten in met onthullingen over de handel en wandel van de plaatselijke, nationale en internationale autoriteiten. Het was een opruiend blad dat graag publiceerde over acties tegen huisbazen, bedrijfsleiders, het gemeentebestuur, de regering, de amerikaanse imperialisten en vele anderen. Daar waren die autoriteiten natuurlijk niet blij mee en met name het Utrechtse collega van B&W heeft verschillende pogingen gedaan om de Muurkrant aan te pakken. Zo werd in 1972 de zeefdrukpers in beslag genomen. Zonder resultaat, de krant verscheen gewoon op tijd met de triomfantelijk kop: “Wij drukken door”. Later deed de Gemeente nog een poging via de Algemene Politieverordening het aanplakken te verbieden. Men liet speciale borden plaatsen waarop wel gepubliceerd kon worden, maar dan alleen met vermelding van naam en adres. De Muurkrant was anoniem. Alleen de plaats waar een kopijbus stond (jongerencentrum De Kargadoor aan de Oude Gracht) was bekend. Ook deze poging om het vrije woord te smoren mislukte in de praktijk.
De Muurkrant heeft in beide gevallen voer opgeleverd voor juristen. Was het in beslag nemen van de drukpers niet in strijd met artikel 7 van de Grondwet? Het lijkt toch een soort preventieve censuur. De zaak kwam zelfs in de Tweede Kamer aan de orde. De Minister van Justitie stond echter op het standpunt dat hier geen sprake was van censuur. Als je de wet overtreedt met een drukpers moet justitie daartegen kunnen optreden. En kennelijk was deze ervan overtuigd dat de Muurkrant de wet had overtreden door bepaalde zaken over autoriteiten te onthullen en/of deze te beledigen. Naar de huidige opvattingen doet dit standpunt onvoldoende recht aan de uitingsvrijheid, meent De Meij in hét handboek op dit gebied “Uitingsvrijheid; de vrije informatiestroom in grondwettelijk perspectief”.
Ook het plakverbod dat de Hoge Raad na een lange juridische procedure in 1980 als rechtmatig bevestigde vindt De Meij bij nader inzien om verschillende redenen ondeugdelijk.
De Muurkrant heeft in beide gevallen voer opgeleverd voor juristen. Was het in beslag nemen van de drukpers niet in strijd met artikel 7 van de Grondwet? Het lijkt toch een soort preventieve censuur. De zaak kwam zelfs in de Tweede Kamer aan de orde. De Minister van Justitie stond echter op het standpunt dat hier geen sprake was van censuur. Als je de wet overtreedt met een drukpers moet justitie daartegen kunnen optreden. En kennelijk was deze ervan overtuigd dat de Muurkrant de wet had overtreden door bepaalde zaken over autoriteiten te onthullen en/of deze te beledigen. Naar de huidige opvattingen doet dit standpunt onvoldoende recht aan de uitingsvrijheid, meent De Meij in hét handboek op dit gebied “Uitingsvrijheid; de vrije informatiestroom in grondwettelijk perspectief”.
Ook het plakverbod dat de Hoge Raad na een lange juridische procedure in 1980 als rechtmatig bevestigde vindt De Meij bij nader inzien om verschillende redenen ondeugdelijk.
30 april 2005
Kopspijkers door VARA van de buis gehaald
Vanavond geen Kopspijkers. De Vara schrapt de uitzendingen zolang het conflict met presentator Spijkerman over zijn contract voortduurt. Spijkerman wil zijn contract ontbinden om over te kunnen stappen naar Tien, de nieuwe zender van John de Mol. De Vara wil hem niet laten gaan. De Vara wil de makers van Kopspijkers niet in problemen brengen. Die bespreken op een satirische manier het nieuws van de week. Het zou volgens voorzitter Keur voor hen nagenoeg onmogelijk zijn om niet te reageren op het vertrek van Jack Spijkerman (NOS Nieuws 28 april 2005).
En wat dan nog, vraag ik me af. Vreest Keur deze reacties soms? Inmiddels hebben alle betrokkenen al uitgebreid de kans gehad om hun reacties te spuien. Donderdagavond zat iedereen bij Barend & Van Dorp (die zelf ook naar de nieuwe zender overstappen, maar intussen wel van hun huidige baas mogen blijven uitzenden). De VARA en Spijkerman hebben een arbeidsrechtelijk conflict. Spijkerman houdt zich niet aan zijn verplichtingen en maakt zich echt ongeloofwaardig na herhaalde uitspraken dat hij de VARA trouw blijft. De VARA straft hem, zijn medewerkers én de kijkers vanwege zijn ontrouw door hem het woord te ontnemen. Van een publieke omroep mag men meer grootmoedigheid verwachten.
En wat dan nog, vraag ik me af. Vreest Keur deze reacties soms? Inmiddels hebben alle betrokkenen al uitgebreid de kans gehad om hun reacties te spuien. Donderdagavond zat iedereen bij Barend & Van Dorp (die zelf ook naar de nieuwe zender overstappen, maar intussen wel van hun huidige baas mogen blijven uitzenden). De VARA en Spijkerman hebben een arbeidsrechtelijk conflict. Spijkerman houdt zich niet aan zijn verplichtingen en maakt zich echt ongeloofwaardig na herhaalde uitspraken dat hij de VARA trouw blijft. De VARA straft hem, zijn medewerkers én de kijkers vanwege zijn ontrouw door hem het woord te ontnemen. Van een publieke omroep mag men meer grootmoedigheid verwachten.
Verdonk bindt in
Het filmproject 26.000 gezichten, een reeks van kleine spotjes over uitgeprocedeerde asielzoekers, heeft de woede opgewekt van Minister Verdonk en haar collega Van Aardenne. De spotjes, die door de VARA worden uitgezonden, zijn gefinancierd door hulporganisaties die subsidie ontvangen van de overheid. Verdonk meende dat hier sprake was van oneigenlijk gebruik van overheidsgelden en dreigde de Vereniging Vluchtelingenwerk, een van de financiers van de spotjes, met intrekking van de subsidie. In antwoord op kamervragen van GroenLinks en de Christen Unie neemt ze nu gas terug. Ze erkent het belang van de vrijheid van meningsuiting en het ter discussie stellen van het overheidsbeleid en zegt niet voornemens te zijn de subsidie-relatie met de Vereniging te beëindigen, zo ze dat ooit van plan was. Ze overweegt wel met de vereniging af te spreken dat ze vooraf geïnformeerd wordt over de financiering van een dergelijke actie.
Dit laatste vindt ze niet in strijd met de principes van een open democratie. Dat lijkt me discutabel. Waarom vooraf? Welk doel dient dat? Het enige dat ik kan bedenken is dat ze toch een kans wil hebben om op tijd terug te slaan. En dat is nu juist wel in strijd met genoemde principes. Niemand heeft vooraf verlof nodig om zijn mening te uiten (artikel 7 van de grondwet).
Verdonk is overigens een recidivist op dit terrein. Begin vorig jaar weigerde ze verder te overleggen met de voorzitter van Vluchtelingenorganisaties Nederland (VON), Jan Pronk, omdat hij in verband met haar uitzettingsbeleid de term 'deportatie' gebruikte (NRC 19-2-2004). Zij schortte het overleg met de VON op totdat Pronk afstand had genomen van deze terminologie. Pronk deed dat niet want hij meende dat 'deportatie' een algemeen gebruikte term was voor gedwongen uitzetting. Maar ja, de associatie met de Tweede Wereld Oorlog was natuurlijk snel gemaakt. Overigens besteedde Ewoud Sanders in de NRC van 23 februari 2004 nog een aardige beschouwing aan het gebruik van het woord. Hij komt tot de conclusie dat Pronk wel gelijk heeft. Ik weet niet of hij met Verdonk nog 'on speaking terms' is gekomen.
Dit laatste vindt ze niet in strijd met de principes van een open democratie. Dat lijkt me discutabel. Waarom vooraf? Welk doel dient dat? Het enige dat ik kan bedenken is dat ze toch een kans wil hebben om op tijd terug te slaan. En dat is nu juist wel in strijd met genoemde principes. Niemand heeft vooraf verlof nodig om zijn mening te uiten (artikel 7 van de grondwet).
Verdonk is overigens een recidivist op dit terrein. Begin vorig jaar weigerde ze verder te overleggen met de voorzitter van Vluchtelingenorganisaties Nederland (VON), Jan Pronk, omdat hij in verband met haar uitzettingsbeleid de term 'deportatie' gebruikte (NRC 19-2-2004). Zij schortte het overleg met de VON op totdat Pronk afstand had genomen van deze terminologie. Pronk deed dat niet want hij meende dat 'deportatie' een algemeen gebruikte term was voor gedwongen uitzetting. Maar ja, de associatie met de Tweede Wereld Oorlog was natuurlijk snel gemaakt. Overigens besteedde Ewoud Sanders in de NRC van 23 februari 2004 nog een aardige beschouwing aan het gebruik van het woord. Hij komt tot de conclusie dat Pronk wel gelijk heeft. Ik weet niet of hij met Verdonk nog 'on speaking terms' is gekomen.
17 april 2005
Proces tegen AIVD'er niet openbaar
Rechtspraak is in principe openbaar. Geheime processen horen bij een dictatuur. De rechtbank in Rotterdam gaat een uitzondering maken in het proces tegen de AIVD'er die informatie heeft gelekt naar van terrorisme verdachte personen. Opmerkelijk voor Nederland. Maar wel geheel in lijn met de vrijheid die de veiligheidsdiensten zich permitteren om de regels van een democratische rechtstaat in hun eigen voordeel te interpreteren en als het uitkomt te negeren. In hoeverre staat de AIVD buiten de wet? Dat is een terugkerende vraag als het over de AIVD gaat. Er is een Wet op de Inlichtingen en Veiligheidsdiensten (WIVD), maar die geeft zeer ruime bevoegdheden en voorziet nauwelijks in controle. Er is een Commissie van Toezicht die in algemene zin rapporteert over het handelen van de AIVD. Maar over het optreden van de AIVD in concrete zaken horen we ook van deze commissie niets. Dat moet uit veiligheidsoverwegingen allemaal geheim blijven. Hetzelfde geldt voor de parlementaire controle die plaatsvindt in een niet-openbare zitting van de fractievoorzitters van de grootste partijen.
Wat mij telkens weer verbaast is dat de AIVD (of vroeger de BVD) op zo'n makkelijke manier wegkomt met een beroep op zijn taak, die per definitie om vertrouwelijkheid vraagt. Operaties moeten vertrouwelijk blijven, maar betekent dat dan dat er geen enkele controle kan zijn? Dat alleen een minimale verantwoording hoeft te worden afgelegd? Mag onder het mom van vertrouwelijkheid alles worden gedaan op de wijze waarop de dienst dat het beste uitkomt?
En wat ik in het verband van dit proces zou willen weten is welke alternatieven in overweging zijn genomen. Is die geheimhouding zoals nu voorgesteld echt noodzakelijk? Advocaat Britta Böhler zegt in de NRC vandaag dat het gebrek aan openbaarheid het moeilijker maakt een behoorlijke verdediging te voeren. Böhler vindt dat het OM zich te veel laat leiden door de belangen van de AIVD. De vraag die daaraan toegevoegd kan worden is of we van de AIVD geen enkele aanpassing mogen verwachten om tegemoet te komen aan het belang van de openbaarheid? Te vaak zien we in de context van de terrorismebestrijding dat grondrechten het verliezen van de eisen die politie en inlichtingendiensten stellen om in alle vrijheid zonder veel controle hun werk te kunnen doen. En de openbaarheid sneuvelt daarbij meestal als eerste. Een makkelijk slachtoffer. Maar waar gaat het nu uiteindelijk om?
Wat mij telkens weer verbaast is dat de AIVD (of vroeger de BVD) op zo'n makkelijke manier wegkomt met een beroep op zijn taak, die per definitie om vertrouwelijkheid vraagt. Operaties moeten vertrouwelijk blijven, maar betekent dat dan dat er geen enkele controle kan zijn? Dat alleen een minimale verantwoording hoeft te worden afgelegd? Mag onder het mom van vertrouwelijkheid alles worden gedaan op de wijze waarop de dienst dat het beste uitkomt?
En wat ik in het verband van dit proces zou willen weten is welke alternatieven in overweging zijn genomen. Is die geheimhouding zoals nu voorgesteld echt noodzakelijk? Advocaat Britta Böhler zegt in de NRC vandaag dat het gebrek aan openbaarheid het moeilijker maakt een behoorlijke verdediging te voeren. Böhler vindt dat het OM zich te veel laat leiden door de belangen van de AIVD. De vraag die daaraan toegevoegd kan worden is of we van de AIVD geen enkele aanpassing mogen verwachten om tegemoet te komen aan het belang van de openbaarheid? Te vaak zien we in de context van de terrorismebestrijding dat grondrechten het verliezen van de eisen die politie en inlichtingendiensten stellen om in alle vrijheid zonder veel controle hun werk te kunnen doen. En de openbaarheid sneuvelt daarbij meestal als eerste. Een makkelijk slachtoffer. Maar waar gaat het nu uiteindelijk om?
14 april 2005
omstreden islamitische boeken
Het was maar een heel klein berichtje vorige week in de krant. Uitgeverij Noer moet volgens het OM uit een van haar boeken twee passages verwijderen vanwege antisemitisme. Het gaat om de Gids voor de islamitische opvoeding. Vorig jaar was dit boek samen met twee andere uitgaven aanleiding voor heftige debatten tot in de Tweede Kamer toe. Het CDA riep Verdonk precies een jaar geleden in de Tweede Kamer op om het betreffende boek uit de handel te laten nemen en de moskeebestuurders strafrechterlijk te vervolgen. De minister zegde toe om samen met minister Donner (Justitie) te bekijken of het openbaar ministerie een onderzoek kan instellen. ,,Maar eerst moet duidelijk worden'', aldus Verdonk, ,,of hier sprake is van het aanzetten tot strafbare feiten.'' Maxime Verhagen, fractieleider van het CDA, verklaarde zich later tegen het verbieden van het boek. Maar, zei hij op 28 april 2004 in Trouw, het CDA wil wel strengere wetten om de vrijheid van meningsuiting en godsdienst te beperken voor groepen die zich schuldig maken aan ,,opruiing tegen de democratie'' en het ,,op grondrechten hebben voorzien''. Als voorbeeld noemt hij ,,moslims die hier de islamitische wetgeving willen invoeren zodra zij bij verkiezingen de meerderheid hebben gehaald.'' Wilders (VVD) was voorstander van een verbod op het boek. Maar zijn partijgenote Hirsi Ali, met wie Wilders vorig jaar nog samen de `liberale jihad' tegen moslimfundamentalisme uitriep, vindt juist dat het boek op grond van vrijheid van meningsuiting niet verboden moet worden. Zij wil dat de El Tawheed moskee wordt aangepakt. Dat doel deelt Wilders. ,,De teksten zijn al erg genoeg maar de context van de moskee maakt het erger. Het boek wordt aangeprezen en de teksten worden ook gepredikt door de imam'', verklaart hij.
Het OM heeft inmiddels drie boeken onderzocht:
Het OM heeft inmiddels drie boeken onderzocht:
- 'De weg van de moslim' bestaat uit drie delen en is van de hand van sjeik AboeBakr Djaber El Djezeïri (1921), rector aan de islamitische universiteit in Medina. Het gaat over 'principes en details van de religie van de moslim'. In de vertaling van Jeanette Ploeger staat onder meer dat homoseksuelen van flatgebouwen moeten worden gegooid. Volgens Ploeger is dat een voorbeeld van een citaat dat uit zijn verband is gehaald. ,,Men denkt dat het een oproep zou zijn, maar dat is het helemaal niet. Het gaat over de historie van de islamitische wetgeving van de profeet. De straf op sodomie is door een van zijn compagnons veertien eeuwen geleden op die manier voorgesteld. Het boek gaat over de historie van dat soort straffen.'' En, zegt Ploeger, ,,niet iedereen mag de straffen opleggen. Dat kan alleen via een rechtelijke procedure waarbij minstens vier personen moeten getuigen van de misdaad.''
- 'Fatwa's of moslim women' is een in 2000 verschenen bundeling van fatwa's die in de veertiende eeuw zijn uitgesproken door Ibn Taymiyya (1263-1328). Hij geldt als een van de belangrijkste rechtsgeleerden binnen de hanbalitische rechtsschool, de strengste en invloedrijkste van de vier soennitische rechtsscholen. In het boek adviseert hij mannen liegende echtgenoten 'minstens 100 slagen' toe te dienen, verspreid over drie dagen. Daarnaast moeten vrouwen besneden worden.
- 'Gids voor islamitische opvoeding' van Abdoellah Nasib Oelwan, verschenen bij uitgeverij Noer in Delft. Bevat instructies voor ouders die hun kinderen islamitisch willen opvoeden. Zet volgens GroenLinks aan tot genitale verminking, kindermishandeling en antisemitisme.
De vervolging van de El Taweed moskee vanwege de verspreiding van deze boeken is inmiddels een stuk onwaarschijnlijker geworden vanwege het feit dat de moskee het laatste boek dat uiteindelijk niet door de beugel blijkt te kunnen niet in de winkel heeft staan.
Bronnen: NRC van 4 en 28 april 2004, 5 maart 2005 en 6 april 2005
demonstratieverbod
Extreem-rechtse jongeren mogen zaterdag niet demonstreren in Venray. De CDA burgemeester heeft dat verboden. De demonstratie was georganiseerd door de beweging van Michiel Smit uit Rotterdam. Het staat er niet bij in het ANP bericht, maar vrees voor verstoring van de openbare orde zal wel het motief zijn.
Dergelijke verboden zijn eerder uitgevaardigd, met name tegen extreem-rechts. In maart 1995 verbood Opstelten, toen nog burgemeester van Utrecht, een demonstratie in zijn stad van extreem rechts en een tegendemonstratie. 'Ik haal voor betoging van CP'86 niet al mijn politie van stal' zei hij. 'Iedereen mag een demonstratie organiseren, maar als ik vermoed dat het uit de hand gaat lopen dan mag ik zeggen dat die demonstratie mij niet zo goed uitkomt.' De demonstranten kwamen toch en de linkse werden in groten getale opgepakt. De politie voerde 172 demonstranten louter op uiterlijke kenmerken als sjaaltjes af naar stadion Galgenwaard. De politie haalde hiervoor een wetsartikel van stal dat ooit bedoeld was om demonstraties van geuniformeerde NSB-ers tegen te gaan. Opstelten nam later afstand van deze arrestatiegrond. Maar zijn toelichting op het verbod verraadt toch wel zijn hoofdzakelijke pragmatische gronden. Hij wilde geen gerotzooi en hoopte met zijn verbod misschien te kunnen besparen op inzet van personeel. Hij kwam bedrogen uit, maakte hoge kosten en belemmerde de uitingsvrijheid. Een jaar later gebeurde iets dergelijks in Rotterdam. Waarnemend burgemeester Simons verbood een demostratie van extreem rechts en een tegendemonstratie. Niemand trok er zich iets van aan en de politie moest 75 mensen arresteren.
Dergelijke verboden zijn eerder uitgevaardigd, met name tegen extreem-rechts. In maart 1995 verbood Opstelten, toen nog burgemeester van Utrecht, een demonstratie in zijn stad van extreem rechts en een tegendemonstratie. 'Ik haal voor betoging van CP'86 niet al mijn politie van stal' zei hij. 'Iedereen mag een demonstratie organiseren, maar als ik vermoed dat het uit de hand gaat lopen dan mag ik zeggen dat die demonstratie mij niet zo goed uitkomt.' De demonstranten kwamen toch en de linkse werden in groten getale opgepakt. De politie voerde 172 demonstranten louter op uiterlijke kenmerken als sjaaltjes af naar stadion Galgenwaard. De politie haalde hiervoor een wetsartikel van stal dat ooit bedoeld was om demonstraties van geuniformeerde NSB-ers tegen te gaan. Opstelten nam later afstand van deze arrestatiegrond. Maar zijn toelichting op het verbod verraadt toch wel zijn hoofdzakelijke pragmatische gronden. Hij wilde geen gerotzooi en hoopte met zijn verbod misschien te kunnen besparen op inzet van personeel. Hij kwam bedrogen uit, maakte hoge kosten en belemmerde de uitingsvrijheid. Een jaar later gebeurde iets dergelijks in Rotterdam. Waarnemend burgemeester Simons verbood een demostratie van extreem rechts en een tegendemonstratie. Niemand trok er zich iets van aan en de politie moest 75 mensen arresteren.
12 april 2005
Om te beginnen
De vrijheid om zonder enige belemmering met iedereen te communiceren is een groot goed. Vrije communicatie is een van de grondrechten in Nederland en vele andere landen. Maar hoe serieus nemen we dit grondrecht in de praktijk? Die vraag houdt mij al jaren bezig. Tegenover de heiligverklaring van de vrijheid van meningsuiting staan ook in Nederland talrijke belemmeringen, opgeworpen door de overheid, maar ook door burgers die anderen het recht ontzeggen op bepaalde uitingen. Soms is dat terecht. Geen enkel grondrecht is absoluut. In het Nederlandse grondwetsartikel dat over de vrijheid van meningsuiting gaat (artikel 7) staat niet voor niets "behoudens ieders verantwoordelijkheid voor de wet". Racisme is bijvoorbeeld een reden om de uitingsvrijheid te beperken. Of de privacy van personen. Kinderpornografie is strafbaar. En met het oproepen tot geweld of ander crimineel gedrag kunnen ook grenzen worden overschreden.
Feitelijke belemmeringen in de vrije informatiestroom hebben mij altijd geprikkeld. In hoeverre zijn ze terecht, in hoeverre worden grondrechten hierdoor aangetast? Het heeft ongetwijfeld te maken met het feit dat mijn politieke vorming plaats vond in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw in de context van de studentenbeweging. Vrijheid van meningsuiting en openbaarheid waren in die tijd belangrijke waarden, de grondslagen van de levende democratie die toen werd nagestreefd.
Mijn betrokkenheid bij het bibliotheekwezen, als docent aan een bibliotheekacademie, heeft later de belangstelling voor dit onderwerp verder gevoed. Bibliothecarissen hebben de "flee flow of information" hoog in het vaandel staan. Het is in feite hun bestaansreden, zou je kunnen zeggen. Vandaar dat je deze beroepsgroep altijd vooraan vindt als er voor grondrechten moet worden gestreden, zoals nu in de VS vanwege de antiterrorismewetten die politie en justitie vergaande bevoegdheden geven.
knipselarchief
Twintig jaar geleden heb ik mijn interesse in de toepassing van het grondrecht op vrije meningsuiting omgezet in een reguliere activiteit, noem het maar een hobby. Ik ben begonnen aan een knipselarchief over gevallen waarin sprake was van belemmering van het vrije verkeer van informatie. De aanleiding was het bezoek van Paus Johannes Paulus II aan Nederland in mei 1985. Dit bezoek werd omgeven met allerlei maatregelen die strijdig waren met de vrije meningsuiting. De demonstratievrijheid werd aan banden gelegd en sjaaltjes met de tekst "Popi Jopie" werden verboden. Mensen met opruiende affiches en tijdschriften werden vastgezet. Kennelijk was het ook in Nederland mogelijk grondrechten flexibel toe te passen.
Eerder in datzelfde jaar had Minister Brinkman geweigerd aan Hugo Brandt Corstius de P.C.Hooftprijs uit te reiken. Brandt Corstius schreef in de Volkskrant onder de naam Stoker pittige columns. Hij nam zoals het een columnist betaamt nogal eens politici op de hak. Brinkman vond echter dat hij daarin te ver ging (hij had "het kwetsen tot instrument gemaakt") en daarom meende hij, en met hem de Nederlandse regering, dat Brandt Corstius geen staatsprijs mocht ontvangen.
In mijn eigen omgeving maakte ik ook nog iets mee dat me aan het denken zette. In de schoolkrant van mijn bibliotheekacademie was een verhaal verschenen waarin enkele van mijn collega's onder andere namen, maar wel duidelijk herkenbaar figureerden. Het was geen leuk verhaal en de directeur nam, gewaarschuwd door de conciërge die het blad moest drukken, onmiddellijk maatregelen: dit verhaal mocht niet gepubliceerd worden. Daarna circuleerde het illegaal onder de studenten.
Naar aanleiding van deze gebeurtenissen ben ik begonnen gevallen van censuur en andere belemmeringen in het vrije verkeer van informatie te verzamelen. Ik knipte artikelen uit de krant en plakte die in een groot plakboek. Aanvankelijk was de hele wereld mijn werkterrein, maar dat heb ik na een paar maanden opgegeven. Dat werd te veel. Ik heb me toen beperkt tot Nederland. Alle daadwerkelijke belemmeringen en pogingen om de vrijheid van communicatie te belemmeren, geslaagd of niet, nam ik op. Ik had al gauw enkele plakboeken vol.
Experimenteren met opslagtechnieken
Het was de tijd van de introductie van de personal computer. Het tikken op de schrijfmachine werd vervangen door werken met Word Perfect. Ik probeerde een van de functies van Word Perfect uit voor het beschrijven van mijn censuurgevallen. Door de tekst in vaste alinea's op te bouwen kreeg je in één document een reeks doorzoekbare records. Raar maar waar. Zo kreeg ik mijn eerste geordende bestand door de plakboek-artikelen te beschrijven (titel, datum etc.).
Enkele jaren later kreeg ik van mijn vriendin mijn eerste database software: het programma Card Box. Wat ik kreeg was een aangepaste versie voor het bijhouden van medische literatuur en onderzoeksgegevens. Het draaide onder DOS. Ik heb het nog steeds, het is mijn enige programma dat niet onder Windows draait. Ik heb het format aangepast aan mijn doel: een database voor mijn knipsels. Ik voerde alle reeds verzamelde cases in en voegde daar om de zoveel tijd nieuwe records aan toe op basis van mijn knipsels uit het Utrechts Nieuwsblad en De Waarheid, soms ook uit De Volkskrant en Trouw. De records hadden verschillende velden: datum, titel van het krantenbericht, de actor (degene die iets belemmerde of wilde belemmeren), de actie (wat deed men, b.v. een kort geding aanspannen), de reden waarom dat werd gedaan, een nadere toelichting en tenslotte trefwoorden. Daarvoor maakte ik een eindige lijst op basis van wat ik tot dan toe had verzameld. In dit Cardbox bestand heb ik meer dan 600 cases opgeslagen uit de periode van 1985 tot en met 1999. Toen ontstond er een probleem omdat ik alle records op datum had met het jaartal vooraan.
Intussen was de techniek voortgeschreden en ik kreeg daar als docent dagelijks mee te maken op mijn school. Het internet kwam op gang. Websites maken werd een onderdeel van het curriculum. Ik vond dat ik dat ook eens moest proberen en in 1997 lanceerde ik trots mijn eerste website: Belemmeringen in het vrije verkeer van informatie. Op deze website (geheel met de hand gemaakt!) had ik na lang nadenken over de structuur een honderdtal gevallen gezet geordend naar motief om een bepaalde uiting te verbieden: godslastering, de moraal, het koningshuis, racisme etc. Verder maakte ik een pagina met links naar allerlei sites op dit gebied.
De website heb ik niet goed bijgehouden. Ik vond al snel dat het helemaal anders moest en dat gaat nu eenmaal niet zo makkelijk met een website. Na 1999 raakte het hele project in het slop omdat ik stopte met het Cardbox bestand. De website heb ik van het internet gehaald toen mijn mailbox verstopt raakte met spam, voor een belangrijk deel vanwege het adres dat op de website stond.
In de afgelopen jaren is mijn belangstelling voor het onderwerp vrije communicatie weer aangewakkerd door vele gebeurtenissen. Om allerlei redenen zijn wereldwijd en ook in Nederland grondrechten weer onder druk komen te staan. Daarbij ook de vrijheid om meningen te uiten, te verspreiden en te ontvangen. Ik kon het niet laten mijn oude gewoonte weer op te pakken. Inmiddels was de dagelijkse krant ook gedigitaliseerd, zodat het knippen en plakken nu ook een stuk makkelijker werd. Zodra ik een geval tegenkwam in de NRC, die ik tegenwoordig lees, haalde ik de tekst van het artikel van het internet en zette ik die in een apart Word-bestand. Nu doe ik een inhaalslag over de jaren 2000-2004 om de aansluiting met het oude bestand te kunnen maken.
De laatste ICT-ontwikkeling is blogging. En daar zijn we dan nu beland. Ik wil dit weblog gaan gebruiken om een kroniek te maken van belemmeringen in het vrije verkeer van informatie in Nederland. Ik zal als ik een geval tegenkom dit kort beschrijven en er eventueel commentaar aan toevoegen. Ik kan teruggrijpen op zaken uit het verleden en vergelijkingen maken. En ik nodig lezers uit ook gevallen te melden en hun mening te geven over de wijze waarop wij in Nederland het grondrecht van de vrije communicatie toepassen.
Selectiecriteria
Wat valt er nu onder dat brede begrip "belemmeringen in het vrije verkeer van informatie"? Juridisch gesproken zijn er drie grondrechten van belang. Naast artikel 7 van de Nederlandse Grondwet zijn dat artikel 10 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden en artikel 19 van het Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten. Letterlijk staat in onze grondwet in artikel 7 alleen dat niemand voorafgaand verlof nodig heeft om door de drukpers gedachten of gevoelens te uiten behoudens ieders verantwoordelijkheid voor de wet. In de praktijk gaat dit grondrecht verder dan de drukpers en wordt niet alleen het uiten, maar ook het verspreiden en ontvangen beschermd. In het Internationale verdrag waar Nederland ook aan gebonden is staat over het recht op vrije meningsuiting: "dit recht omvat mede de vrijheid inlichtingen en denkbeelden van welke aard ook te garen, te ontvangen en door te geven". Ook de vrijheid van kunstbeoefening valt onder artikel 19. Het Europese Verdrag volgt min of meer deze brede opvatting. Kortom: het gaat om de vrijheid om zich te uiten in de ruimste zin des woords, uitingen te vergaren, te verspreiden én te ontvangen . Ik beperk me daarbij wel tot de openbare sfeer en de middelen die bedoeld zijn om in de openbaarheid te communiceren. Staatsgeheimen zijn wel relevant, privé-geheimen niet, tenzij ze een openbaar belang hebben (bij koningshuis-kwesties b.v.). Wat zich binnenshuis afspeelt laat ik er buiten (zo ik er ooit over hoor), tenzij er een openbaar belang in het geding is. Alleen in dat laatste geval komt het ook in de krant (de roddelpers daar gelaten).
Belemmeringen zijn op de eerste plaats juridische belemmeringen. Iemand wordt vervolgd voor een uiting, of er wordt tegen iemand een kort geding aangespannen in de privaatrechtelijke sfeer. Soms wordt iemand ontslagen vanwege het uiten van een mening of het verspreiden van informatie. De uitgave van een boek wordt verhinderd of passages moeten worden aangepast (strikt auteursrechtelijke kwesties en merkenrechtkwesties houd ik er buiten). Andere belemmeringen zijn acties en maatregelen die de uiting (of de verspreiding of ontvangst) praktisch onmogelijk maken. Affiches worden verwijderd, tentoonstellingen gekuist. Soms worden mensen bedreigd of wordt hen het werken onmogelijk gemaakt vanwege uitingen die anderen kennelijk niet bevallen. In het meest extreme gevalwordt iemand om zijn mening vermoord. In de twintig jaar dat ik het nieuws op dit onderwerp bijhoud is dat in Nederland volgens mij slechts één keer gebeurd.
Het is moeilijk om een heel strikte afbakening te maken. Er zijn vele uitingsvormen en vele media voor verspreiding. Het blijft een onderwerp in beweging. Want ook al gaat het om een oud en vertrouwd recht, ook al staat de uitingsvrijheid al meer dan een eeuw bovenaan op het politieke idealenlijstje, het blijft een punt van zorgen en conflicten. Hoe vanzelfsprekend mensen dit recht ook vinden als het om hun eigen mening gaat, het blijft kennelijk moeilijk om het in volle vrijheid anderen te gunnen wier mening je stuitend vindt of volkomen fout. En toch zit hier de kern van de moraal, ooit verwoord door Voltaire: "Ik verafschuw wat u zegt, maar ik zal uw recht om het te zeggen met mijn leven verdedigen".
P.S. In alle artikelen zijn bronverwijzingen via hyperlinks opgenomen. De plaatjes haal ik via Google Afbeeldingen van het internet. Enkele plaatjes van posters over het onderwerp vrijheid van meningsuiting komen uit de collectie van het IISG.
Feitelijke belemmeringen in de vrije informatiestroom hebben mij altijd geprikkeld. In hoeverre zijn ze terecht, in hoeverre worden grondrechten hierdoor aangetast? Het heeft ongetwijfeld te maken met het feit dat mijn politieke vorming plaats vond in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw in de context van de studentenbeweging. Vrijheid van meningsuiting en openbaarheid waren in die tijd belangrijke waarden, de grondslagen van de levende democratie die toen werd nagestreefd.
Mijn betrokkenheid bij het bibliotheekwezen, als docent aan een bibliotheekacademie, heeft later de belangstelling voor dit onderwerp verder gevoed. Bibliothecarissen hebben de "flee flow of information" hoog in het vaandel staan. Het is in feite hun bestaansreden, zou je kunnen zeggen. Vandaar dat je deze beroepsgroep altijd vooraan vindt als er voor grondrechten moet worden gestreden, zoals nu in de VS vanwege de antiterrorismewetten die politie en justitie vergaande bevoegdheden geven.
knipselarchief
Twintig jaar geleden heb ik mijn interesse in de toepassing van het grondrecht op vrije meningsuiting omgezet in een reguliere activiteit, noem het maar een hobby. Ik ben begonnen aan een knipselarchief over gevallen waarin sprake was van belemmering van het vrije verkeer van informatie. De aanleiding was het bezoek van Paus Johannes Paulus II aan Nederland in mei 1985. Dit bezoek werd omgeven met allerlei maatregelen die strijdig waren met de vrije meningsuiting. De demonstratievrijheid werd aan banden gelegd en sjaaltjes met de tekst "Popi Jopie" werden verboden. Mensen met opruiende affiches en tijdschriften werden vastgezet. Kennelijk was het ook in Nederland mogelijk grondrechten flexibel toe te passen.
Eerder in datzelfde jaar had Minister Brinkman geweigerd aan Hugo Brandt Corstius de P.C.Hooftprijs uit te reiken. Brandt Corstius schreef in de Volkskrant onder de naam Stoker pittige columns. Hij nam zoals het een columnist betaamt nogal eens politici op de hak. Brinkman vond echter dat hij daarin te ver ging (hij had "het kwetsen tot instrument gemaakt") en daarom meende hij, en met hem de Nederlandse regering, dat Brandt Corstius geen staatsprijs mocht ontvangen.
In mijn eigen omgeving maakte ik ook nog iets mee dat me aan het denken zette. In de schoolkrant van mijn bibliotheekacademie was een verhaal verschenen waarin enkele van mijn collega's onder andere namen, maar wel duidelijk herkenbaar figureerden. Het was geen leuk verhaal en de directeur nam, gewaarschuwd door de conciërge die het blad moest drukken, onmiddellijk maatregelen: dit verhaal mocht niet gepubliceerd worden. Daarna circuleerde het illegaal onder de studenten.
Naar aanleiding van deze gebeurtenissen ben ik begonnen gevallen van censuur en andere belemmeringen in het vrije verkeer van informatie te verzamelen. Ik knipte artikelen uit de krant en plakte die in een groot plakboek. Aanvankelijk was de hele wereld mijn werkterrein, maar dat heb ik na een paar maanden opgegeven. Dat werd te veel. Ik heb me toen beperkt tot Nederland. Alle daadwerkelijke belemmeringen en pogingen om de vrijheid van communicatie te belemmeren, geslaagd of niet, nam ik op. Ik had al gauw enkele plakboeken vol.
Experimenteren met opslagtechnieken
Het was de tijd van de introductie van de personal computer. Het tikken op de schrijfmachine werd vervangen door werken met Word Perfect. Ik probeerde een van de functies van Word Perfect uit voor het beschrijven van mijn censuurgevallen. Door de tekst in vaste alinea's op te bouwen kreeg je in één document een reeks doorzoekbare records. Raar maar waar. Zo kreeg ik mijn eerste geordende bestand door de plakboek-artikelen te beschrijven (titel, datum etc.).
Enkele jaren later kreeg ik van mijn vriendin mijn eerste database software: het programma Card Box. Wat ik kreeg was een aangepaste versie voor het bijhouden van medische literatuur en onderzoeksgegevens. Het draaide onder DOS. Ik heb het nog steeds, het is mijn enige programma dat niet onder Windows draait. Ik heb het format aangepast aan mijn doel: een database voor mijn knipsels. Ik voerde alle reeds verzamelde cases in en voegde daar om de zoveel tijd nieuwe records aan toe op basis van mijn knipsels uit het Utrechts Nieuwsblad en De Waarheid, soms ook uit De Volkskrant en Trouw. De records hadden verschillende velden: datum, titel van het krantenbericht, de actor (degene die iets belemmerde of wilde belemmeren), de actie (wat deed men, b.v. een kort geding aanspannen), de reden waarom dat werd gedaan, een nadere toelichting en tenslotte trefwoorden. Daarvoor maakte ik een eindige lijst op basis van wat ik tot dan toe had verzameld. In dit Cardbox bestand heb ik meer dan 600 cases opgeslagen uit de periode van 1985 tot en met 1999. Toen ontstond er een probleem omdat ik alle records op datum had met het jaartal vooraan.
Intussen was de techniek voortgeschreden en ik kreeg daar als docent dagelijks mee te maken op mijn school. Het internet kwam op gang. Websites maken werd een onderdeel van het curriculum. Ik vond dat ik dat ook eens moest proberen en in 1997 lanceerde ik trots mijn eerste website: Belemmeringen in het vrije verkeer van informatie. Op deze website (geheel met de hand gemaakt!) had ik na lang nadenken over de structuur een honderdtal gevallen gezet geordend naar motief om een bepaalde uiting te verbieden: godslastering, de moraal, het koningshuis, racisme etc. Verder maakte ik een pagina met links naar allerlei sites op dit gebied.
De website heb ik niet goed bijgehouden. Ik vond al snel dat het helemaal anders moest en dat gaat nu eenmaal niet zo makkelijk met een website. Na 1999 raakte het hele project in het slop omdat ik stopte met het Cardbox bestand. De website heb ik van het internet gehaald toen mijn mailbox verstopt raakte met spam, voor een belangrijk deel vanwege het adres dat op de website stond.
In de afgelopen jaren is mijn belangstelling voor het onderwerp vrije communicatie weer aangewakkerd door vele gebeurtenissen. Om allerlei redenen zijn wereldwijd en ook in Nederland grondrechten weer onder druk komen te staan. Daarbij ook de vrijheid om meningen te uiten, te verspreiden en te ontvangen. Ik kon het niet laten mijn oude gewoonte weer op te pakken. Inmiddels was de dagelijkse krant ook gedigitaliseerd, zodat het knippen en plakken nu ook een stuk makkelijker werd. Zodra ik een geval tegenkwam in de NRC, die ik tegenwoordig lees, haalde ik de tekst van het artikel van het internet en zette ik die in een apart Word-bestand. Nu doe ik een inhaalslag over de jaren 2000-2004 om de aansluiting met het oude bestand te kunnen maken.
De laatste ICT-ontwikkeling is blogging. En daar zijn we dan nu beland. Ik wil dit weblog gaan gebruiken om een kroniek te maken van belemmeringen in het vrije verkeer van informatie in Nederland. Ik zal als ik een geval tegenkom dit kort beschrijven en er eventueel commentaar aan toevoegen. Ik kan teruggrijpen op zaken uit het verleden en vergelijkingen maken. En ik nodig lezers uit ook gevallen te melden en hun mening te geven over de wijze waarop wij in Nederland het grondrecht van de vrije communicatie toepassen.
Selectiecriteria
Wat valt er nu onder dat brede begrip "belemmeringen in het vrije verkeer van informatie"? Juridisch gesproken zijn er drie grondrechten van belang. Naast artikel 7 van de Nederlandse Grondwet zijn dat artikel 10 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden en artikel 19 van het Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten. Letterlijk staat in onze grondwet in artikel 7 alleen dat niemand voorafgaand verlof nodig heeft om door de drukpers gedachten of gevoelens te uiten behoudens ieders verantwoordelijkheid voor de wet. In de praktijk gaat dit grondrecht verder dan de drukpers en wordt niet alleen het uiten, maar ook het verspreiden en ontvangen beschermd. In het Internationale verdrag waar Nederland ook aan gebonden is staat over het recht op vrije meningsuiting: "dit recht omvat mede de vrijheid inlichtingen en denkbeelden van welke aard ook te garen, te ontvangen en door te geven". Ook de vrijheid van kunstbeoefening valt onder artikel 19. Het Europese Verdrag volgt min of meer deze brede opvatting. Kortom: het gaat om de vrijheid om zich te uiten in de ruimste zin des woords, uitingen te vergaren, te verspreiden én te ontvangen . Ik beperk me daarbij wel tot de openbare sfeer en de middelen die bedoeld zijn om in de openbaarheid te communiceren. Staatsgeheimen zijn wel relevant, privé-geheimen niet, tenzij ze een openbaar belang hebben (bij koningshuis-kwesties b.v.). Wat zich binnenshuis afspeelt laat ik er buiten (zo ik er ooit over hoor), tenzij er een openbaar belang in het geding is. Alleen in dat laatste geval komt het ook in de krant (de roddelpers daar gelaten).
Belemmeringen zijn op de eerste plaats juridische belemmeringen. Iemand wordt vervolgd voor een uiting, of er wordt tegen iemand een kort geding aangespannen in de privaatrechtelijke sfeer. Soms wordt iemand ontslagen vanwege het uiten van een mening of het verspreiden van informatie. De uitgave van een boek wordt verhinderd of passages moeten worden aangepast (strikt auteursrechtelijke kwesties en merkenrechtkwesties houd ik er buiten). Andere belemmeringen zijn acties en maatregelen die de uiting (of de verspreiding of ontvangst) praktisch onmogelijk maken. Affiches worden verwijderd, tentoonstellingen gekuist. Soms worden mensen bedreigd of wordt hen het werken onmogelijk gemaakt vanwege uitingen die anderen kennelijk niet bevallen. In het meest extreme gevalwordt iemand om zijn mening vermoord. In de twintig jaar dat ik het nieuws op dit onderwerp bijhoud is dat in Nederland volgens mij slechts één keer gebeurd.
Het is moeilijk om een heel strikte afbakening te maken. Er zijn vele uitingsvormen en vele media voor verspreiding. Het blijft een onderwerp in beweging. Want ook al gaat het om een oud en vertrouwd recht, ook al staat de uitingsvrijheid al meer dan een eeuw bovenaan op het politieke idealenlijstje, het blijft een punt van zorgen en conflicten. Hoe vanzelfsprekend mensen dit recht ook vinden als het om hun eigen mening gaat, het blijft kennelijk moeilijk om het in volle vrijheid anderen te gunnen wier mening je stuitend vindt of volkomen fout. En toch zit hier de kern van de moraal, ooit verwoord door Voltaire: "Ik verafschuw wat u zegt, maar ik zal uw recht om het te zeggen met mijn leven verdedigen".
P.S. In alle artikelen zijn bronverwijzingen via hyperlinks opgenomen. De plaatjes haal ik via Google Afbeeldingen van het internet. Enkele plaatjes van posters over het onderwerp vrijheid van meningsuiting komen uit de collectie van het IISG.
Abonneren op:
Posts (Atom)