23 januari 2006
Laat de grondrechten niet aan het CDA over
In Turkije is het proces tegen de schrijver Orhan Pamuk wegens belediging van de natie stopgezet. De rechters hebben een uitweg gevonden waardoor Turkije een lastige kwestie op weg naar het EU-lidmaatschap kwijt is. In Nederland wordt de kans dat Turken vanwege hun mening in aanraking komen met de rechter dezer dagen alleen maar groter. Dan bedoel ik nog niet de belachelijke "code" van de Gemeente Rotterdam die voorschrijft dat inwoners van deze Gemeente in het openbaar Nederlands moeten spreken. Minister Verdonk die zaterdag voor eigen VVD-publiek nog overwoog om ook op landelijk niveau zoiets in te voeren moest dit idee vandaag snel relativeren. Het is niet alleen onuitvoerbaar, maar ook in strijd met alle internationale bepalingen op het gebied van vrije meningsuiting, taalgebruik en bescherming van de eigen levenssfeer. Maar het blijft natuurlijk wel intimiderend voor buitenlanders, zo'n code die dan ook nog eens door een lid van de regering wordt toegejuicht. Het is er weer een in de reeks die allochtonen de boodschap geeft: houd je mond en pas je aan. In die zin is alleen al de discussie over dit dwaze idee een potentiële belemmering in de uitingsvrijheid.
Veel verder dan de Rotterdamse code gaat de nota met wetswijzigingsvoorstellen van het CDA onder de titel "Alles van waarde is weerbaar". De ideeën die het CDA daarin ontvouwt over grondrechten gaan ook nog een stuk verder dan wat Donner al heeft voorgesteld in het kader van de terrorismebestrijding. De motivatie is op zich heel nobel: de bescherming van de rechtsstaat. Het vertrekpunt is de klassieke vraag (in het verleden gesteld met verwijzing naar de communisten): moeten we de grondrechten blijven handhaven voor mensen of groepen die er op uit zijn deze zelfde rechten om zeep te helpen? Het CDA vreest op gezag van o.m. de AIVD dat de rechtsstaat gevaar loopt en uit zichzelf te zwak is tegen degenen die hem om ver willen werpen. De rechtsstaat moet daartegen beschermd worden en daarom mag de overheid grondrechten beperken. In de nota wordt een aantal bestaande middelen opgesomd (nog niet eens zo'n kort lijstje trouwens). Het CDA vindt dat niet genoeg. Terroristen en haatzaaiende imams moeten steviger aangepakt worden, niet alleen met gevangenisstraffen, maar ook met het ontnemen van hun grondrechten, kiesrecht, rijbewijs en baan.
Het gevaarlijke van deze voorstellen zit in het niet nader aangeven van wat we onder terrorisme dan wel haatzaaien moeten verstaan. Dat is precies zo als in Donners wetsvoorstel voor de strafbaarstelling van het vergoelijken van terrorisme (dat in deze nota ook nog maar weer eens op het verlanglijstje is gezet). Zo loopt men niet het risico dat te veel mensen (ook in de eigen achterban) gaan roepen dat het te ver gaat. Iedereen is tegen terrorisme (volgens zijn eigen criteria) en iedereen vindt dat de rechtsstaat beschermd moet worden. Zo is het makkelijk om kritiek te smoren. Maar de risico's voor vergaande aantasting van grondrechten zijn groot als de gronden voor het toepassen van deze maatregelen zo vaag zijn geformuleerd. Het stempel terrorisme of haatzaaien is snel gezet.
Gevaarlijk is naar mijn mening ook de gedachte dat de overheid de rechters strakker moet gaan binden bij uitspraken op dit gebied. Het CDA vindt dat op het punt van beledigen en haatzaaien de rechter nu te veel vrijheid heeft. Daarom wil men een wetswijziging bij de artikelen 137c en d van de Strafwet. Ook de werkingssfeer van het opruiingsartikel moet worden "verduidelijkt".
De rechterlijke macht heeft als het om grondrechten gaat de afgelopen periode laten zien dat men geen gehoor wil geven aan de waan van de dag. Uit deze hoek waait een aanmerkelijk liberaler wind dan uit de hoek van de rechtse regeringsmeerderheid. Goed dus dat er een scheiding is in machten. En goed dat het CDA het nog steeds niet alleen voor het zeggen heeft.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten