30 augustus 2017

Ook ambtenaren kunnen gevoelig zijn voor complottheorieën

In 2014 schorste toenmalig minister van Justitie Opstelten Yasmina Haifi, een van zijn ambtenaren, die op dat moment gedetacheerd was bij de Nationale Coördinatoir Terrorismebestrijding. Aanleiding was deze tweet die Haifi schreef in reactie op allerlei nepnieuws dat in die dagen op internet de ronde deed: ‘ISIS heeft niets met Islam te maken… is vooropgezet plan van zionisten die bewust Islam willen zwart maken’. Er kwame meteen Kamervragen van de PVV nadat De Telegraaf dit bericht had opgepikt. En vice-premier Lodewijk Asscher reageerde geschokt over deze 'afgrijselijke tweet (die) getuigde van een bijna onmetelijke domheid'. Hij noemde haar uitspraak bovendien 'een klassieke vorm van antisemitisme.' Opstelten bezwoer dat Haifi nooit meer zou terugkeren in deze functie. Haifi verwijderde de tweet onmiddellijk, realiseerde de politieke gevoeligheid van de uitspraak gezien haar functie en nam afstand van ISIS die volgens haar in strijd met de islam handelde.

De Haagse rechtbank heeft nu bepaald dat het voorwaardelijk ontslag een te zware maatregel is geweest. Haifi heeft recht op een schadevergoeding. Haar uitlatingen vallen volgens de rechtbank onder de vrijheid van meningsuiting van ambtenaren.

De rechtbank volgt in dit vonnis de Adviescommissie Grondrechten en Functie-uitoefening Ambtenaren (AGFA) onder leiding van Job Cohen die in 2015 vond dat een schriftelijke berisping meer op zijn plaats was geweest. Minister Asscher had er kennelijk nog steeds moeite mee: 'Het verspreiden van complottheorieën door mensen die beter moeten weten draagt bij aan een onverdraagzame samenleving.'


De vraag is natuurlijk of je verspreiding van dat soort informatie moet tegengaan en -voor dit geval- of ambtenaren in het bijzonder zich er niet aan zouden mogen bezondigen.

Complottheorieën, speculaties over duistere krachten achter bepaalde bewegingen, zijn van alle tijden. De verspreiding van dergelijke speculatieve verhalen kan moeilijk worden verboden zonder aantasting van de vrijheid van meningsuiting. Het beste antwoord is het aantonen van het gebrek aan bewijs en de confrontatie met beter onderbouwde informatie. Complottheorieën zijn, hoe hinderlijk ook, deel van het publieke debat. Als het goed is houden debatdeelnemers elkaar aan de feiten. Wie van mening is dat iemand misleid is door valse informatie kan dat kenbaar maken, maar het kan nooit een reden zijn om iemand de mond te snoeren. In het publieke debat zijn alle deelnemers in principe gelijk en hoort de een de ander niet een standpunt te ontzeggen of een bepaald standpunt op te leggen.

Dit geldt ook voor ambtenaren die deelnemen aan het publieke debat. Als er geen directe binding is tussen het onderwerp van debat en het werk met bijbehorende veplichtingen van de ambtenaren heeft iedere ambtenaar het recht om zijn of haar hart te luchten. Voor conflicten op dit punt is er de AGFA. In het geval van Yasmina zou je kunnen zeggen dat zij zich als ambtenaar gedetacheerd bij de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding beter had kunnen inhouden over IS. Maar aangezien zij als personeelsfunctionaris geen inhoudelijke bemoeienis had met het onderwerp had dat hoogstens kunnen leiden tot een berisping, meent de AGFA. Zoals de rechtbank dat nu ook suggereert was de maatregel van Opstelten wat al te onbesuisd genomen in reactie op de ophef in de media en het politieke circuit.

De ophef over Haifi's tweet zou niet zo groot geweest zijn als zij in haar complotdenken andere actoren had aangewezen dan het zionisme. Hier raakte ze overgevoelige snaren. Het idee dat kritiek op het zionisme gelijk staat aan antisemitisme is onredelijk en op zichzelf een belemmering voor de vrijheid van meningsuiting in het publieke debat. Het zionisme is een politieke ideologie waarop de Joodse staat is gebaseerd. En het publieke debat zou ernstig beperkt worden als kritiek op een bepaalde ideologie of de inrichting en het optreden van een staat buiten de vrijheid van meningsuiting zou vallen. Overigens zijn niet alle Joden zionist. Kritiek op de Joodse staat kan niet zomaar gelijkgesteld worden aan discriminatie van een gehele bevolkingsgroep op basis van ras of geloof. Dat erkent ook het Nederlandse OM die de aangifte tegen Haifi wegens antisemitisme afwees. 'Na bestudering van de tekst van de tweet zelf, de samenhang van de tekst en de context waarin de tweet is geschreven blijkt dat er onvoldoende bewijs is om aan te nemen dat in dit geval met de term "zionisten" de gehele joodse bevolkingsgroep werd aangeduid.'

Yasmina Haifi zelf meent dat de heftige reacties waarmee zij is geconfronteerd naar aanleiding van haar tweet zelf discriminerend zijn. Ze heeft haar zaak voorgelegd aan het College voor de Rechten van de Mens. Daar heeft ze aan de hand van diverse voorbeelden betoogd dat racistische uitingen van witte ambtenaren milder zijn beoordeeld dan haar -zo heeft ze later met excuses toegegeven- wat ongelukkige tweet. 'Mijn kop moest eraf, ik ben finaal afgeslacht, terwijl andere ambtenaren die op sociale media controversiële uitlatingen deden, door het ministerie in bescherming zijn genomen.'

Cartoon van Benjamin Kikkert 

3 opmerkingen:

Likoed Nederland zei

Zionisme is het streven naar zelfbeschikking van het Joodse volk.
Als je daar tegen bent, heb je dus iets tegen zelfbeschikking van volkeren - of iets tegen Joden.

Jos van Dijk zei

Kritiek op een beweging die naar zelfbeschikking van een volk streeft staat niet gelijk aan negatieve uitlatingen over dat volk. Dat is een onzinnige redenering. Het gaat om ideologische en politieke kritiek en -daar gaat het in mijn artikel om- op dat gebied moeten mensen vrij zijn om zich te uiten. Als je jouw redenering volgt kun je geen enkele aanmerking meer maken over het zionisme zonder in het foute kamp te belanden. Is dat soms je bedoeling?

Likoed Nederland zei

Dus als u tegen de zelfbeschikking van Italianen bent, bent u dan niet tegen Italianen?