11 augustus 2020

Disciplinair onderzoek tegen Rotterdamse agenten

 

Het Openbaar Ministerie heeft nagegaan of een strafrechtelijk onderzoek nodig was tegen agenten die zich in een Whatsapp groep 'racistisch' hadden uitgelaten. In conversaties van negen politieagenten zijn burgers met een migratieachtergrond onder meer aangeduid als „kankervolk, kutafrikanen en pauperallochtonen” op wie ze willen „schieten”. Het was een ractie op een filmpje waarin een mishandeling van een witte jongeman door gekleurde mannen te zien was. Politiemensen maakten in februari 2019 melding van de discriminerende uitlatingen in deze appgroep. De teamchef voerde „corrigerende gesprekken” en de appgroep werd opgeheven, aldus de politie. Na een artikel in de NRC en de nodige ophef in de Rotterdamse politiek is de zaak vorige maand voorgelegd aan het OM. Dat concludeert dat er geen grond is voor een strafzaak omdat de uitlatingen gedaan zijn in besloten kring. De Rotterdamse politie gaat nog wel een disciplinair onderzoek doen dat mogelijk tot sancties leidt. Martin Sitalsing, de landelijk verantwoordelijke politiechef voor bestrijding van het racisme pleit voor een 'snoeiharde aanpak' van dit soort uitlatingen. Hij ziet een landelijke trend en wil het niet bij incidenten laten. 

Burgemeester Ahmed Aboutaleb van Rotterdam zei dat voor agenten die dergelijke taal gebruiken geen plaats is in zijn eenheid. Ik weet niet of hij dat waar kan maken. Maar het taalgebruik in de gewraakte appgroep is zeker verontrustend. Niet alleen omdat het discriminerend is. Maar ook omdat agenten zich onder elkaar kennelijk niet kunnen inhouden als ze verontwaardigd zijn. Wie dan gaat schelden besmet zijn collega's met taal die agenten zich niet kunnen permitteren. Zo wordt het toch al vijandige klimaat tegen bepaalde bevolkingsgroepen nog meer verhit. Agenten zijn vertegenwoordigers van de overheid en moeten als zodanig volledig onpartijdig blijven ten opzichte van de burgers die zij geacht worden te dienen. Zij dienen zich verre te houden van uitlatingen die suggereren dat zij in hun functie daadwerkelijk tot discriminatie bereid zijn en die zo de drempel bij anderen verlagen. 

Disciplinaire maatregelen kunnen in dit geval dus wel passend zijn. Een 'corrigerend gesprek' met de teamchef is wel een erg zwakke reactie. Maar een strafzaak?

Bescherming van de uitingsvrijheid binnenshuis

Dat de agenten in de appgroep de grenzen van het fatsoen en van hun eigen beroepsethische maatstaven hebben overtreden wil ik graag onderschrijven. Maar ik ben blij dat het OM geen strafrechtelijk onderzoek is gestart. Whatsapp is geen openbaar medium, het is eerder te vergelijken met de telefoon dan met twitter of de televisie. Het gaat om gesprekken binnenshuis zou je kunnen zeggen. Je kunt niet alles wat zich in de privésfeer afspeelt op die grond buiten vervolging plaatsen. Maar in het geval van communicatieve uitingen hebben burgers in Nederland hoop ik binnenshuis nog steeds recht op bescherming van hun privacy. Het OM zou met een strafrechtelijk onderzoek naar laakbare, discriminerende uitingen van mensen binnenshuis de deur open zetten voor onafzienbare bergen strafklachten voortkomend uit onderlinge ruzies, haat en nijd. En daardoor wellicht onvoldoende aandacht kunnen besteden aan zaken waarbij sprake is van daadwerkelijke discriminatie. Ik zou -op z'n Rotterdams- de prioriteit in elk geval elders leggen, niet bij de woorden, maar bij de daden.

Geen opmerkingen: