Eind vorige eeuw werd er vaak gelachen over de bekrompenheid van mensen die aanstoot namen aan seksueel getinte beelden of spotprenten over het geloof. Ze waren 'niet meer van deze tijd' en voerden een achterhoedegevecht. Dachten we. De trend leek te gaan richting een steeds grotere uitingsvrijheid. Sinds enige jaren kunnen we daar grote vraagtekens bij zetten.
Woorden doen er toe, horen we steeds vaker. Inclusief taalgebruik vereist grote voorzichtigheid. Sommige woorden worden in de ban gedaan. Het Genootschap Onze Taal kwam met een speciaal boekje: in Dat mag je óók (al niet meer) zeggen inventariseert
taalkundige Vivien Waszink wat er allemaal gebeurt op het gebied van
schurende taal, genderinclusief woordgebruik en het weergeven van
diversiteit. Welke gevoeligheden zijn er, en hoe gaan we daarmee om? Het is hoe dan ook tegenwoordig meer dan vroeger aanbevolen om goed op je woorden te letten.
Kunst ligt ook steeds gevoeliger. Recent werden zowel in Leiden als in Eindhoven schilderijen uit universitaire gebouwen verwijderd na klachten van feministen. Blote borsten zijn niet meer welkom in het stadhuis van Purmerend. Na meerdere klachten over een serie schilderijen van naakte vrouwen wil het stadhuis ze niet meer laten hangen. De kunstenaar, Jeroen Hermkens, is woedend. En zo langzamerhand valt er ook niet meer over te lachen.
Die buitensporige gevoeligheden leiden tot grote behoedzaamheid in de omgang met taal, met beelden en allerlei voorstellingen. De uitingsvrijheid die eind vorige eeuw leek te groeien wordt nu weer beperkt door een groeiende bekrompenheid. En door een soms wel erg vergaande terughoudendheid.