28 juli 2005

Donner zet door


In de nadagen van de moord op Van Gogh, vorig jaar november, kwam de regering met nieuwe plannen om het terrorisme te bestrijden. Opmerkelijk daarbij was het voornemen om het goed praten of verheerlijken van terroristische aanslagen strafbaar te stellen. Het is lang geleden dat een regering een dergelijke inbreuk op de vrijheid van meningsuiting tot haar beleid heeft gemaakt. Inmiddels is de beoogde wetgeving klaar voor adviesaanvragen. In het ontwerp staat nu dat het goedpraten, bagatelliseren of ontkennen van ernstige misdrijven zoals terrorisme, oorlogsmisdaden of misdrijven die in de Tweede Wereldoorlog zijn begaan strafbaar wordt gesteld (NRC 28-7-2005). De maximumstraf is een jaar cel. Voor degene die het delict begaat in het kader van zijn beroepsuitoefening (de imam!) is de straf maximaal twee jaar met als bijkomende straf ontzetting uit het ambt.
Opvallend is de uitbreiding van de strafbare uitingen naar alle "internationale misdrijven" in heden en verleden. Het ontkennen van de holocaust (ook wel revisionisme genaamd) valt er nu ook onder. Nodig was dit niet want ook nu al is het mogelijk dit te bestraffen zoals blijkt uit gerechtelijke procedures tegen de Belgische uitgever Verbeke die in de jaren '90 meermalen veroordeeld werd op grond van art. 137c uit de strafwet (discriminatie). De Hoge Raad heeft uiteindelijke zelfs bepaald dat ook in een rechtzaak dergelijke uitlatingen strafbaar zijn.
De uitbreiding tot het 'revisionisme' in Donner's nieuwe wetsontwerp zal vooral ingegeven zijn om het plan acceptabeler te maken. Ik denk dat hij met hetzelfde doel ook nog een voorwaarde voor strafbaarstelling heeft opgenomen in zijn Memorie van Toelichting. De dader moet met zijn uitlating ernstige verstoring van de openbare orde beogen of dat redelijkerwijs kunnen vermoeden. Anders zou het hele idee in strijd zijn met de grondwet of met andere internationale verdragen waaraan Nederland gebonden is, schrijft de NRC.
Het NRC bericht staat boven een beschouwing over een ander, maar verwant onderwerp, naar aanleiding van het proces tegen de Hofstadgroep. De titel van deze beschouwing is: "Landelijk parket worstelt met het gevaar van het denken". Officier van Justitie Koos Plooy zegt daarin onder meer: "Misschien zijn bepaalde ontwikkelingen in het denken wel strafbaar".
Waar gaat dit heen in vredesnaam? Terug naar de 19e eeuw? Dit gaat verder dan Heine's Satyre: "du darfst zwar alles denken doch das Reden ist nicht frei".

Een van de eerste reacties op het plan van Donner kwam via de radio van de jurist Buruma. Hij meende dat dit wetsontwerp de vrijheid van meningsuiting te veel dreigt aan te tasten. In Trouw reageerden enkele columnisten bezorgd over deze mogelijke beperking van hun vrijheid.

Dat Donner zijn plannen tot beperking van de vrijheid van meninsguiting heeft gehandhaafd is buitengewoon verontrustend. Ze betekenen een rechtstreeks ingrijpen van de staat in het vrije verkeer van informatie. Ik kan me nauwelijks voorstellen dat een dergelijk plan wet kan worden gezien de bescherming die zowel de grondwet als de belangrijkste internationale mensenrechtenverdragen op dit gebied bieden.
Maar los daarvan is de gedachte achter dit wetsontwerp ook hoogst discutabel. Uiteindelijk gaat het om het voorkomen en bestrijden van terroristische daden. Hoe zou een verbod op woorden dergelijke daden kunnen voorkomen? Het verband tussen goedkeuring van een misdrijf door de een en het plegen ervan door de ander is trouwens ook vrijwel niet aan te tonen.
Vreemd is verder dat het wetsontwerp spreekt over goedpraten (of bagatelliseren). Als men dan toch bepaalde uitingen in het kader van de terrorismebestrijding wil aanpakken dan ligt het toch veel meer voor de hand om het oproepen tot of het aanzetten tot terrorisme strafbaar te stellen (op voorwaarde natuurlijk dat er een duidelijke omschrijving van dit soort daden bijgeleverd wordt). Maar de vraag is dan of daarvoor een apart wetsartikel wel nodig is. De wet tegen discriminatie voorziet al in strafbaarheid van belediging en aanzetten tot haat en geweld tegen groepen vanwege hun ras, religie of sexuele geaardheid. Artikel 137d uit het wetboek van strafrecht luidt:

"Hij die in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, aanzet tot haat tegen of discriminatie van mensen of gewelddadig optreden tegen persoon of goed van mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging, hun geslacht of hun hetero- of homoseksuele gerichtheid, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie."

Trouw is er gezien de vele onduidelijkheden en nadelige effecten van het wetsvoorstel voor om niet verder te gaan dan deze mogelijkheden die de wet nu al biedt. Vraag is of dat voor Donner voldoende is. Het gaat hem niet alleen om de bestrijding van het terrorisme. Het lijkt er op dat hij met zijn wetsvoorstel de staat ook een rol wil geven bij de bepaling van de grenzen van het publieke debat. Als dat klopt is het een reden te meer om een breed verzet tegen dit plan te mobiliseren.