21 februari 2010
Apple belemmert fotografen
Het vrije verkeer van informatie kan niet worden toevertrouwd aan de grote ICT-bedrijven. Ze leveren prachtige producten, daar niet van. We kunnen niet meer zonder. Maar op sommige momenten geeft het commercieel belang toch de doorslag en worden vrijheidsrechten aangetast. Het monopoliegedrag van Microsoft. Google in China. En nu Apple, die de inzage van portfolio's van beroepsfotografen via de Iphone belemmert. Een programmaatje dat het bekijken en inladen van foto's van de site PhotoQ mogelijk moet maken is door Apple afgekeurd omdat er seksueel expliciete foto's op de website staan. Nog afgezien van de vreemde kwalificatie 'seksueel expliciet' bij foto's van naakte ouderen op een camping en een meisje met blote borsten, kun je je afvragen waar ze zich mee bemoeien.
Hypocriete amerikaanse bekrompenheid dreigt zo de wereld belachelijke puriteinse fatsoensnormen op te leggen. Dit gaat verder dan het verhaal van de winkelier die zelf mag beslissen wat hij verkoopt. Het gaat er om wie het voor het zeggen heeft als het om fatsoensnormen gaat. Zijn dat de winkeliers van de wereld, vertegenwoordigd door de winkeliers uit de VS?
Het voorbeeld van Apple bewijst eens te meer hoe belangrijk digitale burgerrechten zijn. Het feit dat we tot nu toe op dat punt afhankelijk zijn van de beslissingen van commerciële bedrijven betekent een achteruitgang in de grondrechten van de burger die de laatste twee eeuwen zo moeizaam zijn bevochten. De globalisering, die enerzijds vrijheid, openheid en ruimte belooft levert anderzijds beperkingen op zo lang niet wereldwijd bepaalde grondrechten zijn geaccepteerd. Daarom is het de hoogste tijd voor een Internet Bill of Rights.
[foto: Christian Engström, Zweeds Europarlementariër voor de Piratenpartij, die samen met de Groene Fractie in het EP dit idee heeft gelanceerd en daarover op maandag 22 februari komt spreken in Amsterdam]
fotografie, Apple
11 februari 2010
Onterechte vragen
Ruim negentig vragen stelden Kamerleden vorig jaar over de publieke omroep. Bijna de helft daarvan ging over de inhoud van de programma's. Ook Kamerleden hebben een mening over Sesamstraat, schrijft de NRC vandaag. Op zich niets op tegen, natuurlijk. Alleen gaat de Kamer daar niet over. Want de regering gaat daar ook niet over en dat is maar goed ook. Het is dus onterecht en ook onzinnig om als volksvertegenwoordiger de regering aan te spreken over de programmering van de omroepen. Maar daar zijn partijen als het CDA, de ChristenUnie, de SGP, de PVV en ook de SP het niet mee eens. Zij blijven de bewindslieden onder druk zetten om zich uit te spreken over beslissingen die volgens de Mediawet en de Grondwet niet in Den Haag maar in Hilversum moeten worden genomen.
Waarom bemoeien politici zich dan toch met wat er op de buis komt? Waarom maken ze zich druk over kinderprogramma's, een soft porno film op de late avond, een discussieprogramma over religie, een show om nierdonoren te werven? We mogen er toch van uit gaan dat onze volksvertegenwoordigers de wet kennen. Dat zij hun tijd verdoen met al die vragen over televisieprogramma's kan niet anders opgevat worden als plat populisme. Het zijn acties om te scoren bij de achterban. Niet meer en niet minder. Verontrustend gezien de taken van de volksvertegenwoordiger. Maar ook verontrustend omdat hiermee de gedachte levend wordt gehouden, die kennelijk in sommige kringen erg hardnekkig is, dat je via de overheid invloed kunt uitoefenen op wat anderen volgens jou wel of niet mogen zien.
omroep, politiek
Abonneren op:
Posts (Atom)