16 september 2019

Klimaatcrimineel aangeklaagd

Mijn collega's van de redactie van Sargasso hebben een prijsvraag georganiseerd. Lezers kunnen 'klimaatontkenners' nomineren voor de 'Gouden Hockeystick Award'. Die zal worden toegekend aan de persoon of de organisatie die met een beroep op gezag of autoriteit actief desinformatie verspreidt over de oorzaken en gevolgen van de klimaatverandering (de volledige omschrijving van de criteria vind je hier). Zo iemand krijgt dan het predicaat 'klimaatcrimineel' vanuit de gedachte dat het publiek wordt misleid en de verwachting dat op deze manier schade wordt berokkend aan de totstandkoming van een hoogst urgent klimaatbeleid. Concreet aanwijsbare schade speelt geen rol bij de toekenning van de award. De verspreiding is de schade, lijkt het wel.

Met alle begrip voor de irritatie die de hardnekkige ontkenning van de feiten inzake klimaatverandering oproept ben ik om een aantal redenen toch niet erg gelukkig met deze actie. En ik betwijfel bovendien of je langs deze weg de invloed van de 'klimaatcriminelen' kunt verminderen.


Je kunt iemand crimineel noemen, ook in de niet-juridische betekenis, met verwijzing naar gedrag waarmee schade berokkend wordt. Het gedrag dat hier gecriminaliseerd wordt is verspreiding van informatie. Hoe onwaar of onzinnig ook, de verspreiding van de boodschap valt pas moreel te veroordelen of mogelijk zelfs strafrechtelijk te vervolgen, als er willens en wetens schade door wordt aangericht. Iemand die een bewezen schadelijk medicijn of een onbewezen behandeling propageert kun je als kwakzalver aanklagen. De 'klimaatcrimineel' kun je verwijten onwaarheden te verspreiden, maar de schade daarvan is aanzienlijk moeilijker aan te tonen. Nog afgezien van het feit dat de meeste mensen de poging tot misleiding wel doorzien kan het directe effect op het beleid niet worden bewezen. Je kunt beter proberen mogelijke schade te voorkomen door die onwaarheden te bestrijden.

Persvrijheid


De verspreiding als zodanig criminaliseren houdt verder een risico in dat je alle verspreiders in diskrediet brengt, inclusief de media die bij de verspreiding een rol spelen. Het medium dat al te gretig onzin op dit gebied publiceert kan ook in de prijzen vallen. Het zal niet eenvoudig blijken te zijn de grens te trekken tussen het bewust campagne voeren voor de verspreiding van onbewezen wetenschappelijke inzichten en het verwoorden van wat bepaalde mensen zeggen. Het gaat hier om een belangrijk thema in het publieke debat. Standpunten verschillen, er is gelukkig nog een zekere pluriformiteit in de pers, en discussies worden nu eenmal niet altijd met zuivere argumenten uitgevochten. Het enige wat er op zit is wél zuivere argumenten en bewezen wetenschappelijke inzichten voortdurend te herhalen en te verspreiden als tegenwicht tegen valse voorstellingen van zaken. Elke suggestie dat verspreiding als zodanig niet door de beugel kan raakt aan de vrijheid van de media om te verspreiden wat van belang wordt geacht. Voor een zuiver debat over de klimaatverandering moet je dus de dubieuze boodschappen zelf bestrijden en niet de boodschapper of het verspreiden van de boodschap.

Met alle aandacht voor irritante boodschappers wordt bovendien het zicht ontnomen aan de  belangen  achter de strijd om het klimaat. Waarom alle aandacht geven aan een verdwaasde wetenschapper als we weten dat de grafiekjes waar hij mee komt geproduceerd worden door quasi-wetenschappelijke instituten die door de olie-industrie worden gefinancierd?

Personalisering van het publieke debat

Ik heb nog ander bezwaar tegen het op de voorgrond zetten van de persoon van de verspreider en dat heeft te maken met de kwaliteit van het publieke debat. Deelnemers aan dat debat, burgers evengoed als politici, worden in toenemende mate beoordeeld op hun persoonlijke kwaliteiten ten koste van aandacht voor hun inhoudelijke standpunten. Met een aanklacht tegen 'klimaatcriminelen' vanwege het verspreiden van valse voorstellingen gaat alle aandacht primair naar de 'foute' persoon. En pas in tweede instantie naar zijn fouten. En dat heeft helaas alles te maken met de achteruitgang van de kwaliteit van het publieke debat.

Wat mensen zeggen wordt gerespecteerd al naar gelang men respect op kan brengen voor de persoon die het zegt. Zo werkt communicatie sinds mensenheugenis en als je dat weet en er kritisch mee om kunt gaan hoeft dat een publiek debat nog niet meteen te verpesten. Maar het lijkt wel alsof dit mechanisme tegenwoordig veel sterker de uitkomst van een debat bepaalt dan vroeger. De beoordeling van standpunten als goed of fout valt nagenoeg samen met de beoordeling van de persoon als goed en fout. Het gevolg is dat deelnemers aan het publieke debat worden opgedeeld in goed en fout zonder enige nuance, niet vanwege wat ze zeggen maar om wie ze in de ogen van anderen zijn. Naar de inhoud van standpunten wordt niet meer geluisterd. Ik weet wie het zegt en dat is genoeg.

Deze personalisering van het publieke debat heeft alles te maken met de algehele personalisering van de politiek waarin standpunten een steeds minder grote rol spelen. Kijk bijvoorbeeld naar de nu weer op gang komende Amerikaanse presidentsverkiezingen. Alles draait om het imago van de politicus. In deze politieke cultuur is een schreeuwende behoefte aan aandacht en publiciteit voor inhoudelijke standpunten, visie, politieke programma's en de feiten waarop dat alles gebaseerd wordt. En aan debatten waarin standpunten worden uitgewisseld in plaats van het gebruikelijke mediageniek armpje drukken. Ideeën voor het keren van die trend zou ik graag met een prijs belonen.

[foto: Jeanne Menjolet CC, klimaatmars Parijs oktober 2018]

Geen opmerkingen: