29 december 2024

Oorlog daar en vrijheid van meningsuiting hier


In Groningen vroegen de VVD, het CDA en de Stadspartij 100% voor Groningen aan burgemeester Mirjam van ’t Veld (CDA) of ze niet iets kon doen aan pro-Palestina posters op een voormalige jongeren synagoge, een gekraakt pand dat eigendom is van de Gemeente. De burgemeester zei bereid te zijn na te denken over een gesprek met de krakers om te vragen of ze de poster willen verwijderen. “Maar dan wel met in het achterhoofd de context dat ik het niet kan en ga verbieden. Het zou dan een persoonlijk verzoek zijn, met het oog op de historische context van het gebied. Dat wil ik even overwegen.” 

In Nijmegen wil het bestuur van de Radbouduniversiteit volgens jongeren van de JOVD de uitganspunten voor het organiseren van bijeenkomst op de campus beperken. Volgens het voorstel zouden er geen eenzijdige, partijpolitieke bijeenkomsten meer mogen plaatsvinden op de campus. Het bestuur lijkt hiermee terug te komen op een een eerder standpunt. Naar aanleiding van de protesten tegen de komst van een pro-Palestijnse spreker heeft het bestuur toen toegelicht waarom het vond dat die bijeenkomst kon doorgaan. “Academische debatten kunnen schuren en ongemak veroorzaken binnen de universiteit en in de samenleving; dat mag, en moet soms zelfs, want de academische vrijheid is een belangrijk beginsel voor individuele wetenschappers en voor de universiteit als kennisinstituut.” Uiteindelijk heeft het kabinet de bijeenkomst alsnog verhinderd door de spreker de toegang tot het land te ontzeggen. 

Twee van de vele voorbeelden uit het afgelopen jaar die laten zien dat de oorlog in Israël tegen de Palestijnen impact heeft op de vrijheid van meningsuiting, de demonstratievrijheid en het openbare debat. En dat zal buiten Nederland niet veel anders zijn. Hoe heftiger het conflict hoe meer mensen zich laten meeslepen door ongenuanceerde stellingen, zwart-wit vijanddenken en intolerantie ten opzichte van degenen die een andere mening verkondigen. Het resulteert in cancellen en dreigementen die -uitvergroot door de algoritmes van de sociale media- tot geweld kunnen leiden. Oorlog elders roept hier geweld op en doodt het vrije verkeer van informatie. En daarmee de basis voor open democratische en inclusieve verhoudingen. Op veel plaatsen loopt de democratie gevaar, zo lezen we dezer dagen in terugblikken op 2024. Helaas wordt bescherming van het vrije verkeer van informatie nog onvoldoende gezien als een noodzakelijk tegenwicht tegen deze ontwikkeling. 

[Foto: Liz Henry CC]

18 december 2024

Oorlogspropaganda voedt polarisatie


In het voetspoor van NAVO-admiraal Rob Bauer begeeft Mark Rutte zich nu ook op het pad van de oorlogspropaganda. De kersverse secretaris-generaal van het westerse bondgenootschap roept ons op om ons civiel en militair te wapenen tegen 'het gevaar dat op ons afkomt'. 'We moeten onder ogen zien dat wat in Oekraïne kan gebeuren, ons ook kan gebeuren,' sprak hij dreigend. Een nogal vergaande stellingname waar geen serieuze onderbouwing voor te vinden is. Maar een geluid dat we helaas de afgelopen jaren vaker horen in commentaren op de oorlog in Oekraïne. De Koude Oorlog revisited.

De Franse historicus en communicatiewetenschapper Etienne Augé noemt de toespraak van Rutte vandaag in de NRC een klassiek staaltje oorlogspropaganda. 'Dit soort mobiliserende toespraken gaan altijd over iets heel ernstigs dat kán gebeuren, maar misschien wel helemaal níét gebeurt. Ter mobilisatie van landen en burgers ‘voor het geval dat’ worden speciale technieken ingezet zoals het aanjagen van angst en het voortdurend schermen met "de goede zaak".' De krant vroeg Augé een aantal media-optredens van militairen en politici te analyseren. Hij zag daarin 'vier, in zijn ogen typische propaganda-elementen: het archetype van de onschuldige jonkvrouw die door boze machten wordt belaagd (en gered wordt door een ridder te paard), de onmenselijke tegenstander, de domino-theorie (na Oekraïne komt....) en de eeuwige strijd tussen goed en kwaad.' 

Een analyse met een belangrijke waarschuwing voor zowel de mediaconsument als de journalist.

30 november 2024

De geheimen van Shell


Onder de titel 'Een giftig pact' publiceert de NRC in samenwerking met enkele andere Europese media vandaag het resultaat van een onderzoek naar een oliewinningsproject in Kazachstan van Shell en zes andere oliemaatschappijen. Het project is om meerdere redenen giftig: het vervuilt de natuur, er is sprake van corruptie, de plaatselijke bevolking heeft te lijden onder luchtverontreiniging en de vissers wordt een belangrijke inkomstenbron ontnomen. Milieuactivisten worden bedreigd. Volgens een van hen, Max Bokaj, die vijf jaar vast heeft gezeten, leidt de olie-industrie enkel tot versterking van de positie van invloedrijke families. 

Wat in Kazachstan gebeurt is niet uniek. Shell en andere grote bedrijven laten vaker zien dat men geen boodschap heeft aan een schoon milieu, het terugdringen van CO2 uitstoot of de belangen van betrokken mensen, werknemers of omwonenden. De schade van onverantwoorde bedrijfsvoering is echter vaak moeilijk volledig in beeld te brengen omdat de bedrijven tegenover journalisten zelden volledige openheid van zaken geven. Zo ook in dit geval.

De onderzoeksjournalisten die de milieuvervuiling en de corruptie aan het licht brachten melden dat ze met betrokken medewerkers van oliebedrijven 'alleen op achtergrondbasis' mochten spreken, 'omdat ze geen toestemming hadden van hun werkgever om met journalisten te praten'. Ze hebben de bedrijven ook rechtstreeks benaderd met vragenlijsten. Shell gaat niet in op de vragen en verwijst naar NCOC, het bedrijf dat het project in Kazachstan uitvoert. NCOC zegt niet in te kunnen gaan op vragen over de milieuboetes en een arbitrage zaak die in het artikel aan de orde komen. Over de luchtkwaliteit in Damba, een van de plaatsen die geplaagd worden door vuile lucht, kan NCOC niets zeggen omdat Damba 'buiten de impactzone van het olieproject' valt. Andere Nederlandse bedrijven die bij het project betrokken zijn zoals verzekeringsmaatschappij Atradius DSB, baggerbedrijf Van Oord, en ingenieursbureau Witteveen en Bos ontwijken de meeste vragen over hun deelname. 

17 november 2024

Van der Plas wil internetplatform verbieden


Dat Wilders een gevaar vormt voor de vrijheid van de Nederlandse media wisten we al. Voor hem zijn vrijwel alle journalisten 'tuig van de richel'. Vorige maand riep hij zijn volgers op tot een strafactie tegen dagblad Trouw omdat de krant een kritische cartoon over het asielbeleid van zijn kabinet publiceerde. Zijn maatje Caroline van der Plas van de BBB blijkt niet voor hem onder te willen doen. Zij ziet het internetplatform Cestmocro, dat veel aandacht besteedt aan de genocide in Gaza, als een haatzaaiend platform dat “overloopt van antisemitisme”. Ze vraagt zich af of het niet gewoon verwijderd kan worden. Het is het zoveelste teken dat deze regeringscoalitie de vrijheid van informatie niet gunstig gezind is.

"Een heel account op zwart zetten is censuur," zegt een jurist Roeland de Bruin tegen de NOS. Het is niet alleen een onaanvaardbare beperking van de uitingsvrijheid. Het raakt de communicatie tussen burgers. Burgers moeten van elkaars meningen kennis kunnen nemen. "Het gaat dus eigenlijk om het proces van communiceren. En dat moet vrij en onbelemmerd kunnen gebeuren." Volgens De Bruin is het beter om per Instagrampost te bekijken of een bepaalde uiting onrechtmatig of strafbaar is. Emeritus hoogleraar algemene rechtswetenschap Jan Brouwer zei in Nieuwsuur dat het sluiten van het account Cestmocro een zeer verregaande maatregel zou zijn: ‘Dan zou je ook kranten zomaar kunnen verbieden.’

30 oktober 2024

Kabinet verbiedt lezing


Dit komt niet vaak voor. Het kabinet houdt de komst van Mohammed Khatib van de omstreden pro-Palestijnse organisatie Samidoun naar Nederland tegen. Hij zou in Nijmegen op de Radbouduniversiteit spreken, maar minister Faber (PVV) van Asiel heeft samen met haar collega Van Weel (VVD) van Justitie besloten dat hij niet welkom is. Nog voordat het OM, dat door Van Weel om advies was gevraagd, zich over de kwestie had uitgesproken. In de Tweede Kamer was eerder een motie aangenomen met het verzoek om Samidoun op de nationale sanctielijst voor terroristen te zetten. 

In antwoord op Kamervragen van de SGP schrijven minister Van Weel en de minister van Onderwijs en Wetenschappen Bruins (NSC) dat Khatib geweld tegen de staat Israël 'legitimeert, vergoelijkt en verheerlijkt, ook het geweld van organisaties die op de terrorismelijst van de Europese Unie staan. Hij spreekt ook actief zijn steun uit voor terroristische organisaties. Deze uitspraken kunnen een radicaliserend effect hebben.' Khatib heeft zijn lezing uiteindelijk via een videoverbinding alsnog gehouden.

Eerdere voorbeelden van rechtstreekse censuur door de regering zijn tamelijk zeldzaam. In 2022 heeft het vorige kabinet complotdenker en holocaustontkenner David Icke de toegang tot Nederland geweigerd. Op aandringen van CDA en VVD heeft de regering in 2015 een lijst aangelegd van 'haatpredikers' die in Nederland niet welkom zijn. Aanvankelijk werden 23 omstreden predikers uit Nederland geweerd. Acht van hen kon een visum worden geweigerd. Van vijftien anderen werd de uitnodiging na overleg met de betreffende organisatie alsnog ingetrokken. Tussen januari 2016 en maart 2017 zijn er zeker vijf nieuwe namen aan de lijst toegevoegd, meldde het AD later nog op basis van informatie van de NCTV. In 2019 werd een extreemrechtse Amerikaan die haat predikt tegen homo's de toegang tot Nederland geweigerd.  

19 oktober 2024

Bedreiging van het openbaar bestuur

Femke Halsema, de burgemeester van Amsterdam, heeft aangifte gedaan van doodsbedreiging na de demonstraties van 7 oktober tegen de oorlog in Israël. Er is inmiddels iemand aangehouden, een 59-jarige man, die niet in Amsterdam woont. Hij wordt verdacht van het bedreigen van de burgemeester via sociale media. Ook wordt hij verdacht van bedreiging met terroristisch oogmerk en opruiing. De bedreiging komt nadat Wilders op X over de demonstranten had geschreven: 'Het land uit met dat tuig en Halsema mag mee'. Halsema over haar aangifte: "Het politieke debat zakt echt door een morele ondergrens op het moment dat er niet meer een inhoudelijke discussie plaatsvindt, maar mensen persoonlijk geïntimideerd worden".

Halsema is niet de enige burgemeester die bedreigd wordt. Veel bestuurders en politici hebben de afgelopen jaaren te maken gehad met ernstige dreigementen. En soms gaat het ook verder dan woorden. Wie wil er nog burgemeester worden? vroeg Arjan Lubach onlangs naar aanleiding van berichten over het teruglopend aantal sollicitanten op burgemeestersposten. Bestuurders en politici haken af om hun gezinnen te beschermen

29 september 2024

Anoniem demonstreren: een principekwestie


De minister van Justitie David Van Weel is vast van plan om ‘binnen de grenzen van het demonstratierecht’ beperkingen op te leggen aan demonstranten. Hij kreeg onlangs steun van de Tweede Kamer die een motie van Eeerdmans (JA21) aannam voor een verbod op gezichtsbedekkende kleding bij demonstraties. Overbodige steun, want zo'n verbod kan al worden uitgevaardigd door de burgemeester volgens de Wet Openbare Manifestaties. Van Weel zal de burgemeesters er nog eens aan herinneren dat ze dat kunnen doen.

Daarmee is de anonimiteit in de uitingsvrijheid opnieuw een punt van debat geworden. Anoniem kunnen blijven hoort bij het grondrecht van de vrijheid van meningsuiting. Anders gezegd: een verplichting of verbod tast het vrijheidsprincipe aan. Maar dat principe is de laatste tijd sterk onder druk komen te staan door moeilijk aan te pakken anonieme overtredingen van de wet op groepsbelediging en haatzaaien in de sociale media. Anonimiteit van demonstranten maakt het voorts lastig gewelddadige relschoppers te vervolgen of de kosten van vernielingen op hen te verhalen. Een verbod op anonimiteit is echter een al te gemakkelijke oplossing die geheel voldoet aan het cliché: de goeden moeten onder de kwaden lijden. 

Naar aanleiding van de demonstraties dit voorjaar op de UvA tegen de banden met Israël schreef de Volkrant over de vrijheid van demonstranten 'om je te kleden zoals je wil'. Die vrijheid is  eigenlijk al sinds 2019 beperkt toen het 'boerkaverbod' inging. Sindsdien is het voor iedereen verboden gezichtsbedekkende kleding te dragen in het openbaar vervoer en in en rondom onderwijs- en zorginstellingen en overheidsgebouwen. ‘Daar valt de universiteitscampus uiteraard ook onder’, zegt hoogleraar rechtswetenschap Jan Brouwer van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Volgens  hoogleraar Staats- en bestuursrecht Wim Voermans geldt dat niet voor de openbare ruimte. Demonstranten zijn daar vrij in de keuze van hun kleding. Volgens advocaat Willem Jebbink, die vaak demonstranten juridisch bijstaat, is het wel degelijk toegestaan om met gezichtsbedekking te demonstreren. ‘Het is een grondrecht om je te kleden zoals je wil, dat vloeit voort uit het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer.’