De partij voor vrijheid en democratie heeft het wel vaker moeilijk om de waarden waar zij voor zegt te staan in de praktijk te brengen. Dat bleek onlangs ook weer in de Amsterdamse Gemeenteraad waar VVD-raadslid Marianne Poot met haar CDA collega Boomsma vragen stelde over een anti-Israël demonstratie. De raadsleden stoorden zich met name aan het afspelen van een lied van rapper Ismo over een terroristische aanslag in Tel Aviv. Ismo is eerder veroordeeld voor haatzaaien tegen joden en homo's. Niet zo'n gelukkige keuze dus van de de organisatoren van de demonstratie op de Dam op 4 november. Maar de vraag aan het college van B&W wat ze van de tekst vonden die daar ten gehore werd gebracht is natuurlijk aan de verkeerde partij gericht. Als zij menen dat Ismo met dit lied over de schreef gaat moeten zij een aanklacht indienen bij het OM.
De vragen van Poot en Boomsma gaan verder dan het reageren op een incident. Hun vervolgvragen: 'Is de burgemeester het met de indieners eens dat de vrijheid van demonstratie niet betekent dat er geen enkele grens te stellen is aan de frequentie van de aanwezigheid van één specifieke demonstratie op de Dam?' En dan ook nog: 'Is de burgemeester bereid te overwegen om het aantal demonstraties van éénzelfde organisatie hier te maximeren tot een beperkt aantal per jaar, en voor zover daar nog meer behoefte aan is daartoe dan een andere plek in de stad aan te wijzen?'
Kortom: is B&W bereid de anti-Israël demonstratie van de Dam te verwijderen?