30 november 2010

Minister tegen Electronic Intifada


Minister Uri Rosenthal van Buitenlandse Zaken gaat met de ontwikkelingsorganisatie ICCO praten over de website Electronic Intifada. Dit is een portal met nieuws en commentaar over het Israëlisch-Palestijnse conflict vanuit het Palestijnse perspectief. GroenLinks kamerlid Arjen El Fassed is er ooit mee gestart en werkte tot dit voorjaar als vrijwilliger voor de Electronic Intifada. ICCO heeft de website financieel gesteund en Rosenthal vindt dat dit niet kan, want ICCO ontvangt geld van Buitenlandse Zaken. En met dat geld mag geen website gefinancierd worden die geluiden laat horen die afwijken van het regeringsstandpunt, zei hij vandaag voor de radio.
ICCO weerlegt de "misleidende informatie" van de pro-Israel lobby die voor Rosenthal aanleiding was om in te grijpen. En meldt ook nog dat de bijdrage aan de Electronic Intifada afkomstig is uit particuliere donaties.

Maar ook als het ICCO de Electronic Intifada wel met ontwikkelingsgeld zou steunen komt de minister met zijn interventie gevaarlijk dicht bij een onaanvaardbare aantasting van het vrije verkeer van informatie. Het is toch een vreemde gedachte dat organisaties die gemeenschapsgeld ontvangen alleen maar standpunten mogen helpen verspreiden die de goedkeuring van de regering kunnen wegdragen? In welke tijd leven we? Ik ben bang dat onze ministers als dat zo zou zijn dagelijks vele bezoekjes moeten gaan afleggen bij allerlei media voor 'pittige gesprekken' (Rosenthal). Als je zijn standpunt doortrekt is een publieke omroep die gesteund wordt door de overheid eigenlijk ook onmogelijk. Een standpunt waar de PVV zich wellicht in kan vinden, maar de huidige regering toch echt niet.
De principiële vraag is of de inzet van gemeenschapsgelden altijd rechtstreeks in het verlengde van het regeringsbeleid moet liggen. "Onze belastingcenten" komen van een nogal divers samengesteld publiek. Het past de regerende meerderheid (nou ja , nu dan even een minderheid met gedoogsteun) in een democratie ook rekening te houden met minderheidsstandpunten. Zeker als het om communicatie gaat. In een democratie hoort rechts ook de vrijheid voor linkse standpunten te garanderen en andersom. Sommigen wensen dit democratische beginsel liever te negeren. Zoals christelijke politici die geen godsdienstkritiek dulden, of geen bloot op de buis. En zoals de PVV, die moord en brand schreeuwt bij linkse geluiden. Maar de VVD, mijnheer Rosenthal, was uw voorman ooit niet voor een verregaande verruiming van de vrijheid van meningsuiting?


,

25 november 2010

Kritiek op achterkamertjesoverleg geheim gehouden


Het omstreden anti-piraterij verdrag ACTA is weer een stapje dichterbij gekomen. Het internationale verdrag gaat over het harmoniseren van een strafrechtelijke aanpak van namaak en piraterij. De EU treedt in de onderhandelingen op namens Nederland. In de afgelopen jaren is er veel kritiek geweest op de beslotenheid van het overleg over dit verdrag. Organisaties die opkomen voor digitale burgerrechten hebben geheime vergaderstukken gepubliceerd. Het Europese Parlement heeft deze zomer een verklaring aangenomen dat er meer openheid van zaken gegeven moet worden. Tot dusver is er nog steeds heel veel onduidelijk. De besluitvorming over dit verdrag komt daardoor onder druk te staan. Kunnen de richtlijnen en wetten die hier uiteindelijk uit voort komen de democratische toets doorstaan als er geen sprake is van openheid over het voorafgaande proces en volledige informatie van parlementariërs en burgers?

Bij alle geheimzinnigheid rond dit ACTA-verdrag en de kritiek die dit oproept is het des te vreemder dat de reacties op een internetconsultatie van de Nederlandse overheid over dit onderwerp niet allemaal worden vrijgegeven. Webwereld achterhaalde via een WOB-procecdure een aantal kritische reacties die (nog steeds) niet op de site staan, terwijl daar wel toestemming voor was gegeven. De reacties gaan over de geheimzinnigheid rond het ACTA-overleg en over de eenzijdige insteek van het verdrag.

Bij de niet gepubliceerde, merendeels kritische reacties is er ook een van de FOBID, de federatie van bibliotheekorganisaties in Nederland. De FOBID vindt dat een eenzijdig op de belangen van auteursrechthebbenden gericht verdrag een bedreiging vormt voor de bibliotheken. In andere reacties lezen we "kritiek op de gevreesde schending van burgerrechten, de aanval op privacy, het aanpakken van onschuldigen en het ontbreken van bescherming als je onschuldig wordt gedaagd. Bovendien vreest men dat de entertainmentindustrie met het verdrag een blanco volmacht krijgt en dat het ineffectief zal blijken tegen piraterij. Een burger is vooral boos omdat de overheid namens de burgers een mandaat heeft en dan diezelfde burger niet in bescherming neemt." En dat alles in het geniep!

,