30 oktober 2022

Grote woorden


De polarisatie van het publieke debat leidt nogal eens tot het gebruik van grote woorden om de opponent in diskrediet te brengen. In de Telegraaf werden klimaatactivisten die zichzelf in musea vastlijmen vorige week 'velpon-terroristen' genoemd. Een typisch voorbeeld van de inflatie van een begrip dat zijn specifieke betekenis verliest en als scheldwoord wordt ingezet tegen milieubewuste actievoerders die zich buiten de gebaande paden bewegen omdat ze anders niet gehoord worden. 

'Fascisten' is ook zo'n aan inflatie onderhevig scheldwoord dat nogal eens voorkomt in typeringen van extreemrechtse politici en partijen. De nieuwe Italiaanse premier Giorgia Meloni komt maar moeilijk los van haar verleden in een neofascistische partij. Het odium fascisme kleeft vanwege een fout verleden ook aan de Zweden Democraten (SD) van Jimmie Åkesson die voor de nieuwe rechtse minderheidsregering een belangrijke gedoogrol vervult. In Nederland loopt de radicalisering van Forum voor Democratie volgens sommigen uit op fascisme, volgens anderen zijn Baudet c.s. nu al nauwelijks meer van fascisten te onderscheiden. 

De politicoloog Jan Werner Müller maakt een onderscheid tussen rechtspopulisme en fascisme. Bij populisten gaat het om de pretentie dat zij het "hele", het "echte" volk vertegenwoordigen. We vinden dat bijvoorbeeld bij de PVV. Van het fascisme dat we uit de geschiedenis kennen is volgens Müller nu geen sprake. 'We zijn geen getuige van een massale mobilisatie en militarisering van hele samenlevingen.' Er is geen sprake van een 'systemische geweldscultus' en 'staten die heringericht worden op basis van racistische criteria' (uit: 'Wat is democratie?'). Dat neemt niet weg dat er los van de veranderde context elementen in de ideologie en vooral in de werkwijze van de FvD zitten die sterk doen denken aan het fascisme van toen. Het is een partij die met scheldwoorden en beledigingen rotzooi trapt, ophef om de ophef nastreeft - niet op straat met fysiek geweld, zoals in de jaren dertig, maar in de media en in het parlement. En dat kan net als straatgeweld ook als bedreigend worden ervaren.

In Nederland is waakzaamheid tegen neofascistische tendensen dus bepaald niet overbodig. Over hoe hiermee om te gaan schreef Ewout Kieft zaterdag een behartenswaardige bijdrage in de NRC. 

15 oktober 2022

De AIVD zoekt journalisten


De AIVD en de MIVD brengen journalisten in gevaar, schrijft de NRC vandaag. Joep Dohmen deed voor de krant onderzoek naar de werving van journalisten door de geheime dienst. Dat komt nogal eens voor, bleek uit een vragen van Dohmen aan 32 journalisten. De helft van hen zegt benaderd te zijn voor medewerking aan een van de inlichtingendiensten. Het gaat vooral om journalisten die in het buitenland werken, in Rusland en met name in het Midden-Oosten. Het is niet duidelijk of de contactpogingen uitsluitend op initiatief van de AIVD tot stand kwamen of dat er voldaan werd aan verzoeken van buitenlandse inlichtingendiensten (CIA of Mossad). Hoeveel van de benaderde journalisten op dergelijke verzoeken zijn ingegaan vertelt het verhaal ook niet, laat staan dat we weten wie zich heeft laten verleiden. Er komen wel verschillende journalisten aan het woord die geweigerd hebben met een van de diensten in zee te gaan.

Dohmen zei in het radioprogramma Argos dat hij hoopte dat er in journalistieke kring een gesprek plaats vindt over de risico's die journalisten kunnen lopen als ze voor de geheime diensten werken. Buitenlandse diensten kunnen hen identificeren als spion. Het kan leiden tot hun arrestatie en mogelijk een jarenlange gevangenisstraf. Maar medewerking aan een geheime dienst is ook volledig in strijd met de beroepsethiek, meent Dohmen. Een van de journalisten die hij sprak, Olaf Koens, die de AIVD vergeefs benaderde toen hij als beginnend coorespondent in Moskou werkte, zegt het heel mooi: 'Als journalist moet je de macht controleren en niet influisteren'. Als journalisten zich gaan gedragen als verkapte spionnen zal dat ook niet bijdragen aan het vertrouwen van het publiek in de media. 

Moet het inschakelen van journalisten door de geheime diensten verboden worden? De NVJ, de beroepsorganisatie van journalisten vindt van wel. Thomans Bruning, secretaris van de NVJ: 'Het moet in de instructies aan de AIVD en MIVD worden opgenomen, net zoals dat nu al geldt voor het bespioneren van journalisten'. Het is een ingreep in de spionagepraktijk die de geheime diensten naar alle waarschijnlijkheid nooit zullen accepteren. Ze gebruiken de pers al zo lang ze bestaan. Ook de recente geschiedenis laat zien dat de diensten zich met hand en tand verzetten tegen alle beperkingen die hen worden opgelegd. De staatsveiligheid gaat altijd voor en dat betekent in de praktijk een drang naar maximale vrijheid om operaties uit te voeren. En met dat standpunt hebben de geheime diensten tot nu toe zelden last gehad van politiek verantwoordelijke ministers noch van Kamermeerderheden die het graag anders wilden. Dat geldt trouwens ook voor het bespioneren van journalisten