26 oktober 2007

Verboden te kijken


Minister Hirsch Ballin heeft met de ondertekening van een internationaal verdrag een opmerkelijke stap gezet in de strijd tegen de kinderpornografie: het kijken naar betaalde kinderpornosites wordt nu ook strafbaar. Wie zich bewust met zijn creditcard toegang verschaft tot kinderporno, waarvan het bezit al langer verboden is, zal in de toekomst dus ook vervolgd worden. De consument wordt medeplichtige in de misdaad die aan de basis van deze sites ligt: het seksueel misbruik van kinderen. En de hoop is dat via de consument de handel van de producent onmogelijk wordt gemaakt en dat daarmee het misbruik van kinderen kan worden voorkomen.
De creditkaart is een belangrijk middel om dit doel te bereiken. Want het gebruik van de creditkaart kan opzet bij het bekijken van kinderporno bewijzen. Maar buiten de betaalde sites is er meer kinderporno, en die is veel lastiger aan te pakken. De vraag is zelfs of de handelaren achter de betaalde sites geen andere weg zullen vinden om hun handel zonder gevolgen voor de afnemers te continueren. Uiteindelijk kan het kwaad natuurlijk het beste bij de bron worden aangepakt, maar de wettelijke middelen schieten daarvoor nog tekort, zegt internetadvocaat Alberdingk Thijm in NRCHandelsblad.
Los van de effectiviteit kan de vraag gesteld worden of hier sprake is van een aanvaardbare beperking van de informatievrijheid. Kun je kijken, kennis nemen van informatie, strafbaar stellen? In het geval van kinderporno kan dat volgens juristen en is straf niet strijdig met artikel 10 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens . Het doel van het verbod heiligt in dit geval de aantasting van de vrijheid. De schade die kinderen door seksueel misbruik oplopen weegt in dit geval zwaarder dan een beperking van de informatievrijheid. Degene die van deze misdaad getuige wil zijn is niet onschuldig, zou je kunnen zeggen, en moet aangesproken worden op zijn medeplichtigheid.
Een andere vraag is of virtuele, gefantaseerde beelden bij de strafbaarstelling van het kijken naar kinderporno even hard meetellen. Sinds 2003 kent Nederland ook een verbod op virtuele kinderporno, een omstreden uitbreiding van de strafbaarheid omdat hier geen sprake is van daadwerkelijk misbruik van kinderen. In de VS heeft zo'n verbod het om die reden dan ook niet gehaald. De menselijke fantasie, hoe gruwelijk en verdorven ook, zou niet strafbaar gesteld mogen worden, zei Femke Halsema naar aanleiding van de voorgenomen wetswijziging in Nederland. Maar aan die nuance had minister Donner geen boodschap. Zo kon het CDA vorig jaar ook een punt maken van pedofiele contacten op Second Life. Als nu het kijken naar producten van de fantasie, "hoe gruwelijk en verdorven ook", beboet gaat worden weet ik nog niet of de redenering dat het doel de middelen heiligt overeind blijft. Want waar gaat het nu om: de perverse fantasie van een volwassene of het kapotgemaakte leven van een kind?
Het kind heeft gewonnen, kopt NRC Handelsblad vandaag boven een artikel dat een overzicht geeft van de omslag in het denken over kinderporno. Ik zou graag willen dat het waar was.

,

2 opmerkingen:

Anoniem zei

hoi jos

wat bedoel je met de laatste zin, over dat het kind niet gewonnen zou hebben? (is het niet, dat het kind gewonnen heeft - want er is een goede belangrijke wet aangenomen op europees niveau *en* dat men in NL misschien weer te ver is gegaan door ook virtuele kinderporno te verbieden?)

ik ben het met je eens dat virtuele zaken niet beoordeeld moet worden als ware het de werkelijkheid. de vraag is echter of virtuele kinderporno louter en alleen op fantasie van de kijker berust, of dat er bij het maken van die computerprogramma's en de bijbehorende beelden toch gebruik gemaakt zal worden van bestaande beelden (met echte kinderen). er worden namelijk bijna geen computerspelletjes meer gemaakt waarbij de scenes niet eerst door echte acteurs worden voorgespeeld (gek, maar waar, en blijkbaar kan het uit, financieel). ik kan me voorstellen dat dat bij dit soort plaatjes ook gebeurt.

Jos van Dijk zei

In het artikel wordt de stelling ingenomen dat bij het beoordelen van kinderpornografie in de loop der jaren de invalshoek van het kind voorop is komen te staan. Dat kan wel zo zijn, maar deze wetgeving is toch gericht op de 'consument', aan het eind van het proces. En dat biedt hoogstens zeer indirect en waarschijnlijk helemaal geen bescherming voor het kind dat misbruikt kan worden bij de productie van kinderporno.
De mix van virtueel en reƫel is een probleem. Als er een kans is dat bij virtuele kinderporno ook kinderen misbruikt zijn moet ik mijn oordeel bijstellen.