18 maart 2006

Privégeheimen en staatsgeheimen


In zijn proefschrift "Toegang tot het recht in perszaken" schrijft Dolf van Harinxma thoe Sloten dat de rechtspositie van "mediaslachtoffers" wel kan worden verbeterd. Dat gaat dan over bekende persoonlijkheden van wie de reputatie besmeurd is geraakt door de roddelpers. Als zij gaan procederen kost dat een hoop geld en vaak schieten ze er maar weinig mee op. De roddelpers zelf profiteert er meer van door een stijgende oplage. "Vrijheid van meningsuiting en waarheidsvinding zijn uiteraard een groot goed, maar daartegenover zou een stevige rechtspositie moeten staan voor het 'mediaslachtoffer', aldus jurist en voormalig advocaat Dolf van Harinxma thoe Slooten. Hij vindt de huidige rechtsbescherming onvoldoende. Een rectificatie komt nu vaak als mosterd na de maaltijd en wordt veel minder prominent gebracht dan het oorspronkelijke 'nieuws'. Het resultaat is dat de 'kwade geur' lang blijft hangen."
Er is natuurlijk ook een andere kant. Bekende persoonlijkheden zijn mensen die zich onderscheiden doordat ze er uitstekend in slagen in de media een positief verhaal over zichzelf te krijgen. De media zijn de basis voor hun roem. En dan komt helaas voor hen vanzelf ook de nieuwsgierigheid naar aspecten van het leven die de men liever niet in de publiciteit heeft. It 's all in the game. Niemand kan zijn eigen beeld volledig regisseren. Dat is een kenmerk van een land met een vrije pers. Vrijheid in de communicatie impliceert vrijheid om te roddelen. Ook hier zijn er grenzen en het is goed dat de rechter wordt gevraagd uitwassen te bestraffen. Maar ik hoop dat rechters ons blijven behoeden voor een samenleving waarin de media het verlengstuk zijn van VIP's die de journalistiek naar believen kunnen gebruiken om uitsluitend positieve beelden over hun "personalities" naar buiten te brengen.
Een apart geval is nog de reputatie van personen met een publieke functie. Het Koningshuis bijvoorbeeld. Een publieke functie in een democratie vereist een grote openheid. Mensen die namens mij optreden (en dat geldt voor alle politieke functies, maar ook voor het staatshoofd) moet ik kunnen volgen. En dat impliceert per definitie minder privacy. Uitsluitend door betrokkenen geregisseerde beelden (georganiseerde fotosessies tijdens de wintersport) zijn hiervoor echt niet voldoende. Hier mag de rechter wat mij betreft wel wat meer ruimte toelaten aan journalisten die mij als burger informeren over de handel en wandel van belangrijke persoonlijkheden. Een te gemakkelijke kwalificatie van niet-geregisseerd nieuws als aantasting van de privacy of staatsgeheim schaadt de vrije communicatie waarop een democratie is gebaseerd.
Over staatsgeheimen gesproken. Op dezelfde pagina waarop de NRC vandaag bericht over het proefschrift van Van Harinxma thoe Sloten staat ook een verhaal over de informatie die een paar weken geleden is gevonden op de USB-stick van een militair. Dat gaat over Afghanistan en de betrokkenheid van Nederlandse militairen bij de aanpak van de oppositie door de amerikaanse militairen. Deze aanpak is hoogst omstreden en in strijd met het internationale recht. In de Tweede Kamer moet de Minister van Defensie Kamp erg zijn best doen om te overtuigen met zijn geruststelling dat Nederlanders zich daar niet schuldig aan maken. Dat doen ze wel dus, blijkt uit deze informatie. "Op dringend verzoek is een aantal gegevens niet geopenbaard" schrijft de NRC. Onze bondgenoten mogen niet in diskrediet worden gebracht. En de NRC wil natuurlijk ook de verhoudingen met defensie niet al te zeer onder druk zetten, anders krijgen ze ook geen informatie meer. Maar het is goed dat hier, net als bij de roddelpers, de grenzen worden opgezocht om de burgers te kunnen informeren over datgene wat we uit de mond van de Minister zelf nu eenmaal nooit zullen vernemen. Opdat we hem er op kunnen afrekenen. Zo werkt dat in een democratie. It's all in the game.


Geen opmerkingen: