17 november 2024

Van der Plas wil internetplatform verbieden


Dat Wilders een gevaar vormt voor de vrijheid van de Nederlandse media wisten we al. Voor hem zijn vrijwel alle journalisten 'tuig van de richel'. Vorige maand riep hij zijn volgers op tot een strafactie tegen dagblad Trouw omdat de krant een kritische cartoon over het asielbeleid van zijn kabinet publiceerde. Zijn maatje Caroline van der Plas van de BBB blijkt niet voor hem onder te willen doen. Zij ziet het internetplatform Cestmocro, dat veel aandacht besteedt aan de genocide in Gaza, als een haatzaaiend platform dat “overloopt van antisemitisme”. Ze vraagt zich af of het niet gewoon verwijderd kan worden. Het is het zoveelste teken dat deze regeringscoalitie de vrijheid van informatie niet gunstig gezind is.

"Een heel account op zwart zetten is censuur," zegt een jurist Roeland de Bruin tegen de NOS. Het is niet alleen een onaanvaardbare beperking van de uitingsvrijheid. Het raakt de communicatie tussen burgers. Burgers moeten van elkaars meningen kennis kunnen nemen. "Het gaat dus eigenlijk om het proces van communiceren. En dat moet vrij en onbelemmerd kunnen gebeuren." Volgens De Bruin is het beter om per Instagrampost te bekijken of een bepaalde uiting onrechtmatig of strafbaar is. Emeritus hoogleraar algemene rechtswetenschap Jan Brouwer zei in Nieuwsuur dat het sluiten van het account Cestmocro een zeer verregaande maatregel zou zijn: ‘Dan zou je ook kranten zomaar kunnen verbieden.’

30 oktober 2024

Kabinet verbiedt lezing


Dit komt niet vaak voor. Het kabinet houdt de komst van Mohammed Khatib van de omstreden pro-Palestijnse organisatie Samidoun naar Nederland tegen. Hij zou in Nijmegen op de Radbouduniversiteit spreken, maar minister Faber (PVV) van Asiel heeft samen met haar collega Van Weel (VVD) van Justitie besloten dat hij niet welkom is. Nog voordat het OM, dat door Van Weel om advies was gevraagd, zich over de kwestie had uitgesproken. In de Tweede Kamer was eerder een motie aangenomen met het verzoek om Samidoun op de nationale sanctielijst voor terroristen te zetten. 

In antwoord op Kamervragen van de SGP schrijven minister Van Weel en de minister van Onderwijs en Wetenschappen Bruins (NSC) dat Khatib geweld tegen de staat Israël 'legitimeert, vergoelijkt en verheerlijkt, ook het geweld van organisaties die op de terrorismelijst van de Europese Unie staan. Hij spreekt ook actief zijn steun uit voor terroristische organisaties. Deze uitspraken kunnen een radicaliserend effect hebben.' Khatib heeft zijn lezing uiteindelijk via een videoverbinding alsnog gehouden.

Eerdere voorbeelden van rechtstreekse censuur door de regering zijn tamelijk zeldzaam. In 2022 heeft het vorige kabinet complotdenker en holocaustontkenner David Icke de toegang tot Nederland geweigerd. Op aandringen van CDA en VVD heeft de regering in 2015 een lijst aangelegd van 'haatpredikers' die in Nederland niet welkom zijn. Aanvankelijk werden 23 omstreden predikers uit Nederland geweerd. Acht van hen kon een visum worden geweigerd. Van vijftien anderen werd de uitnodiging na overleg met de betreffende organisatie alsnog ingetrokken. Tussen januari 2016 en maart 2017 zijn er zeker vijf nieuwe namen aan de lijst toegevoegd, meldde het AD later nog op basis van informatie van de NCTV. In 2019 werd een extreemrechtse Amerikaan die haat predikt tegen homo's de toegang tot Nederland geweigerd.  

19 oktober 2024

Bedreiging van het openbaar bestuur

Femke Halsema, de burgemeester van Amsterdam, heeft aangifte gedaan van doodsbedreiging na de demonstraties van 7 oktober tegen de oorlog in Israël. Er is inmiddels iemand aangehouden, een 59-jarige man, die niet in Amsterdam woont. Hij wordt verdacht van het bedreigen van de burgemeester via sociale media. Ook wordt hij verdacht van bedreiging met terroristisch oogmerk en opruiing. De bedreiging komt nadat Wilders op X over de demonstranten had geschreven: 'Het land uit met dat tuig en Halsema mag mee'. Halsema over haar aangifte: "Het politieke debat zakt echt door een morele ondergrens op het moment dat er niet meer een inhoudelijke discussie plaatsvindt, maar mensen persoonlijk geïntimideerd worden".

Halsema is niet de enige burgemeester die bedreigd wordt. Veel bestuurders en politici hebben de afgelopen jaaren te maken gehad met ernstige dreigementen. En soms gaat het ook verder dan woorden. Wie wil er nog burgemeester worden? vroeg Arjan Lubach onlangs naar aanleiding van berichten over het teruglopend aantal sollicitanten op burgemeestersposten. Bestuurders en politici haken af om hun gezinnen te beschermen

29 september 2024

Anoniem demonstreren: een principekwestie


De minister van Justitie David Van Weel is vast van plan om ‘binnen de grenzen van het demonstratierecht’ beperkingen op te leggen aan demonstranten. Hij kreeg onlangs steun van de Tweede Kamer die een motie van Eeerdmans (JA21) aannam voor een verbod op gezichtsbedekkende kleding bij demonstraties. Overbodige steun, want zo'n verbod kan al worden uitgevaardigd door de burgemeester volgens de Wet Openbare Manifestaties. Van Weel zal de burgemeesters er nog eens aan herinneren dat ze dat kunnen doen.

Daarmee is de anonimiteit in de uitingsvrijheid opnieuw een punt van debat geworden. Anoniem kunnen blijven hoort bij het grondrecht van de vrijheid van meningsuiting. Anders gezegd: een verplichting of verbod tast het vrijheidsprincipe aan. Maar dat principe is de laatste tijd sterk onder druk komen te staan door moeilijk aan te pakken anonieme overtredingen van de wet op groepsbelediging en haatzaaien in de sociale media. Anonimiteit van demonstranten maakt het voorts lastig gewelddadige relschoppers te vervolgen of de kosten van vernielingen op hen te verhalen. Een verbod op anonimiteit is echter een al te gemakkelijke oplossing die geheel voldoet aan het cliché: de goeden moeten onder de kwaden lijden. 

Naar aanleiding van de demonstraties dit voorjaar op de UvA tegen de banden met Israël schreef de Volkrant over de vrijheid van demonstranten 'om je te kleden zoals je wil'. Die vrijheid is  eigenlijk al sinds 2019 beperkt toen het 'boerkaverbod' inging. Sindsdien is het voor iedereen verboden gezichtsbedekkende kleding te dragen in het openbaar vervoer en in en rondom onderwijs- en zorginstellingen en overheidsgebouwen. ‘Daar valt de universiteitscampus uiteraard ook onder’, zegt hoogleraar rechtswetenschap Jan Brouwer van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Volgens  hoogleraar Staats- en bestuursrecht Wim Voermans geldt dat niet voor de openbare ruimte. Demonstranten zijn daar vrij in de keuze van hun kleding. Volgens advocaat Willem Jebbink, die vaak demonstranten juridisch bijstaat, is het wel degelijk toegestaan om met gezichtsbedekking te demonstreren. ‘Het is een grondrecht om je te kleden zoals je wil, dat vloeit voort uit het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer.’

16 september 2024

Voorkom de normalisering van Wilders


Tweede Kamer voorzitter Martin Bosma verbood in mei Laurens Dassen, fractievoorzitter van Volt, om de term extreem rechts te gebruiken voor de fractie van Wilders. De term verwijst naar het nationaalsocialisme, vond Bosma: „Ik zie het als een nazi-vergelijking”. En dus greep hij in. Dassen: „Als we dit in het parlement niet mogen benoemen, wordt het heel benauwend.” Hij vond de term gerechtvaardigd: „Als je als partij jarenlang rechters verdacht maakt, journalisten tuig noemt en van groepen Nederlanders zegt dat ze er niet bij horen” kan die term, aldus Dassen. Andere oppositiepartijen reageerden woedend op deze censuur. Ze wezen onder andere op het herhaaldelijke gebruik van de term extreem links door Bosma in het verleden. Dassen nam zijn woorden niet terug. Bosma ook niet.

Was de ingreep van Bosma een eenmalige, wat ongelukkige actie van de nieuwe Kamervoorzitter? Heeft hij zich even niet gerealiseerd dat een Tweede Kamervoorzitter zich neutraal en onafhankelijk moet opstellen? Gegeven de al langere ervaring van Bosma als vice-voorzitter van de Kamer is dat nauwelijks voor te stellen. Het lijkt een heel bewuste ingreep. De vraag is vervolgens of Wilders zich er mee heeft bemoeid. Het lijkt een poging de beeldvorming van zijn groep in positieve zin te beïnvloeden.

Sinds Bosma's ingreep is de discussie over beladen termen niet verstomd. Er wordt dan een verschil gemaakt tussen extreem rechts en radicaal rechts. De laatste variant zou binnen de democratische orde blijven, extreem rechts staat dan voor een anti-democratische en soms gewelddadige houding. Ik vind het een discutabel onderscheid. Het is niet goed hard te maken en er is een grote overloop. Radicaal rechtse partijen kunnen, zie Duitsland, gebruikt worden om de invloed van extreem rechts te vergroten. Wilders heeft in het verleden meermalen laten blijken dat hij de democratie en de rechtsstaat aan zijn laars lapt als het hem uitkomt. Hij is er zelfs voor veroordeeld en hij heeft zijn aanhangers in de loop der jaren meegesleept tot over de grens van wat een democratisch ethos vereist. Nu zijn fractie de grootste is en deelneemt aan een regeringscoalitie doet hij zich graag voor als een 'gewone' politicus. Ik vind dat ronduit gevaarlijk. 

20 augustus 2024

Morrelen aan de demonstratievrijheid


Het komt niet geheel onverwacht. De minister van Justitie van het nieuwe kabinet-Schoof David van Weel (VVD) wil nagaan of er ‘binnen de grenzen van het demonstratierecht’ ruimte is om beperkingen op te leggen aan demonstranten. Hij wil niet over een inperking van het demonstratierecht spreken, maar wel grenzen stellen. Wat is het verschil, vraag je je af. Een belangrijke reden voor zijn plan: mensen begrijpen niet dat een overmacht aan agenten moet worden  ingezet voor demonstranten die zich op de snelweg vastplakken terwijl die agenten elders nodig zijn voor een voetbalwedstrijd of een festival. En de agenten begrijpen het zelf ook niet. 

Het is het populisme ten voeten uit. Het volk wil festivals en voetbal. En doorjakkeren op de snelweg. Dus weg met die demonstranten. Dat grondrechten door veel mensen niet goed worden begrepen is niet zo verwonderlijk. Juridische zaken zijn niet altijd even simpel. Maar van een minister van Justitie mag je verwachten dat hij de wet kan uitleggen én verdedigen. En niet dat hij onbegrip beloont met juridisch discutabele maatregelen. 

Dat Van Weel de klimaatactivisten noemt in zijn voorbeeld en niet de boeren van zijn coalitiegenoot die zonder veel tegenstand snelwegen mochten blokkeren is ook niet bepaald geruststellend. Kennelijk is deze regering niet vies van het maken van inhoudelijke keuzes terwijl de overheid zich volgens de wet en internationale verdragen juist moet onthouden van bemoeienis met de inhoud en het doel van een demonstratie. 

27 juli 2024

Internetprovider komt op voor vrije verkeer van informatie


Na de inval van Rusland in Oekraïne, meer dan twee jaar geleden, besloot de Europese Raad Russische media te blokkeren vanwege desinformatie. De maatregel riep toen veel protest op. 'Dit is buitengewoon onverstandig,' verklaarde de Nederlandse Vereniging van Journalisten, 'omdat het niet aan staten is om nieuwskanalen indirect te laten blokkeren. Daarmee ondermijnt Europa de fundamenten van een vrije pers en zet het de deur open naar een staatsgereguleerde nieuwsvoorziening, waar niet langer de burger in staat is om een vrije keuze te maken uit het nieuwsaanbod.'

De Freedom of Information Coalition een samenwerkingsverband van de NVJ, BoF en enkele internetproviders die de blokkade moesten uitvoeren besloot daarop een rechtszaak aan te spannen tegen de Raad. De FOIC stelt dat het besluit van de Raad van Ministers van de Europese Unie zonder onafhankelijke juridische toetsing zijn doorgevoerd. De coalitie stelt dat deze maatregelen de informatievrijheid, een fundament van de democratie, ernstig ondermijnen. De zaak diende op 10 juli j.l. bij de Europese rechter in Luxemburg. Inmiddels hebben ook de Europese Commissie, de EU-Buitenlandvertegenwoordiger en drie Baltische staten zich aangesloten bij het proces. De Baltische staten zijn blij met de blokkade omdat die de verspreiding van Russische propaganda aan banden legt. De Commissie beroept zich op het belang van het tegengaan van desinformatie ten tijde van oorlog. Maar hoever wil de Commissie daarin gaan? Kan een verbod op doorgave van bepaalde media niet leiden tot een grotere behoedzaamheid bij internetproviders die uit voorzorg veel meer bronnen gaan blokkeren?

De tegenpartij stelde bij de behandeling van de zaak ook de rol van de ISP ter discussie.