08 juli 2018

Over de persvrijheid in Nederland

Volgens Reporters Zonder Grenzen (RSF) kent Nederland in 2018 na Noorwegen en Zweden wereldwijd de meeste persvrijheid. Of ons land die positie komend jaar ook nog zal innemen mag worden betwijfeld. Het aantal aanvallen op een vrije en onafhankelijke pers groeit.

In de toelichting op het klassement wijst RSF op een rapport uit 2017 van de Nederlandse Vereniging voor Journalisten (NVJ) 'Een dreigend klimaat'. Het onderzoek van Marjolein Odekerken en oud-ombudsman Alex Brenninkmeijer, gebaseerd op enquetes onder ruim zeshonderd journalisten, laat zien dat meer dan 60% van de journalisten te maken krijgt met bedreigingen. In steeds meer gevallen is dit een reden geweest om een reportage af te breken.

De ernst van de bedreigingen is toegenomen. Journalisten ervaren zowel in Nederland als in het buitenland serieuze bedreigingen zoals bedreigingen van hogerhand. Sommige bedreigingen hebben een georganiseerd karakter. Bedreigingen hebben gevolgen voor de mentaliteit van journalisten (toenemende terughoudendheid en angst) en de manier waarop zij hun werk uitoefenen; ze mijden bepaalde wijken/ locaties en onderwerpen: zelfcensuur als bron van zelfbescherming.
Naast bedreigingen van journalisten noemt RSF de aanvallen van politieke partijen op de rol van de media en de nieuwe bevoegdheden van de geheime dienst die het journalisten moeilijker maken onbespied hun werk te doen.

Recentelijk zijn daar nog een paar kwesties bijgekomen die de veelgeprezen Nederlandse persvrijheid naar beneden dreigen te halen.

De afgelopen maand hebben criminelen tot tweemaal toe een aanslag gepleegd op het gebouw van een persmedium. Eerst werd de uitgeverij van Nieuwe Revu en Panorama beschoten door een lid van een motorclub die het kennelijk niet eens was met wat Panorama over zijn bende schreef. De week er na vond een aanslag plaats tegen de Telegraaf. Een bestelwagen reed midden in de nacht de glazen gevel van het redactiegebouw van de krant aan diggelen en vloog daarna in brand. Er zijn geen slachtoffers gevallen bij deze aanslagen. Maar de schrik zit er goed in. Zeker na bedreigingen die misdaadverslaggevers van verschillende kranten eerder hebben ontvangen. Paroolverslaggever Paul Vugts zit al sinds eind vorig jaar ondergedoken. De politie gaat nu verschillende mediagebouwen extra bewaken.

De overheid van een democratische rechtsstaat hoort de persvrijheid te garanderen en te beschermen. Helaas is het Openbaar Ministerie nu zelf in diskrediet gebracht door de onthullingen over het afluisteren van journalisten. In het onderzoek naar de 'vergismoord' op de broer van een kroongetuige in een reeks moordzaken is de bestaande OM-regeling over wat "gevoelige zaken" wordt genoemd genegeerd. De leiding van het OM in Amsterdam is niet van tevoren geïnformeerd. En daardoor is het College van Procureurs-Generaal in Den Haag ook niet om toestemming gevraagd. Het Rotterdamse OM heeft deze week toegegeven dat vorig jaar oktober en in februari dit jaar de telefoongegevens van een fotograaf en cameraman van MediaTV zonder toestemming zijn opgevraagd. Eerder negeerde Justitie in Den Bosch de regels bij het afluisteren van een journalist van het Brabants Dagblad in het onderzoek naar lekken uit de commissie voor de benoeming van een nieuwe burgemeester voor Den Bosch.
Afgelopen week heeft de Eerste Kamer de Wet op de Bronbescherming aangenomen. De regeling is 'een erkenning van de bijzondere positie die journalisten en publicisten hebben in onze samenleving en de vrije nieuwsgaring. In de praktijk komt het erop neer dat journalisten als getuige in een strafzaak geen vragen hoeven te beantwoorden over de identiteit van hun bron.' De wet legt eens te meer vast dat de politie zonder machtiging van de rechter-commissaris journalisten niet mag afluisteren of dwingen gegevens af te staan. Het gesjoemel met de al geldende regels laat zien dat het wettelijk vastleggen van bevoegdheden nog geen garantie is dat de overheid daar zelf ook altijd naar handelt.

Ten slotte dan nog het beleid van de publieke omroep. Teruglopende advertentieinkomsten dwingen tot bezuinigingen. Maar die bezuinigingen treffen blijkens de plannen van de NPO-top vooral informatieve programma's: Brandpunt, Tegenlicht en Andere Tijden. Dat betekent nog minder professionele journalistiek en meer shitprogramma's à la de commerciëlen. Het leidt misschien niet direct tot aantasting van de persvrijheid, maar indirect is het wel degelijk van belang. Een onbedreigd klimaat voor de pers is afhankelijk van ruime faciliteiten. Met krappe budgets worden alleen makkelijke producties gerealiseerd en zullen journalisten minder risico's nemen.  Onderzoeksjournalisten worden door de bezuinigingen middelen onthouden om zaken tot de bodem uit te pluizen. Burgers gaan informatie missen. De regering en de omroepbazen hebben slechts oog voor mogelijke besparingen. Ze negeren hun opdracht om met het publieke omroepbestel een vrije en onafhankelijke informatievoorziening op peil te houden die onmisbaar is in een democratie.

[foto: Thierry Ehrmann cc]

Geen opmerkingen: