18 augustus 2011

Eerste wapenfeit in Kunduz: censuur


De missie in Kunduz is nog maar nauwelijks begonnen of er is al weer een spreekverbod. Militairen moeten "altijd hun kaarten gedekt" houden, aldus minister van Defensie Hillen. Door te praten met journalisten zou informatie naar buiten kunnen komen waarvan de vijand zou kunnen profiteren. Die vijand zou in dit geval wel eens binnenslands kunnen zitten. Het is opvallend dat de minister contacten met de media verbood nadat de NOS het woord had gegeven aan militairen in Kunduz die steen en been klaagden over alles wat ze nog steeds missen om hun taak goed uit te voeren. Wat Hillen hen verbiedt te zeggen slaat dus op zijn eigen tekortkomingen.
Het ministerie van Defensie is vanouds het minst transparante deel van de overheid. Dat lijkt volkomen normaal en acceptabel gezien de bijzondere taak van Defensie en de risico's die daarbij in het geding zijn. Maar de geslotenheid heeft ook vaak betrekking op zaken die te maken hebben met verantwoording naar de politiek en de samenleving en waarbij de waarschuwing "Der Feind hört mit" nergens op slaat. Zoals de fraudekwestie dit voorjaar. En de lang slepende affaire Spijkers.
In het geval van de missie in Kunduz is de censuur van Hillen extra pikant. Het heet een politiemissie te zijn. En volgens GroenLinks is het zelfs nadrukkelijk géén militaire missie. Het zou gaan om het opleiden van politie-agenten. Waarom zouden dan hier dezelfde restricties gelden als bij een gevechtsmissie? Het lijkt me de hoogste tijd voor kamervragen van GroenLinks. Als Hillen zijn zin krijgt zal GroenLinks namelijk helemaal nooit te weten komen wat er daar in Afghanistan allemaal gebeurt en of het wel allemaal in overeenstemming is met de afspraken die begin dit jaar gemaakt zijn tussen premier Rutte en de aarzelende GroenLinks fractie. Als we de afspraken niet kunnen nakomen gaat de stekker er uit, zei de premier toen om de benodigde steun van de Kamer te krijgen. Als nu blijkt dat dit feitelijk niet goed is te controleren, welke conclusie trekken de fracties dan die zich zo moeizaam over de streep hebben laten halen? Nemen zij genoegen met door Defensie geclassificeerde, niet-openbare informatie over de missie? Of zoeken ze ook hun eigen bronnen op om Hillen's verhaal te verifiëren?
Bronnen genoeg tegenwoordig met alle sociale media. Defensie probeert de stroom nog wel in te dammen door gedragscodes voor bloggende militairen. Maar de vraag is of de trend te keren is. Vandaag citeert de NRC een oud-woordvoerder van Defensie: "Je ziet dat Hillen wat ouder is en moeite heeft zich in de jonge militairen te verplaatsen. Hij wordt aan alle kanten gepasseerd door zijn personeel dat sociale media gebruikt om te vertellen hoe het er daar aan toe gaat." En nu maar hopen dat onze vertegenwoordigers in de Tweede Kamer daar gebruik van weten te maken.
,

Geen opmerkingen: