De Nederlandse overheid dringt er bij nieuwkomers op aan zich aan te passen aan "de Nederlandse cultuur". "Zorg dat je er bij hoort" is de leuze die bijvoorbeeld de integratienota 2007-2011 (van minister Ella Vogelaar, PvdA) tot uitgangspunt neemt. Deze trend is sindsdien alleen nog maar verder versterkt. En daarbij wordt een beeld geschapen van een duidelijk afgebakende, homogene cultuur. Het inburgeringsmateriaal voor de toets Kennis Nederlandse Samenleving suggereert dat "de Nederlandse cultuur" waaraan immigranten zich moeten aanpassen uit een nogal vastomschreven stel waarden en gewoontes bestaat.
De overheid erkent niet langer de vanzelfsprekende vrijheid van immigranten om vorm te geven aan de eigen culturele en religieuze identiteit, zegt psycholoog en filosoof Renée Wagenvoorde. Zij promoveert morgen op een proefschrift over de beperkte opvatting van burgerschap van de Nederlandse overheid. De overheid verplicht alle nieuwkomers min of meer zich Nederlander te voelen en zich als zodanig te gedragen. Dat betekent onder meer het accepteren van een vrije seksuele moraal, de gelijkheid van man en vrouw en homoseksuele relaties. Dat zijn elementen van de dominante moraal die echter ook door autochtone minderheden niet zomaar worden onderschreven. In feite hanteert de overheid een dubbel stel maatstaven. Van immigranten wordt meer verwacht dan van autochtone minderheden.