09 juni 2013

Provincie speelt onder een hoedje met energiebedrijven

Bij het verlenen van een vergunning voor de bouw van de kolencentrale heeft de provincie Groningen zeer nauwe banden met de aanvragers RWE en NUON onderhouden, schrijft Brenno de Winter op Nu.nl.Bij de behandeling van zogenaamde 'zienswijzen' van burgers en milieuorganisaties mocht NUON na inzage een weerwoord formuleren dat de provincie integraal overnam, maar niet openbaar maakte voor de andere partijen. De verdere processtrategie werd afgesproken in een 'intern beraad' van provincie en de elektriciteitsbedrijven. WOB-verzoeken om de resultaten daarvan openbaar te krijgen werden door provincie en bedrijven eendrachtig tegengewerkt. Greenpeace heeft de provincie voor de bestuursrechter gedaagd wegens ongelijke behandeling. 

De case is interessant in het kader van de openbaarheid van bestuur. Het komt natuurlijk vaker voor dat overheden innig samenwerken met bedrijven. Hoe ver reikt de openbaarheid bij dergelijke projecten? Bedrijfsbelangen kunnen een hinderpaal zijn voor het verstrekken van informatie. Maar hoe kunnen burgers dan hun overheden volgen bij de bouw van kolencentrales, wegen, winkelcentra, etc.?

In de Wob (artikel 10 en 11) wordt gesproken over de bescherming van persoonsgegevens en van bedrijfs- of fabricagegegevens. Verder is er een uitzondering gemaakt voor verslagen van 'intern beraad' en de daarin weergegeven persoonlijke opvattingen van ambtenaren. Maar ik kan me niet voorstellen dat de wetgever bij dit 'interne beraad' ook externe bedrijven in gedachten heeft gehad die partij zijn in een besluitvormingsproces. Geheimhouding van dergelijk overleg lijkt dus niet gedekt door de de WOB. Het is in elk geval in strijd met de bedoeling van de wet, zoals hier omschreven door de VNG: "Burgers dienen toegang te hebben tot overheidsinformatie om het bestuur adequaat te kunnen controleren en eventuele misstanden aan de kaak te kunnen stellen."

Natuurlijk moet er altijd een afweging gemaakt worden bij de openbaarmaking van ambtelijke documenten. Het belang van openbaarheid kan in bepaalde gevallen onvoldoende opwegen tegen de schade die er door wordt veroorzaakt. Maar die afweging mag er niet toe leiden dat onderonsjes tussen overheid en bedrijven geheim blijven. En al helemaal niet als de kwestie waar het bedrijf belang bij heeft nog in het stadium van de politieke besluitvorming verkeert. Juist dan heeft de burger belang bij een zo groot mogelijke transparantie. Of, zoals het in deze toelichting op de archiefwet staat: De bepaling van onevenredige beoordeling of benadeling "mag er niet toe leiden dat overheidsorganen gegevens achterhouden omdat publicatie daarvan mogelijk een ongunstig licht zou werpen op het door hen gevoerde beleid." 
Als dit geldt voor de openbaarheid van archiefstukken, dan zou dat toch zeker ook moeten gelden voor informatie over lopend beleid waar burgers volgens goede democratische beginselen een belangrijke, zo niet de belangrijkste partij zijn. De kiezer moet tenslotte een oordeel kunnen geven over de kwaliteit van zijn bestuur. Helaas moeten we steeds vaker constateren dat bestuurders zich minder druk maken over openbaarheid dan over hun reputatie.

Hoog tijd voor de nieuwe Wob.




Geen opmerkingen: