Vandaag, 3 mei, is het de internationale dag van de persvrijheid. Ik had er nooit van gehoord, eerlijk gezegd. Het Internationaal Instituut voor de Sociale Geschiedenis viert deze door de VN uitgeroepen dag sinds een paar jaar ook in Nederland. Op de website vind je een mooie collectie posters die met persvrijheid te maken hebben.
De NVJ, de Nederlandse vereniging voor Journalisten, wil een 'spoedgesprek' met de ministers Remkes en Donner over het geweld tegen journalisten (NRC 3-5-2005). Journalisten krijgen ook in Nederland steeds vaker te maken met geweld bij de uitoefening van hun beroep. Verploeg van de NVJ geeft als voorbeeld het geval van een televisiejournalist die op een schoolplein opnames aan het maken was en toen een blikje benzine over zich heen kreeg waarna er een aansteker bij gehouden werd. Veel journalisten worden ook bedreigd door de georganiseerde misdaad als ze daarover schrijven. Barend en Van Dorp zijn ooit bedreigd door de Hell's Angels omdat ze deze club een misdadige organisatie noemden. Een wat minder serieus geval betrof de TV recensent Hein Jansen van de Volkskrant in 1994. De acteur Carol van Herwijnen, over wie Jansen iets onaardigs zei, zag dat op TV, stapte op de fiets, reed naar de studio, en sloeg Jansen ter plekke in elkaar.
Moord op journalisten komt wereldwijd nog steeds vaak voor. In 1982 is een Nederlandse journalist, Koos Koster van de IKON televisie, vermoord in El Salvador, terwijl hij daar aan het werk was. Nu meldt de NRC dat De Filipijnen, Irak en Colombia het gevaarlijkst zijn voor journalisten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten