28 februari 2009

Twintig jaar geleden


Het is deze maand twintig jaar geleden dat in Nederland voor het eerst moslims de straat op gingen. Aanleiding was het boek Satanic Verses van Salman Rushdie. In het boek zijn delen van de Koran met figuren als Mohammed en de engel Gabriël herkenbaar verweven. De beschrijving van Allah en het losbandige leven van de figuur Mohammed waren aanleiding voor grote protestdemonstraties in India, Pakistan, Egypte en andere islamitische landen. Op 14 februari 1989 sprak de Iraanse geestelijk leider Khomeiny de 'fatwa' over Rushdie uit, feitelijk een ter dood veroordeling. Rushdie moest onderduiken en hield zich verborgen totdat in 1998 president Khatami de fatwa herriep.
In Den Haag demonstreerden op 4 maart 1989 vijfduizend moslims. Ze riepen: "Dood aan Rushdie."Boekhandels die Satanic Verses (toen nog niet vertaald) in de etalage hadden liggen werden bedreigd. De Bijenkorf stopte met de verkoop van het boek. Ironisch genoeg had de boekhandel voor de aanstaande boekenweek een publicatie op stapel staan over Verboden Boeken. Satanic Verses kon er nog net in worden vermeld. Dat boek werd natuurlijk goed verkocht. Een aantal schrijvers weigerde later in de Boekenweek bij de Bijenkorf te signeren.

In de Tweede Kamer was er niet alleen commotie over de bedreigende leuzen van de moslims, maar ook over een 'onderzoek' dat minister Korthals Altes van Justitie liet doen naar het mogelijk godslasterlijke karakter van het boek. De term 'onderzoek' viel helemaal verkeerd bij een aantal kamerleden. Daarmee suggereerde de minister toch dat er mogelijk sprake was van strafbaarheid. Alleen al die suggestie ging de kamerleden in het licht van alle commotie van islamitische zijde veel te ver. De minister corrigeerde snel en sprak daarna van een 'analyse'. De uitkomst van de 'analyse' was, geheel conform de wens van de SGP-fractie, dat Rushdie's boek geen smalende godslastering kon bevatten omdat de wetgever alleen belastering van de christelijke god strafbaar had willen stellen. Een discutabel standpunt omdat er bij het aannemen van de wet in 1932 uitdrukkelijk was gesteld dat het artikel 147 Wetboek van Strafrecht zou slaan op 'ieder Godsbegrip dat in ons volk leeft'. Toen bedoelde men natuurlijk de god van de verschillende christelijke confessies, maar als je het letterlijk neemt dan moet je concluderen dat, in elk geval in 1989, ook belastering van Allah strafbaar had moeten zijn. Dat was ook de conclusie van de katholieke bisschop Bomers die vond dat de wet dan maar veranderd moest worden. Ook een belediging van Mohammed zou volgens hem strafbaar gemaakt moeten worden.

Voor GroenLinks had de affaire Rushdie nog een vervelend staartje toen enkele jaren later Mohammed Rabbae als duo-lijsttrekker was gekozen voor de kamerverkiezingen van 1994. In NRC Handelsblad verklaarde hij dat hij moeite had gehad met Rushdie's boek en dat de islam voor hem persoonlijk erg belangrijk was. Deze uitspraken veroorzaken enige onrust in de partij, enige tientallen leden zeggen hun lidmaatschap op. Rabbae stuurde een brief met uit leg aan alle leden. Daarin schreef hij onder meer dat hij, toen in 1989 de spanningen in de moslimgemeenschap rond de publikatie van Rusdies boek hoog opliepen, hij, om een escalatie te voorkomen, de moslimgemeenschap gewezen had op de mogelijkheid naar de rechter te stappen. Hij deed dat toen als directeur van het Nederlands Centrum Buitenlanders. Als politicus zou hij dat advies niet geven, zei hij later in NRC/Handelsblad. "De Rushdie-affaire heeft in Nederland geleerd dat je sterker staat als je het debat aangaat dan dat je het boek verbiedt". Verder verklaarde hij dat zijn opmerking over zijn geloof "natuurlijk niet betekent dat ik één van mijn inspiratiebronnen, de Islam, boven het partijprogramma stel. Ik ben, net als alle andere kandidaten van GroenLinks, gebonden aan het partijprogramma en onderschrijf dat".

Geloof en politiek, het blijft een spannende combinatie. Inmiddels is er een meerderheid in de Tweede Kamer die het strafrechtelijk verbod op godslastering helemaal wil opheffen. De commotie onder moslims en andere gelovigen over het kwetsen van religieuze gevoelens is echter allerminst verstomd.

,

Geen opmerkingen: