24 juni 2014

De afluisterstaat

Het is deze week precies een jaar geleden dat Edward Snowden Hongkong ontvluchtte en asiel vroeg in Rusland. Zijn onthullingen over de grootschalige en onbeperkte spionage van de Amerikaanse inlichtingendienst NSA shockeerden de hele wereld. Dat de overheid een loopje nam met de privacy onder het mom van zorg voor de veiligheid was een al langer bestaand vermoeden. Maar het was allemaal nog veel erger dan iemand ooit had kunnen bedenken. Het gesnuffel van de NSA via telefoon, internet en e-mail bleek alle perken te buiten te gaan. De Amerikaanse overheid overtrad haar eigen wetten. En de bevriende naties deden er niet voor onder.

Glenn Greenwald, de journalist die door Snowden als een van de eersten in vertrouwen is genomen beschrijft in zijn boek De afluisterstaat hoe het allemaal gelopen is in het voorjaar van 2013. Hij laat aan de hand van vele door Snowden vrijgegeven documenten zien hoe omvangrijk de spionage was. De NSA was er met hulp van telefoon- en internetbedrijven op uit om werkelijk alle communicatie in de wereld te onderscheppen en te bewaren. De ambities kenden geen grenzen, het geld kennelijk ook niet. De privacy van burgers heeft in het optreden van de inlichtingendiensten geen enkele betekenis, hoezeer de verantwoordelijke politieke leiders ook trachtten dat beeld te corrigeren. Met hulp van regeringsgetrouwe media. Ook dat is de boodschap van Greenwald: de grote media zitten veel te vast verstrengeld in banden met politici om onafhankelijk te kunnen berichten over het optreden van de staat. En dat is buitengewoon zorgelijk voor een democratisch land.

07 juni 2014

Het verleden wegmoffelen

In de vijfde klas van de lagere school had ik een vriendinnetje. Op de dorpskermis poseerden we innig, arm in arm voor de fotograaf. De foto's konden na het feest afgehaald worden bij de plaatselijke sigarenboer die in zijn etalage een selectie had tentoongesteld. Daar ontdekte mijn vader onze foto. Altijd beducht voor wat anderen over hem en zijn gezin zouden kunnen zeggen, kocht hij de foto meteen en borg hem op in de linnenkast. Zonder mij iets te vertellen. Dat was eind jaren vijftig.

Helemaal vergelijkbaar is het niet, maar ik moest aan deze geschiedenis denken bij het bericht over een vonnis van het Europese Hof van Justitie dat verstrekkende gevolgen kan hebben voor het vrije verkeer van informatie. Het Hof van Justitie sommeerde internetgigant Google om verwijzingen naar twee krantenartikelen over de Spanjaard Mario Costeja González weg te moffelen. Wie zijn naam intikte in Google stuitte altijd op links naar twee artikelen in de Catalaanse krant Vanguardia uit 1998. Die beschreven de executieverkoop van zijn vastgoed, waarop beslag was gelegd om schulden terug te vorderen die González had bij de sociale dienst. González vond dat deze informatie zijn reputatie schaadde. De krant weigerde de artikelen weg te halen. Maar nu heeft het Europese Hof bepaald dat Google er niet meer naar mag verwijzen.