21 juni 2007

Europa maakt ontkenning genocide strafbaar


Het Europees Parlement is vandaag accoord gegaan met wetgeving ter bestrijding van het racisme. Het publiekelijk aanzetten tot geweld of haat tegen personen op grond van ras, huidskleur of godsdienst zal straks in alle lidstaten strafbaar zijn. In Nederland is dit al sinds de jaren '70 strafbaar, maar met name voor sommige Oost-Europese landen is dit nieuw. Wel nieuw voor Nederland is dat tegelijk met deze antiracisme-wetgeving ook het publiekelijk vergoeilijken, ontkennen of vergaand bagatelliseren van genocide strafbaar wordt, mits deze uitingen met racistische of xenofobische motieven gepaard gaan. Het ontkennen van de Holocaust is ook in Nederland al eerder bestraft, maar een breed verbod op ontkenning van genocide, zoals bepleit door de ChristenUnie, was er tot op heden niet. Europa geeft Nederland nu aanleiding om het initiatief van mevrouw Huizinga in wetgeving om te zetten.
Het verbod op het ontkennen van genocide is discutabel. Geschiedenis is geen zaak van absolute waarheden. En het is toch niet aan de rechter om geschiedenis te schrijven. Als er eenmaal iemand veroordeeld zou worden volgens deze wet kan geen historicus ooit meer met een andere interpretatie komen. De toevoeging in de Europese wetgeving dat er sprake moet zijn van racistische of xenofobische motieven roept de vraag op waarom nu juist interpretaties van de geschiedenis het onderwerp moeten zijn van een beperking van de uitingsvrijheid. Als het om racisme gaat moet het verbod rechtstreeks daarop gericht zijn, zou ik zeggen. Racisme is in strijd met een belangrijke Europese waarde, namelijk dat ieder gelijk behandeld wordt. Miskenning en uitsluiting van groepen op grond van etnische herkomst, huidskleur of geloof kan niet getolereerd worden. Sinds het VN-verdrag op de uitbanning van het racisme is dit de leidraad geweest voor de antiracisme-wetgeving. En met deze wetgeving kan racisme ook goed worden aangepakt zoals in Nederland meermalen is bewezen. Waarom moet een beoordeling van genocide als "bewijs" voor racisme daaraan worden toegevoegd?
De genocide-ontkenning is op de agenda gezet sinds er sprake is van een Turks lidmaatschap van de EU. Met name de Fransen hebben zich er hard voor gemaakt nadat ze in hun eigen parlement een verbod op genocide-ontkenning hadden aangenomen. Ik respecteer ieders recht om tegen het Turkse lidmaatschap te ageren, maar het negeren van de uitingsvrijheid is in dit kader wel bijzonder hypocriet. Voormalig Volkskrant-columnist Plasterk schreef hierover: "Als we de Turken pas tot de EU toelaten als ze toestaan dat er vrijelijk over dit onderwerp wordt gediscussiëerd, dan is het toch te gek dat wij het hier niet mogen." Ben benieuwd hoe hij zich bij de behandeling van het wetsontwerp van de ChristenUnie zal opstellen.

,

07 juni 2007

De angst bij de PvdA voor het vrije woord


Het zit de PvdA niet mee. Het rapport over de verkiezingscampagne van de Commissie Vreeman kreeg een smetje door het voortijdig afhaken van een van de leden van de onderzoekscommissie. Zij vond het niet juist dat de partijtop inspraak kreeg in de eindformulering. Het is mij niet duidelijk geworden of de partijtop echt iets onder de mat heeft geschoven maar de suggestie van een gebrek aan openheid bleef wel hangen. Deze week kwam een niet voor de publiciteit bedoeld e-mailtje van filmer en actief PvdA-lid Eddy Terstall naar buiten waarin stond dat Eddy een comité van ex-moslims, aangevoerd door een jong PvdA-raadslid, "begeleidt" om al te krasse uitspraken over de islam te voorkomen. Dat werkt alleen maar contra-productief, zegt Terstall. Daar heeft hij waarschijnlijk gelijk in. Het voorbeeld van Hirsi Ali ligt ons nog vers in het geheugen. Maar het is opnieuw een teken dat het, zoals August Hans den Boef en Dick Pels in NRC Handelsblad schrijven, beroerd gesteld is met de vrijheid van meningsuiting in de PvdA.
De voorzichtigheid van de PvdA is overigens wel te verklaren. In november verloor de partij 9 zetels onder andere door het afhaken van een deel van de Turkse achterban. Een Turkse kandidaat was kort voor de verkiezingen alsnog van de lijst verwijderd omdat hij het PvdA standpunt over de Armeense genocide niet deelde. Dat leverde beelden op van demonstrerende Turkse studenten met bepleisterde monden bij het PvdA-hoofdkwartier in Amsterdam en pijnlijke momenten voor Nebahat Albayrak, de nummer 2, die moeite had de juiste woorden voor haar standpunt te vinden. De PvdA, traditioneel arbeiderspartij, zal het nu voor een groot deel moeten hebben van allochtonen, als ze haar brede volkskarakter wil blijven handhaven.
De PvdA heeft dus reden om de allochtone kiezers niet voor het hoofd te stoten. Maar ze zullen het niet gaan winnen met kreupele standpunten, gedraai en het belemmeren van een vrije meningsuiting. Vijf jaar geleden heeft Fortuyn er voor gezorgd dat de autochtone laaggeschoolde kiezers zich afkeerden van de traditionele arbeiderspartij omdat hij volgens hen klip en klaar zei wat politici van de oude partijen niet uit hun strot konden krijgen. Of het waar was wat hij zei is een ander verhaal, maar Fortuyn's verdediging van de vrijheid van meningsuiting heeft hem veel aanhangers opgeleverd, met name onder de traditionele arbeidersklasse. De PvdA neemt een groot risico als ze denkt dat de allochtone kiezer wél te behouden is door manipulatie van het vrije woord.

,