22 mei 2017

De rechtbank trekt een grens voor de vrijheid van meningsuiting

De Amsterdamse rechtbank heeft duidelijk een streep getrokken in de 22 zaken die het OM naar aanleiding van de aanklacht van Sylvana Simons over haar bedreigende en beledigende Facebook-berichten heeft aangespannen. Er is een grens aan de vrijheid van meningsuiting en die geldt ook op internet. De man, bijvoorbeeld, die over Simons schreef: ‘Zulke mensen moeten gewoon uit de weg geruimd worden’ heeft die grens duidelijk overschreden volgens de rechtbank.
De rechtbank vindt dit een ernstig feit. Door deze uitlating heeft verdachte aangezet tot het plegen van een moord of doodslag. Gelukkig is dit niet daadwerkelijk gebeurd, maar verdachte had iemand op het idee kunnen brengen. Voor aangeefster [slachtoffer] is het zeer beangstigend geweest dat een tekst als deze over haar geschreven wordt. Zij heeft in haar aangifte en op de terechtzitting aangegeven welke impact alle berichten op haar leven hebben gehad. Verdachte heeft hier met zijn uitlating een bijdrage aan geleverd.
En dus is de man met verwijzing naar de artikelen 22c, 22d en 131 van het Wetboek van Strafrecht veroordeeld voor ‘het in het openbaar bij geschrift opruien tot enig strafbaar feit’ en krijgt hij zestig uur werkstraf, overeenkomstig de eis van het OM.

15 mei 2017

De advertentieboycot van GeenStijl

Weblog GeenStijl stimuleerde de schandelijke, seksistische intimidatie van een Volkskrantjournaliste waarop meer dan honderd vrouwelijke journalisten opriepen tot een advertentieboycot van de website. De ministers Bussemaker en Schulz steunden de oproep. GroenLinks en D66 hebben de overheid opgeroepen advertenties terug te trekken. Het kabinet steunt een tijdelijke boycot echter alleen moreel. Een aantal bedrijven heeft inmiddels opdrachten voor advertenties op Geen Stijl ingetrokken.

De Nederlandse Vereniging van Journalisten toont begrip voor het protest tegen GeenStijl, maar steunt de oproep voor een boycot niet. De NVJ schrijft:
(Het) past een vereniging, die opkomt voor het vrije woord niet, om zo’n middel te initiëren of onderschrijven, omdat het potentieel monddood maken van media - óók de ons niet welgevallige media - niet strookt met de voortdurende strijd voor de vrijheid van meningsuiting. Vandaag treft het Geenstijl, morgen NRC, overmorgen Twitter of de publieke omroep. De NVJ moet dergelijk gedrag dus op andere wijze bestrijden en voor het ultieme oordeel erover verwijzen naar de rechter die zich, civielrechtelijk of strafrechtelijk kan uitspreken over de onrechtmatigheid en strafbaarheid van bepaalde uitingen.
De NVJ heeft onderzoek laten doen naar intimidatie van journalisten. Dat komt steeds vaker voor in Nederland. De vereniging dringt aan op het serieus nemen van aangifte van gevallen van initimidatie. Het OM zou er vaker een zaak van moeten maken. De weg naar de rechter is volgens mij ook een betere keuze dan een algemene advertentieboycot.

02 mei 2017

De pers als vijand

De Dag van de Persvrijheid, 3 mei, is elk jaar weer een moment om te rapporteren hoe het er voor staat met de vrijheid van de pers, van journalisten en media. Zowel de Press Freedom Index van Reporters Sans Frontières (RSF) als de Persvrijheidsmonitor van Freedom House en Free Press Unlimited rapporteren een achteruitgang in democratische landen. RSF spreekt over een erosie van de democratie.

De Persvrijheidsmonitor begint met de constatering dat er nooit zoveel ophef is geweest over de Verenigde Staten en de persvrijheid als in het afgelopen jaar sinds Trump aan de macht kwam. Het is dan ook wel heel bijzonder om te zien hoe de nieuwe president zich in strijd met de conventies van al zijn voorgangers vervreemdt van de media en de journalisten. Het rapport citeert Trump: “I have a running war with the media. They are among the most dishonest human beings on earth.” En hij is helaas niet de enige.

Ook in andere landen met een op papier democratisch systeem waar autoritaire leiders aan de macht zijn gekomen (Hongarije, Polen, Turkije) breken politici met de traditie om de pers zoveel mogelijk te vriend te houden. Ook al wordt er overal achter de schermen vaak genoeg de banvloek uitgesproken over kritische journalisten, in de meeste democratische landen is de omgang met de pers over het algemeen beleefd tot vriendschappelijk. Een spannende, maar uiteindelijk redelijke verhouding tussen pers en politiek hoort ook bij de democratie en is in het belang van de burgers. Politici die de pers als vijand beschouwen en journalisten als intermediair willen uitschakelen vormen een gevaar voor het broodnodige openheid in het systeem. De politiek leider als 'tribunist' die uitsluitend rechtstreeks aan 'het volk' meedeelt wat hij zelf kwijt wil degenereert al snel in de richting van een stelsel dat we in Europa liever niet zien terugkeren.