17 februari 2007

Verbeet weer in de fout


Kamervoorzitter Verbeet heeft opnieuw drempels opgeworpen voor discussie in de Tweede Kamer. Ze verbood Fritsma van de Partij voor de Vrijheid een motie in te dienen en toe te lichten die installatie van bewindslieden met een dubbele nationaliteit verbiedt. Het debat ging over de dubbele nationaliteit, maar strikt genomen was de installatie van de nieuwe regering natuurlijk niet aan de orde. Verbeet (op de foto in gesprek met PVV'ers) vond dat Fritsma ten onrechte de loyaliteit van collega-kamerleden in twijfel trok en meende dat hij hiermee over de grens ging van wat betamelijk is in het debat. NRC Handelsblad constateert in een commentaar dat Verbeet de PVV op deze manier maximale aandacht heeft gegeven, de provocatie waarop de partij uit was slaagde voortreffelijk.
Maar de krant vindt het terecht onacceptabel dat een kamervoorzitter op deze wijze het vrije debat smoort. "Ingrijpen om politieke redenen, zoals Verbeet deed, druist echter wezenlijk in tegen de functie die de Kamervoorzitter in het Nederlandse staatsbestel heeft. Die is bij uitstek: te streven naar neutraliteit. Verbeet rekent het ten onrechte tot haar taak sommige Kamerleden in bescherming te nemen tegen in haar ogen buitensporige aanvallen van andere Kamerleden."
Het is de tweede keer dat Verbeet zo ingrijpt in het politieke debat. Eerder kapittelde ze Wilders die in december vorig jaar Rutte een man met "slappe knieën" noemde. Als we dat even als een beginnersfout terzijde schuiven dan rijst de vraag inmiddels wel of Verbeet wel op haar taak berekend is.
,

08 februari 2007

Het regeeraccoord en het vrije verkeer van informatie


Het regeeraccoord van het christelijk-sociale kabinet Balkenende IV belooft niet veel goeds voor het vrije verkeer van informatie. De PvdA heeft zijn eis laten vallen om volledige openheid te geven over de besluitvorming rond de deelname van Nederland aan de oorlog in Irak. Een slag in het gezicht van de Tweede Kamer die onvoldoende informatie heeft gekregen om haar hoofdtaak, controle van de regering, uit te voeren.
Maar er zijn meer punten in het accoord die vragen oproepen. "Teneinde radicaliserende boodschappen en voorlichting over de middelen van terreur te bestrijden, wordt voorzien in de mogelijkheid om het doorgeven van boodschappen door ‘internet-providers’ te verbieden" lezen we in het hoofdstuk Veiligheid. Wat gaat dat betekenen? Wie bepaalt wat "radicaliserende boodschappen" zijn? Hoe kan men aan dit voornemen uitvoering geven zonder in conflict te komen met de grondwettelijke vrijheid van meningsuiting?
En dan de cultuurparagraaf. Kunst en cultuur dragen volgens CDA, PvdA en CU bij aan "sociale samenhang en een vitale economie". Een rijk cultureel leven is voorts "essentieel bij het creëren van trots en gemeenschapsgevoel in onze samenleving." Hebben deze partijen ooit gehoord van de vrijheid van de kunst? Wordt de kunstenaar straks de maat gemeten aan de hand van deze ideeën? De spruitjeslucht walmt ons tegemoet. En ook de omroepen en de audiovisuele industrie mogen de borst nat maken. "Er komt een media-educatie en expertisecentrum om kinderen en jongeren, hun ouders en scholen te ondersteunen in het leren omgaan met de veelheid van media-uitingen." Alsof er op dat gebied al niet genoeg initiatieven zijn. Is hier wel een rol voor de overheid weggelegd? Zijn ouders en opvoeders niet voor hun taak berekend?
Het worden spannende tijden. "Ik is uit, wij is in" schrijft Frank Vermeulen in NRC Handelsblad. Op zich heb ik niets tegen onderlinge solidariteit. Maar als 'wij' gelezen moet worden als 'de overheid' en als de staat vervolgens de individuele autonomie gaat verwaarlozen en de grondwettelijke vrijheden die daarop gebaseerd zijn onder het tapijt schuift dan hoop ik op een stevige oppositie.
,