06 september 2008

De staat ontkent en verzwijgt


De Joodse omroep heeft geweigerd een documentaire van Hedda van Gennep, de 'Staat van ontkenning' uit te zenden. De omroep wilde zich niet branden aan een kritische kijk op de Nederlandse deelname aan de oorlog in Irak. De film gaat verder nog over drie andere 'leugens' van de Nederlandse staat: over Wilhelmina's onbekendheid met de jodenvernietiging, over de politionele acties en over de massamoord in Srebrenica.
Bas Heijne schrijft vandaag in NRC Handelsblad dat het afwijzen van de film typisch is voor een minderhedenomroep die te maken heeft met grote interne politieke verschillen, in dit geval tussen hardnekkige neoconservatieve anti-islamieten en meer humanistisch ingestelde joden. Er is een voortdurende strijd om de macht en dan kun je maar beter op safe spelen, zegt Heijne.
Maar het is te hopen dat een omroep die wat meer speelruimte heeft de film alsnog gaat uitzenden. De 'Staat van ontkenning' is, als ik Heijne mag geloven een belangrijke film voor Nederland. Over de onwil en het onvermogen om misstappen en ontsporingen onder ogen te zien, om werkelijk zelfonderzoek te doen. "De film wil een afrekening zijn met het soort morele zelfgenoegzaamheid dat ons in staat stelt altijd vol te houden dat ons eigen geweten zuiver is, dat we altijd aan de goede kant hebben gestaan, dat het werkelijke kwaad zich buiten onszelf heeft voltrokken." En dat we er met een dubbelzinnig onderzoeksrapport en een kamerdebat zonder duidelijke conclusies vanaf kunnen komen.
Irak en Srebrenica zijn recente voorbeelden van dubieus optreden van de Nederlandse Staat, die iedereen moeiteloos kan aanvullen. De zaak-Spijkers, over de ondeugdelijke mijnen, die deze week ook weer in het nieuws was, kan er zo aan worden toegevoegd. In dit soort gevoelige kwesties wordt veel gelogen, verdraaid en vooral ook verzwegen om posities te beschermen en gezichtsverlies te voorkomen. Het is ongehoord dat een afkoopsom voor Spijkers gepaard moet gaan met een slot op zijn archieven voor vijftig jaar.
Kampioen verzwijgen is van nature de AIVD. Dat verwachten we ook van een geheime dienst. Maar het wordt wel iets anders als diezelfde geheime dienst samenwerkt met Justitie en het OM vervolgens cruciale informatie over die samenwerking weglaat uit processtukken. Officier van Justitie Plooij is om die reden aangeklaagd voor meineed en valsheid in geschrifte. Hij verzweeg in 2005 dat de familie van een verdachte samenwerkte met de AIVD om haar te traceren. Volgens Plooij diende zijn zwijgen de bescherming van de familie. Volgens de advocaat, die de informatie ontlastend noemt voor de verdachte, ging het er om de rol van de AIVD buiten de openbaarheid te houden. Het is vreemd dat naast Plooij niet ook de AIVD voor de rechtbank moet verschijnen. Deze dienst heeft volgens de wet de taak om inlichtingen te verzamelen en niet om mee te werken aan de opsporing. Dat hoort bij de taak van de politie. Maar in dit segment van de Nederlandse Staat is de veelgeroemde transparantie nog niet doorgedrongen. En het is onbegrijpelijk hoe vaak de politici die deze term maar al te graag in de mond nemen het af laten weten als bij politie, justitie, veiligheidsdiensten of defensie de doofpot (foto) weer wordt gehanteerd.

,