31 maart 2015

De reclamecode deugt niet

Opnieuw heeft de Reclamecodecommissie (RCC) een klacht tegen de SP gegrond verklaard vanwege het negeren van de Nee/Ja sticker voor "ongeadresseerd reclamedrukwerk". Een inwoner van Rotterdam had bij de RCC geklaagd over een krant van de SP, getiteld de "Rooie Rotterdammer". De SP verspreidt dergelijk drukwerk huis-aan-huis en respecteert daarbij wel de Nee/Nee stickers, maar niet de Nee/Ja sticker waarmee de bewoner achter de brievenbus te kennen geeft geen reclamedrukwerk te willen ontvangen maar wel de huis-aan-huis-krant. Volgens de klager is de krant echter gewoon reclame voor een politieke partij en de RCC is het daarmee eens.

De SP vindt dat er een verschil gemaakt moet worden tussen handelsreclame en het verspreiden van politieke propaganda. Daarom negeert de partij al jaren dergelijke uitspraken van de RCC. De Commissie kan in het geval van terecht beoordeelde klachten over de verspreiding van denkbeelden alleen een advies geven. In bepaalde gevallen kan de uitspraak ook actief door de Commissie worden verspreid via een 'alert'. Dan komt de zaak onder de aandacht van de media, zoals vandaag. Kennelijk weegt ook dat bij de SP niet op tegen beperking van de mogelijkheden om het gedachtegoed van de partij te verspreiden en nieuwe leden te werven.


13 maart 2015

Voor vrijheid, democratie en geheimhouding

In het debat over het aftreden van de minister van Justitie Opstelten en zijn staatssecretaris Teeven wierp fractievoorzitter Zijlstra zich op als beschermheer van Teeven (liveblog nrc 17.39). Teeven is volgens hem alleen afgetreden omdat Opstelten aftrad. En de enige reden dat Opstelten aftrad was dat er nu toch een document gevonden is over de deal tussen het OM en drugscrimineel Cees H. waaruit blijkt dat de minister de Kamer vorig jaar verkeerd heeft geïnformeerd. De deal zelf, die in 2000 door Teeven als Officier van Justitie was gesloten, liet Zijlstra buiten beschouwing. Verder onderzoek naar de deal zou volgens hem alleen mogelijk zijn als daardoor de indertijd afgesproken geheimhouding niet geschonden zou hoeven worden.