09 november 2020

Het recht op leven komt voor de uitingsvrijheid


De moord op de Franse leraar Samuel Paty heeft ook in Nederland opnieuw een debat over vrijheid van meningsuiting en islamitisch fundamentalisme op gang gebracht. Bij de herdenking van deze moord op Nederlandse scholen, vorige week,  kwam het gevaar van het terrorisme ineens nog dichterbij toen een docent van het Emmauscollege in Rotterdam bedreigd werd vanwege een cartoon die in zijn klaslokaal hing. Hij is, gezien alle tumult die volgde op de sociale media, voor zijn eigen veiligheid ondergedoken.

In de Tweede Kamer is eensgezind en met afschuw gereageerd op het nieuws van de ondergedoken leraar, schrijft Het ParoolPvdA-voorman Lodewijk Asscher noemt het ‘verschrikkelijk en onacceptabel’. ‘Vrijheid is ononderhandelbaar. Hitsers moeten worden aangepakt. Voor islamistische extremisten die jongeren indoctrineren met haat is geen plaats’. Onderwijsminister Arie Slob twitterde: Verschrikkelijk dat een docent moet onderduiken na les over vrijheid van meningsuiting.

De bedreiging van de Rotterdamse leraar na de moord op zijn Franse collega is inderdaad een aanslag op de vrijheid van meningsuiting. Alle leraren die op enig moment in hun les over cartoons, vrijheid van meningsuiting en de islam komen te spreken zullen zich gedwongen voelen voorzichtig te zijn in de aanwezigheid van leerlingen die gevoelig zijn voor beledigende uitingen met betrekking tot hun geloof. Maar degenen die de Rotterdamse leraar in gevaar brengen bedreigen niet alleen de uitingsvrijheid maar op de allereerste plaats zijn persoonlijke veiligheid en vrijheid. De aanslagen op de journalisten van Charlie Hebdo en Samuel Paty zijn aanslagen op het leven van medemensen, schrijft Geert Corstens, de voormalige president van de Hoge Raad in een ingezonden brief in de NRC. 'Het gaat allereerst om het recht op leven dat is geschonden.' 

De focus die nu (opnieuw) gelegd wordt op een cartoon en op de belediging van religieuze figuren biedt naar mijn mening onvoldoende perspectief voor een adequaat antwoord op de bedreiging van de vrijheid in onze samenleving. Hoe terecht ik ook de aandacht voor de bescherming van de uitingsvrijheid vind, wat hier vooral bestreden moet worden heet moord en terreur.

Explosie van geweld

De NRC van 7 november zet twee verschillende reacties op de recente gebeurtenissen in Frankrijk en Nederland naast elkaar. Onder de titel 'Macron heeft gelijk' verdedigt de socioloog Ruud Koopmans de harde reactie van president Macron op islamitisch fundamentalisme na de moord op Paty. Hij schetst de ontwikkeling van het fundamentalisme in het Midden-Oosten die heeft geleid tot een 'explosie van geweld (...) De collatoral damage die wij in Europa van dat geweld meekrijgen, betreft maar een klein deel (...) In zijn meedogenloze onderdrukking van andersdenkenden en andersgelovigen, zijn gewelddadige expansiedrift en zijn absolute geloof in de eigen superioriteit, is het islamitisch fundamentalisme het fascisme van onze tijd.' Hier past geen appeasement met concessies, volgens Koopmans. 

Even los van de historische parallel die Koopmans trekt (zoiets is altijd discutabel) kan ik zijn steun voor Macron in zijn felheid wel begrijpen, maar niet wat betreft de richting die de Franse president voor zijn strijd heeft gekozen. De ontwikkeling van het islamitisch fundamentalisme zoals Koopmans die beschrijft is inderdaad bedreigend, vooral voor de bevolking van de landen waar de conservatieven aan de macht zijn, Maar hij vergeet de kern te benoemen van het probleem dat hier bestreden moet worden en waarbij appeasement inderdaad niet op z'n plaats is: het terrorisme.

Opponent Tom Zwart, hoogleraar crosscultureel recht, heeft wat dat betreft een betere insteek: bestrijd het terrorisme, niet de islam. Met, zoals hij schrijft, 'geharnast taalgebruik' speel je 'terroristische organisaties, die aansturen op een burgeroorlog tussen moslims en niet-moslims, in de kaart.' 

Met alle aandacht voor de religie als zodanig loop je volgens mij het risico dat nog niet gewelddadige jongeren zich laten verleiden door de propaganda van de terroristen. Het uitvergroten van de religieuze motivatie heeft een averechts effect. En dat is precies waar de terroristen op mikken. Met hun 'god is groot' proberen ze gelovigen te impliceren die part noch deel hebben aan hun misdaden. Het effect is meer polarisatie, meer strijd over religie en meer kans op 'overlopers' naar het terroristische kamp.

Gekwetste gevoelens

Zwart verzet zich met verwijzing naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens ook tegen het idee dat gelovigen moeten tolereren dat hun religieuze gevoelens worden gekwetst. Ik zou dat zo in z'n algemeenheid niet durven onderschrijven. Want wat is dan kwetsen? Ook het EHRM zal niet alle korte lontjes tegemoet willen komen. 

Ik vraag me af we die claim van belediging van de profeet eigenlijk wel zo letterlijk moeten nemen. Het wordt wel zo gebracht: de cartoons zijn beledigend voor de profeet en dús worden mijn religieuze gevoelens gekwetst. Maar wordt hier niet bedoeld: eigenlijk word ik zelf, mijn persoon, mijn identiteit, beledigd en word ik zo in mijn eer en reputatie aangetast? Als je Erdogan hoort lijkt het er wel op. Ik zou zeggen dat iedereen die zich op welke manier dan ook beledigd voelt naar de rechter kan stappen. Maar laat de profeet er dan buiten. En, wat het belangrijkste is, laat het beledigde gevoel niet ontsporen in het bedreigen met, het aanzetten tot of uitvoeren van een moord. Dit zou ook de eerste les moeten zijn van de leraren die aandacht willen besteden aan deze terroristische misdaden. 

[Foto: Jeanne Menjoulet CC, demonstratie in Parijs 18 oktober 2020]

1 opmerking:

Wendy zei

Goed bezig, mooi dat er tegengeluiden komen.