21 september 2014

Democratie volgens Schuyt

In de Groene Amsterdammer van deze week staat een mooi artikel waarin Marcel ten Hooven de opvattingen beschrijft van de socioloog Kees Schuyt over "democratie, vrijheid en individuele moed".

"Tot de kern teruggebracht" is het democratisch bestel volgens Schuyt "een procedure tot vreedzame conflictbeslechting." Een levendige democratie maakt van vijanden tegenstanders met wie een vergelijk mogelijk is terwijl voorkomen wordt dat tegenstanders vijanden worden. Maar dat vraagt nogal wat van de burgers. Mensen moeten in staat zijn elkaar niet louter vanuit hun eigen waardenstelsel de maat te nemen. Democratie is volgens Schuyt geen systeem van gedeelde, uniforme waarden. "Alleen in de droom van utopisten en dictators bestaat er één volk met één waardenpatroon." De democratische rechtsstaat is niet gebaseerd op één bepaalde opvatting over wat goed of slecht is maar op procedures die kunnen leiden tot een goed leven voor iedereen. De waarde van de democratie is juist gelegen in de manier waarop wordt omgegaan met verschillen. Je moet dus kunnen oordelen "op metaniveau", vanuit het besef dat er  verschillende godsdienstige opvattingen, levensvisies en morele stelsels naast elkaar bestaan. Je moet verder ook in staat zijn de dingen in de juiste proporties te zien en te onderscheiden wat er werkelijk toe doet en wat in feite niet meer is dan een persoonlijke ergernis. En je moet in staat zijn anderen respectvol te behandelen en fatsoenlijk te debatteren.

Is democratie dan nog wel mogelijk in deze tijd van ongeremde ego's en puur individuele hartstocht, uitgelokt en opgezweept door op het gevoel spelende media?


Schuyt maakt zich zorgen over de hedendaagse volksvertegenwoordigers die redelijkheid, tolerantie, geloof in de kracht van argumenten en feiten, zelfbeheersing en geestigheid missen. Ze zijn gekozen om namens ons gewetensvol een afweging te maken en hun beslissingen vervolgens aan de kiezers te verantwoorden. Maar je ziet steeds vaker "dat politici vinden dat mensen maar naar hen moeten luisteren in plaats van andersom". Met een onbegrijpelijk, verdoezelend taalgebruik, pr-taal die niets anders beoogt dan het in stand houden van de reputatie, en soms ook overdrijvingen, hard en onwerkelijk als schreeuwende reclame, met eenzijdige stereotypen die discriminatie moeten rechtvaardigen. Tot zover Schuyt.

Het is geen wonder dat mensen genoeg krijgen van politici die hen zouden moeten representeren, maar die daarvoor essentiële kwaliteiten blijken te missen en zich in hun communicatie naar de kiezers bovendien weinig open en meelevend opstellen. Het gevolg is dat de boze burger zich op overeenkomstige wijze gaat manifesteren: hard, schreeuwerig, eenzijdig, emotioneel en "met gestrekt been" de discussie aangaan. Discussies waarin tegenstanders elkaar tot vijanden maken. Dan is er geen sprake meer van meningsvorming en blijft ieder verkrampt in zijn eigen gelijk. Het stoot bovendien anderen af van deelname aan het debat. Behalve degenen die er plezier in hebben het vuurtje op te stoken. Maar dan is de meerderheid al afgehaakt.

Een andere zorgelijke ontwikkeling vind ik de vervanging van het debat als meningsuitwisseling en als confrontatie van politieke tegenstanders door een simpele 'poll' waarin iedereen zegt wat hij of zij denkt. Het model gebaseerd op de 'likes' van Facebook. Zonder de uitdaging iets toe te lichten en zonder het weerwoord af te wachten van andersdenkenden, laat staan daarop dan weer te reageren. Het is de dood in de pot voor een democratie waarin het juist gaat over de weg naar een oplossing ondanks de verschillende vertrekpunten. De democratie die beperkt blijft tot het uiten van een mening en het vervolgens optellen van de stemmen is niet alleen arm, maar ook gevaarlijk. Minderheden kunnen het slachtoffer worden van onnadenkende meerderheden. Democratie is ook rekening houden met minderheden.

Het herstel van de democratie in de geest van Schuyt verdient meer urgentie op de hedendaagse politieke agenda. Voordat het te laat is.




Geen opmerkingen: