29 januari 2019

Misbruik van het staatsgeheim

Strooide minister Stef Blok te makkelijk met het label staatsgeheim om lastige vragen te omzeilen? vraagt Trouw vandaag naar aanleiding van een Kamerdebat waarin het parlement opheldering wil over de levering door Nederland van 'non-letal' goederen aan Syrische rebellen. Blok beroept zich herhaaldelijk op het staatsgeheime karakter van het hulpprogramma, schrijft de krant, waardoor hij in het openbaar geen antwoorden kan geven. Dat zou mensenlevens op het spel zetten. Bovendien waren er inlichtingendiensten en bondgenoten betrokken bij de steun. Beiden zegt hij niet in de schijnwerpers te kunnen zetten. Daarmee bezorgt hij het parlement in zijn controlerende functie een probleem. Kern van de verhouding tussen regering en parlement in een democratie is dat de eerste zich verantwoordt tegenover de laatste. Zodat wij als burgers weten waar we aan toe zijn en ons standpunt kunnen bepalen als we onze stem weer eens mogen uitbrengen. 

Staatsgeheimen passen slecht in een democratie. Openheid is een voorwaarde voor democratische besluitvorming. Geheimhouding van staatszaken voor volksvertegenwoordigers is een hardnekkig restant van ouderwetse, autoritaire opvattingen over de verhouding tussen staat en burgers. Tot halverwege de vorige eeuw was het heel gewoon dat de staat bij voorkeur zo weinig mogelijk openbaarde. Alleen als het moest. Aandrang van volksvertegenwoordigers of journalisten kon zonder grote problemen worden gepareerd. Sinds de democratiseringsbeweging uit de jaren zestig en zeventig is openheid een vanzelfsprekende vereiste voor alle vormen van bestuur. De praktijk blijkt echter weerbarstig als we kijken naar de geschiedenis van de wetgeving over openbaarheid van bestuur. Of naar de afloop van tal van gevoelige politieke thema's, niet zelden gelieerd aan oorlogsvoering, waarbij de openheid moest komen van onderzoeksjournalisten die bewinsdslieden al dan niet met een beroep op staatsgeheimen in de problemen brachten (zie onder meer hier, hier en hier)

10 januari 2019

Ophef over Nashville-verklaring

Streng christelijke gelovigen hebben moeite met homoseksualiteit en transgenders. Dat is niet zo verbazingwekkend. Het gaat om conservatieve mensen die leven volgens door god gegeven onveranderlijke bijbelse normen. En die normen worden in hun gemeenschap streng bewaakt door dominees, ouderlingen en opvoeders. Het is een tamelijk naïeve gedachte dat men in deze kringen gemakkelijk 'met de tijd meegaat.' Veel meer voor de hand ligt het dat men zich tegen moderne ideeën die niet in het bijbelse gedachtegoed passen verzet. En hoe verder die moderne ideeen gaan, hoe harder dat verzet zal zijn.
De oorspronkelijk Amerikaanse Nashville-verklaring over seksualiteit, huwelijk en gezin is bedoeld om de gelovigen op het rechte pad te houden. De verklaring maakt duidelijk dat erin de opvatting van de ondertekenaars slechts twee soorten mensen zijn: mannen en vrouwen. Dat alleen een man en een vrouw een verbintenis kunnen aangaan. En dat seksuele relaties tussen twee personen van hetzelfde geslacht en verandering van geslacht uit den boze zijn. Dit alles omdat god de wereld zo geschapen heeft en de mens zich daaraan moet conformeren.

Wie dergelijke opvattingen binnen een van de talrijke streng orthodox christelijke kerkgenootschappen laat horen zal weinig tegenspraak krijgen. Maar nu is de Nashville-verklaring in de openbaarheid gekomen en onderdeel geworden van het maatschappelijk debat. De ophef in de media is niet gering. Tegen SGP-voorman Kees van der Staaij, die ook onder de verklaring staat, is aangifte gedaan en het OM heeft aangekondigd de mogelijke strafbaarheid ervan te onderzoeken. Het gaat dan vermoedelijk vooral om de passage waarin expliciet wordt gesteld dat gelovigen homoseksualiteit en transgenderisme niet mogen goedkeuren:

Artikel 10
WIJ BEVESTIGEN dat het zondig is om homoseksuele onreinheid of transgenderisme goed te keuren. Wie deze wel goedkeurt wijkt fundamenteel af van de standvastigheid die van christenen verwacht mag worden en van het getuigenis waartoe zij geroepen zijn
WIJ ONTKENNEN dat de goedkeuring van homoseksuele onreinheid of transgenderisme een moreel neutrale zaak is, waarover getrouwe christenen onderling van mening mogen verschillen.