23 december 2008

Een zwaktebod van Verhagen


Minister Verhagen heeft gedreigd de VN-conferentie over rassendiscriminatie te boycotten als de antisemitische toon in de ontwerp-teksten niet verdwijnt. De conferentie is een vervolg op een vergadering in Durban, enkele jaren geleden, waar de meeste westerse landen geen prettige herinneringen aan bewaren. Aanvallen op Israël domineerden de besprekingen en in de fringe meetings waren nogal wat antisemitische geluiden te horen. Israël heeft nu op voorhand al afgezegd voor de vervolgconferentie die in april in Genève moet worden gehouden.
In de westerse wereld is er over het algemeen maar weinig begrip voor het optreden van islamitische landen en hun medestanders uit Afrika en Azië in de Verenigde Naties. Israël is voor deze landen het grote kwaad in de wereld dat op alle gebieden moet worden bestreden. En de westerse steun aan dit land wordt over het algemeen ervaren als een vijandige daad tegenover de islamitische wereld. Daarbovenop komen nog de anti-islamitische uitingen in veel westerse landen sinds 9/11. Het is niet verwonderlijk dat er dan een behoefte ontstaat om het westen "terug te pakken" op het internationale politieke podium van de Verenigde Naties. En dat geldt des te meer als het gaat om mensenrechten waarover vanuit het westen altijd met het geheven vingertje is gesproken richting het oosten en zuiden.
Toen Fitna uitkwam bleven directe, agressieve reacties van islamitische zijde uit. Het is echter niet onmogelijk dat het westen de rekening voor het toelaten van deze beledigende film, en evenzovele andere incidenten, alsnog gepresenteerd krijgt in het verband van deze VN-conferentie. Een paar weken geleden stond in Trouw het verhaal van de filosoof Austin Dacey, die een zitting van de VN Mensenrechtenraad in Genève had bijgewoond. Daar stond godslastering op de agenda en wel nadrukkelijk in het perspectief van de heersende islamofobie. Vertegenwoordigers van islamitische landen waren er al eerder in geslaagd met steun van vele niet-gebonden landen om een meerderheid te krijgen voor een oproep "zich te onthouden van halsstarrig vasthouden aan vrije meningsuiting met absolute minachting voor religieuze gevoelens." En in deze geest ging het verder, ter voorbereiding van de anti-racisme conferentie in april.
Interessant is de waarneming van Dacey over de tactiek van de islamitische landen. Volgens hem zijn ze bereid om de term godslastering te laten vallen in ruil voor het verbod tot het aanzetten van haat en discriminatie. Daarmee verdwijnt de godsdienst als zodanig uit het beeld en gaat het meer om de bescherming van de slachtoffers van bepaalde haatdragende uitingen. In westerse landen zou men hier gevoeliger voor zijn. Maar, zegt Dacey, die de islamieten voor geen cent vertrouwt, anti-islamitische uitingen kunnen in de interpretatie van de islamitische landen ook wel opgevat worden als aanzetten tot haat. Het interessante is dat een dergelijke redenering in feite ook gehanteerd wordt door de Nederlandse regering die op voorstel van minister Hirsch Ballin nu wel afziet van het verbod op godslastering, maar die religieuze gevoelens toch wil blijven beschermen via het antidiscriminatie-artikel.
Daarmee zijn we weer thuis, bij onze minister van Buitenlandse Zaken die dreigt Genève te boycotten. Wat wil hij er mee bereiken, vraag je je af. Het ontwijken van een debat is een zwaktebod en is moeilijk te rijmen met de basisprincipes van de vrije communicatie. Juist met je tegenstanders behoor je het debat aan te gaan als democraat. Preken voor eigen parochie kan altijd nog.
,

Geen opmerkingen: