05 juni 2008

Politie begrijpt niets van het recht op vrijheid van meningsuiting


In Zaandam zijn zaterdag j.l. achtttien dierenactivisten in de boeien geslagen die flyers uitdeelden bij een bontwinkel bericht Dagblad De Pers. De politie mag zo'n demonstratie op de openbare weg alleen opheffen op last van de burgemeester en dan nog uitsluitend vanwege dringende redenen die met de openbare orde of de volksgezondheid te maken hebben. Het argument dat de demonstranten 'vervelend, misschien wel intimiderend' waren, zoals een politiewoordvoerder verklaarde, is daarvoor in elk geval onvoldoende. De activisten klagen dat ze vaak worden opgepakt, en niet zo zachtzinnig ook, omdat de politie hen in de hoek van terroristen heeft gezet. Dat beeld wordt gevoed door de jaarlijkse rapportages van de AIVD die op grond van enkele terroristische acties de hele dierenrechtenbeweging verdacht lijkt te maken.
De onbesuisde actie van de politie in Zaandam lijkt op eerdere acties zoals tegen de demonstranten met de Wilders extremist borden (die niet vervolgd zijn omdat het OM een fout had gemaakt) en de acties van de Utrechtse politie op Bevrijdingsdag vorig jaar. De demonstranten in Utrecht zijn onlangs vrijgesproken. Tegen het politieoptreden loopt nog een rechtszaak. De terugkerende vraag is of de politie haar verantwoordelijkheid ten opzichte van het recht op vrijheid van meningsuiting wel goed begrijpt.
Een interessante case diende deze week voor de de Europese Kamer van de Amsterdamse rechtbank. Op 9 september 2006 demonstreerde een man met flyers tijdens het festival "Dag van van de 1000 culturen" in Amsterdam Zuid-Oost tegen het standbeeld van Anton de Kom. Waarom hij dat deed en wat hij in zijn flyers had geschreven meldt de rechtbank niet, maar dat doet er ook niet toe. Waar het om gaat is dat politieagenten na klachten van enkele festivalbezoekers de man hebben gemaand om zijn demonstratie te staken en toen hij dat niet deed werd hij gearresteerd. Zijn demonstratiemateriaal werd in beslag genomen en later vernietigd.
De rechtbank heeft met verwijzing naar artikel 10 van het EVRM deze actie van de politie nu onwettig verklaard. Eerstens is er in de wet over de bevoegdheden van de politie geen grond om de man te bevelen te stoppen met flyeren. Het feit dat mensen klagen over de inhoud van de pamfletten mag voor de agenten geen reden zijn om de demonstratie dan maar meteen te verbieden. Dat sommigen daarbij dreigende taal hebben gebruikt zou voor de agenten eerder een reden moeten zijn om de demonstrant te beschermen, zegt de rechtbank nu. "In het geval waarin mensen dreigen een persoon die provocerende uitlatingen doet aan te pakken, dient juist die persoon tegen die dreiging te worden beschermd. Het is dus niet het recht van verdachte vrij zijn mening te kunnen uiten dat moet worden beperkt met het kennelijke doel wanordelijkheden te voorkomen. Artikel 10 EVRM is bedoeld om ook de uiting te beschermen en niet alleen de persoon die een uiting doet. Het zou daarom eerder in de rede hebben gelegen de personen die dreigden verdachte aan te pakken, in het kader van het voorkomen van wanordelijkheden op hun gedrag aan te spreken." (Zie Rechtspraak.nl, LJ BD2966).

,