26 december 2022

Hedendaagse schroomvalligheid


Eind vorige eeuw werd er vaak gelachen over de bekrompenheid van mensen die aanstoot namen aan seksueel getinte beelden of spotprenten over het geloof. Ze waren 'niet meer van deze tijd' en voerden een achterhoedegevecht. Dachten we. De trend leek te gaan richting een steeds grotere uitingsvrijheid. Sinds enige jaren kunnen we daar grote vraagtekens bij zetten. 

Woorden doen er toe, horen we steeds vaker. Inclusief taalgebruik vereist grote voorzichtigheid. Sommige woorden worden in de ban gedaan. Het Genootschap Onze Taal kwam met een speciaal boekje: in Dat mag je óók (al niet meer) zeggen inventariseert taalkundige Vivien Waszink wat er allemaal gebeurt op het gebied van schurende taal, genderinclusief woordgebruik en het weergeven van diversiteit. Welke gevoeligheden zijn er, en hoe gaan we daarmee om? Het is hoe dan ook tegenwoordig meer dan vroeger aanbevolen om goed op je woorden te letten.

Kunst ligt ook steeds gevoeliger. Recent werden zowel in Leiden als in Eindhoven schilderijen uit universitaire gebouwen verwijderd na klachten van feministen. Blote borsten zijn niet meer welkom in het stadhuis van Purmerend. Na meerdere klachten over een serie schilderijen van naakte vrouwen wil het stadhuis ze niet meer laten hangen. De kunstenaar, Jeroen Hermkens, is woedend. En zo langzamerhand valt er ook niet meer over te lachen. 

Die buitensporige gevoeligheden leiden tot grote behoedzaamheid in de omgang met taal, met beelden en allerlei voorstellingen. De uitingsvrijheid die eind vorige eeuw leek te groeien wordt nu weer beperkt door een groeiende bekrompenheid. En door een soms wel erg vergaande terughoudendheid. 

18 december 2022

Regering vertraagt bescherming klokkenluiders


NS wil klokkenluider Luc de Rond ontslaan, berichtte de NRC in oktober. Hij maakte vijf jaar geleden melding van problemen op de onderhoudsafdeling van het spoorbedrijf, waarna de inspectie een kritisch rapport opstelde over de vervoerder. Volgens De Rond hebben veel recente storingen in het treinverkeaer te maken met slecht onderhoud. De reactie van de NS was: ontslag van de melder. Oud-inspecteur Wim Beukenkamp die de klachten van De Rond heeft onderzocht bevestigde afgelopen week zijn verhaal. Volgens hem is het toezicht de afgelopen jaren uitgekleed en faalt het management.  'De problemen op het spoor gaan maar ten dele over techniek of veiligheid en vooral over het management van NS en deels ook ProRail, de beheerder van het spoorwegnet', zegt hij.

Dat er structurele problemen zijn met treinmateriaal is al verontrustend genoeg. Maar nog verontrustender vind ik dat het management het niet wil horen en vervolgens een ontslagprocedure in werking zet voor degene die de fouten heeft ontdekt. Het is het zoveelste voorbeeld van een bedrijf dat gevoelige informatie van binnenuit niet op waarde weet te schatten. We willen naar buiten toe geen risico lopen op schade aan onze reputatie en daarom ontslaan we de boodschapper maar. Dan zijn we er voorlopig van af. Niet dus. 

Het publieke belang van de veiligheid op het spoor is evident. En zoiets geldt voor vele andere bedrijven waar fouten schade kunnen opleveren voor klanten en consumenten. Onafhankelijk toezicht is daarom van het grootste belang. En daarnaast bescherming van de klokkenluiders die zich melden als het management het laat afweten. Die bescherming is duidelijk een overheidstaak. De overheid heeft het lang laten afweten voordat op initiatief van de Tweede Kamer wetgeving tot stand kwam. Nu er behoefte is om die wetgeving aan te passen, ook vanwege nieuwe EU-regels, laat de minister het echter opnieuw afweten. Die terughoudendheid heeft naar mijn mening alles te maken met een structureel probleem in de overheidsorganisatie: het gebrek aan openheid.

28 november 2022

Verantwoordingsplicht


Afgelopen zomer maakte premier Rutte namens de Nederlandse regering zijn excuses aan de militairen van Dutchbat III die in 1995 machteloos moesten toezien toen de moslimenclave Srebrenica onder de voet werd gelopen en Bosnische Serviërs zo'n 8000 moslimmannen vermoordden. De opdracht om een veilige haven te bieden was bij nader inzien onuitvoerbaar. Daarbovenop kwam de beeldvorming in de media die de militairen onterecht in het beklaagdenbankje zetten.

Die laatste opmerking schoot journalist Twan Huijs in het verkeerde keelgat. In het tv-programma Medialogica noemde hij het gisteren geschiedvervalsing. Niet de media hebben de Dutchbatters in de problemen gebracht, maar de defensieleiding die consequent weigerde om te vertellen wat er in Srebrenica gebeurd was. De soldaten wisten het wel. Ze kwamen ondanks de vermaning om niet met de pers te praten in de loop van de tijd onder andere bij toenmalig NOVA-verslaggever Huijs met verhalen over gruwelijkheden die zij hadden gezien. De leiding van Dutchbat wist er van maar wilde deze verhalen niet bevestigen. Ze hielden veel informatie ook voor verantwoordelijk minister van Defensie Joris Voorhoeve verborgen. Huijs: door te zwijgen en Dutchbatters te verbieden hun verhaal te vertellen hebben ze vele getuigen van de genocide in gewetensnood gebracht. Niet de media maar de defensieleiding die alles in de doofpot wilde stoppen draagt hier schuld, volgens Huijs. 

Dat Rutte bij zijn excuses aan de militairen met een beschuldigende vinger naar de media wees is in het licht van deze hele geschiedenis tamelijk verontrustend. Wat er in Srebrenica is gebeurd is feitelijk alleen dankzij de media naar buiten gekomen. Niet door Defensie die voor het informeren van regering, parlement en burgers verantwoordelijk is. En die dat in een democratie ten principale verplicht is. Maar die verantwoordingsplicht lijkt bij de huidige overheid in toenemende mate een probleem te worden.

14 november 2022

Herhalen of negeren?


Hoe kun je complotdenkers de wind uit de zeilen nemen? Een antwoord op deze vraag wordt steeds urgenter naarmate FvD en aanhangers vaker met hun onzinnige en gevaarlijke provocaties publiciteit weten te krijgen. Hoe bekend zou David Icke nu zijn als de regering hem begin deze maand niet de toegang tot Nederland had geweigerd en hij zijn ongelooflijke verhalen gewoon en zonder media-aandacht voor een paar duizend 'wappies' op de Dam had kunnen afdraaien? 

De grond waarop Icke werd geweigerd is nogal dubieus. Volgens staatssecretaris Eric van de Burg had het niets met Icke's mening te maken, maar met de vrees voor wanordelijkheden. Is vrees voor ordeverstoring voldoende voor een dergelijk ingrijpend besluit? Hoogleraar Recht en Samenleving Jan Brouwer van de Universiteit Groningen vindt van niet. “Een rechter zal zeggen: dan zorg je maar dat er voldoende politie op de been is om de veiligheid te waarborgen." En als de man strafbare uitingen doet kun je een strafzaak tegen hem beginnen. Op voorhand iemand uitsluiten omdat strafbare uitingen worden verwacht gaat wel heel ver. 

Het is eerder gebeurd. In 2015 trok minister Koenders van Buitenlandse Zaken het visum in van drie zogenaamde haatpredikers. Hij deed dat op advies van de NCTV in het kader van het 'actieprogramma jihadisme'. Dit gebeurde na zware druk van de Tweede Kamer. De reisdocumenten hadden "nooit en te nimmer" verstrekt mogen worden, vond Geert Wilders. 

Aan de extreme opvattingen van de omstreden imams is toen weinig aandacht besteed. Wat zij precies zouden gaan prediken is onbekend. Iedereen ging er van uit dat ze zouden oproepen tot geweld. Over de onzinnige en beledigende verhalen van Icke en zijn Nederlandse adepten worden we nu wel uitgebreid geïnformeerd. Keer op keer. En elke keer worden hun complottheorieën, hun leugens en hun antisemitische uitingen herhaald. Is dat verstandig? Negeer ze liever, zeggen sommigen. Hoe minder aandacht, hoe minder mensen er achteraan gaan lopen. Of is bescherming van democratie en rechtsstaat juist een reden om er wel uitgebreid aandacht aan te besteden? Als waarschuwing. Voordat het te laat is. 

30 oktober 2022

Grote woorden


De polarisatie van het publieke debat leidt nogal eens tot het gebruik van grote woorden om de opponent in diskrediet te brengen. In de Telegraaf werden klimaatactivisten die zichzelf in musea vastlijmen vorige week 'velpon-terroristen' genoemd. Een typisch voorbeeld van de inflatie van een begrip dat zijn specifieke betekenis verliest en als scheldwoord wordt ingezet tegen milieubewuste actievoerders die zich buiten de gebaande paden bewegen omdat ze anders niet gehoord worden. 

'Fascisten' is ook zo'n aan inflatie onderhevig scheldwoord dat nogal eens voorkomt in typeringen van extreemrechtse politici en partijen. De nieuwe Italiaanse premier Giorgia Meloni komt maar moeilijk los van haar verleden in een neofascistische partij. Het odium fascisme kleeft vanwege een fout verleden ook aan de Zweden Democraten (SD) van Jimmie Åkesson die voor de nieuwe rechtse minderheidsregering een belangrijke gedoogrol vervult. In Nederland loopt de radicalisering van Forum voor Democratie volgens sommigen uit op fascisme, volgens anderen zijn Baudet c.s. nu al nauwelijks meer van fascisten te onderscheiden. 

De politicoloog Jan Werner Müller maakt een onderscheid tussen rechtspopulisme en fascisme. Bij populisten gaat het om de pretentie dat zij het "hele", het "echte" volk vertegenwoordigen. We vinden dat bijvoorbeeld bij de PVV. Van het fascisme dat we uit de geschiedenis kennen is volgens Müller nu geen sprake. 'We zijn geen getuige van een massale mobilisatie en militarisering van hele samenlevingen.' Er is geen sprake van een 'systemische geweldscultus' en 'staten die heringericht worden op basis van racistische criteria' (uit: 'Wat is democratie?'). Dat neemt niet weg dat er los van de veranderde context elementen in de ideologie en vooral in de werkwijze van de FvD zitten die sterk doen denken aan het fascisme van toen. Het is een partij die met scheldwoorden en beledigingen rotzooi trapt, ophef om de ophef nastreeft - niet op straat met fysiek geweld, zoals in de jaren dertig, maar in de media en in het parlement. En dat kan net als straatgeweld ook als bedreigend worden ervaren.

In Nederland is waakzaamheid tegen neofascistische tendensen dus bepaald niet overbodig. Over hoe hiermee om te gaan schreef Ewout Kieft zaterdag een behartenswaardige bijdrage in de NRC. 

15 oktober 2022

De AIVD zoekt journalisten


De AIVD en de MIVD brengen journalisten in gevaar, schrijft de NRC vandaag. Joep Dohmen deed voor de krant onderzoek naar de werving van journalisten door de geheime dienst. Dat komt nogal eens voor, bleek uit een vragen van Dohmen aan 32 journalisten. De helft van hen zegt benaderd te zijn voor medewerking aan een van de inlichtingendiensten. Het gaat vooral om journalisten die in het buitenland werken, in Rusland en met name in het Midden-Oosten. Het is niet duidelijk of de contactpogingen uitsluitend op initiatief van de AIVD tot stand kwamen of dat er voldaan werd aan verzoeken van buitenlandse inlichtingendiensten (CIA of Mossad). Hoeveel van de benaderde journalisten op dergelijke verzoeken zijn ingegaan vertelt het verhaal ook niet, laat staan dat we weten wie zich heeft laten verleiden. Er komen wel verschillende journalisten aan het woord die geweigerd hebben met een van de diensten in zee te gaan.

Dohmen zei in het radioprogramma Argos dat hij hoopte dat er in journalistieke kring een gesprek plaats vindt over de risico's die journalisten kunnen lopen als ze voor de geheime diensten werken. Buitenlandse diensten kunnen hen identificeren als spion. Het kan leiden tot hun arrestatie en mogelijk een jarenlange gevangenisstraf. Maar medewerking aan een geheime dienst is ook volledig in strijd met de beroepsethiek, meent Dohmen. Een van de journalisten die hij sprak, Olaf Koens, die de AIVD vergeefs benaderde toen hij als beginnend coorespondent in Moskou werkte, zegt het heel mooi: 'Als journalist moet je de macht controleren en niet influisteren'. Als journalisten zich gaan gedragen als verkapte spionnen zal dat ook niet bijdragen aan het vertrouwen van het publiek in de media. 

Moet het inschakelen van journalisten door de geheime diensten verboden worden? De NVJ, de beroepsorganisatie van journalisten vindt van wel. Thomans Bruning, secretaris van de NVJ: 'Het moet in de instructies aan de AIVD en MIVD worden opgenomen, net zoals dat nu al geldt voor het bespioneren van journalisten'. Het is een ingreep in de spionagepraktijk die de geheime diensten naar alle waarschijnlijkheid nooit zullen accepteren. Ze gebruiken de pers al zo lang ze bestaan. Ook de recente geschiedenis laat zien dat de diensten zich met hand en tand verzetten tegen alle beperkingen die hen worden opgelegd. De staatsveiligheid gaat altijd voor en dat betekent in de praktijk een drang naar maximale vrijheid om operaties uit te voeren. En met dat standpunt hebben de geheime diensten tot nu toe zelden last gehad van politiek verantwoordelijke ministers noch van Kamermeerderheden die het graag anders wilden. Dat geldt trouwens ook voor het bespioneren van journalisten

28 september 2022

'Kapitaliseren op verontwaardiging'


De Zweedse mediaonderzoeker Kristoffer Holt houdt zich al jaren bezig met de uitingen van extreemrechts in de media. Naar aanleiding van de ophef over het racisme bij Ongehoord Nederland en de provocaties van Kamerleden van FvD sprak de NRC met hem over de situatie in Zweden. Extreemrechts maakt handig gebruik van de ruimte die sociale media bieden. Daar zijn geen 'gatekeepers' noch journalistieke normen die een rem kunnen zetten op het in het openbaar verspreiden van alles wat iemand kwijt wil. Die ongeremdheid leidt er toe dat alle gevallen waarin er wel grenzen zijn gesteld uitgelegd worden als belemmering van de uitingsvrijheid. Het onschuldige 'slachtoffer' van deze 'censuur' haalt er des te meer argumenten uit om zich te keren tegen een vooringenomen linkse elite. In de sociale media bubbels wordt dit gevoel gemakkelijk versterkt omdat de algoritmes slechts één kant op wijzen en alle tegengeluiden ontbreken. Voorts provoceert extreemrechts vanuit de underdog positie zo hard mogelijk om aandacht te genereren. 'Iets roepen wat eigenlijk niet mag en dan kapitaliseren op de verontwaardiging'. Ook dat is een herkenbaar patroon.

Een antwoord op deze verloedering van het publieke debat is niet eenvoudig. De provocaties van ON en de FvD kunnen moeilijk onweersproken blijven. Maar verder ben ik het wel eens met Holt: „Je vindt overal rotte appels. Extreme platforms, neonazi’s. Die dragen niets bij natuurlijk, maar die zijn nogal marginaal. Ik geloof nog steeds in vrij debat en vind dat ook ongemakkelijke standpunten tot uitdrukking moeten kunnen komen. Het wordt wel problematisch als sociale media de polariserende berichten versterken omwille van clicks en engagement. Dat schaadt het publieke debat ontegenzeggelijk. Maar media die bepaalde standpunten huldigen, die onacceptabel, schadelijk of onsmakelijk zijn, daar moeten we in een democratie mee leven. Want het wegreguleren van deze media zal altijd arbitrair zijn. Een ministerie van Waarheid moet je niet willen.”

13 september 2022

Gendertwijfel


Een reclameposter van de actiegroep Gendertwijfel in een bushokje aan de Croeselaan in Utrecht is vernield. Volgens de groep, die campagne tegen de nieuwe transgenderwet voert, gebeurt dit vaker en gaat het om gerichte acties. De poster verwijst naar een website met een manifest met bezwaren tegen de wetswijziging die een dezer dagen in de Tweede Kamer op de agenda staat. De bezwaren komen voornamelijk uit christelijke hoek en lijken vooral ideologisch gefundeerd. 'Geslacht is geen construct of keuze maar een biologisch feit.' Transgenders verdienen een goede begeleiding, maar de transitie hoeft niet makkelijker gemaakt te worden, zoals de nieuwe wet beoogt. Transgenders zeggen zich gekwetst te voelen door de posters. Enkele partijen uit de Utrechtse raad onder aanvoering van de Partij voor de Dieren ondersteunen die bezwaren. De lokale politici noemen de posters ‘misleidend, onnodig en gevaarlijk’. Ze roepen wethouder Schilderman op de posters uit de openbare ruimte te verwijderen. Zij zegt dat ze daar geen mogelijkheid voor heeft en roept de klagers op de zaak aan de Reclame Code Commissie voor te leggen.

Wat beweegt de bekladders, vernielers en klagers in dit geval? Hoe verhouden zij zich tot de principes van een open publiek debat dat in een democratie vooraf pleegt te gaan aan een nieuwe wet of een wetswijziging? Dit soort acties bevestigt alleen maar het slachtoffergedrag van rechtse groepen die menen voortdurend de mond gesnoerd te worden. Hier ook weer. De opstellers van het manifest verwachten op voorhand al dat de kritiek op de wetswijziging 'niet welkom is, en degenen die die kritiek uiten ‘homofoob’ of ‘transfoob’ heten te zijn en daarom niet meer mogen meepraten.' 

Aan de andere kant wordt de campgane van Gendertwijfel door tegenstanders 'gevaarlijk' genoemd. 'Dit draagt bij aan polarisatie over een onderwerp waarbij het over mensen gaat, polarisatie die de levens en leefsituatie van deze mensen aantast en bedreigt.' Het manifest maakt het volgens voorzitter Mart van de Kamp van de Regenboog Alliantie Gouda voor jongeren en volwassenen moeilijker om te praten over problemen die zij hebben als het gaat over genderbeleving en de wens om in transitie te gaan.' 

23 augustus 2022

Studenten behoed voor 'aanstootgevende' informatie


Sinds 1985 verzamel ik voorbeelden van beperking van de uitingsvrijheid in Nederland. Vanaf 2005 schrijf ik er over op dit blog. Als je de krap 500 stukjes langs loopt zie je dat het over van alles is gegaan in de afgelopen decennia. Ik heb wel de indruk dat 'aanstootgevende' uitingen in kunst, reclame of tv-uitzendingen de laatste jaren minder ophef veroorzaken dan aan het einde van de vorige eeuw. In het boek 'Dit kan niet en dit mag niet', dat in 2007 is uitgekomen staan nog veel voorbeelden uit die tijd van uitingen die aanstoot hebben gegeven omdat mensen zich gekwetst voelden in hun religieuze gevoelens of vreesden voor zedenbederf. Het valt dan ook op dat nu, anno 2022, het vermijden van aanstootgevende informatie opnieuw als argument wordt gebruikt om jongeren informatie te onthouden. En dat nog wel in academische kringen. 

Op een informatiemarkt voor aankomende studenten in Utrecht waar politieke partijen zich konden presenteren is de Communistische Jongerenbeweging (CJB) geweerd. Het organiserende comité van de UIT-week liet weten: 'Onze belangrijkste zorg is dat alle UIT-lopers zich welkom, veilig en prettig moeten voelen. Wij hebben daarom het zekere voor het onzekere genomen en besloten dat de CJB niet welkom is. De partij is op sommige onderwerpen redelijk uitgesproken en dat kan mensen tegen het hoofd stoten.' Dit zou volgens de woordvoerder betrekking hebben op meer onderwerpen dan alleen de oorlog in Oekraïne. De CJB heeft zich ook tegen de inval van Rusland in Oekraïne verklaard. Maar dat mocht kennelijk niet baten.

Het garanderen van een 'veilig en prettig' gevoel lijkt een nieuw excuus om de uitingsvrijheid aan de wilgen te hangen. Het is een uit de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk overgewaaide trend waar al talloze zaken hebben gespeeld waarbij onwelkome informatie werd gecancelled onder het mom van 'veiligheid'.  Afwijkende standpunten (communisme bijvoorbeeld) worden gezien als gevaar voor het welzijn van de student. En die moeten dan ook maar uit zijn omgeving worden verwijderd. Het zijn voor  mij onnavolgbare gedachtengangen.

15 augustus 2022

Olifant in de kamer

Het is heet. Het KNMI meldt een officieel erkende hittegolf. Nieuwsuur heeft een item over de droogte en de lage waterstanden in Europa. Het scheepvaartverkeer heeft er last van. We zien de problemen van een schipper, een hoogleraar hydrologie zit in de studio en oppert mogelijke maatregelen om de rivieren bevaarbaar te houden. Het woord ‘klimaatopwarming’ valt niet één keer.

De ‘olifant in de kamer’ is volgens Wikipedia een ‘metafoor waarmee een duidelijk aanwezig probleem wordt aangegeven, dat echter opzettelijk wordt genegeerd door de aanwezigen’. Ik weet niet of de presentatrice van Nieuwsuur en de hoogleraar opzet kan worden verweten. Maar het is toch vreemd dat in een bericht over opeenvolgende hete en droge zomers de zo langzamerhand toch door niemand meer omstreden oorzaak daarvan niet meer wordt genoemd.

De olifant in het klimaatdebat

In ‘Minder is meer; hoe ‘degrowth de wereld kan redden‘ benoemt Jason Hickel de ‘olifant in de kamer’ áchter de wereldwijde klimaatopwarming. Dat is volgens hem de ijzeren wet van het kapitalisme: de noodzaak van economische groei. Het ‘groei-isme’ is de drijvende kracht van ons economisch systeem. Zonder groei stort het in elkaar. Het legt een enorme druk op mensen om te blijven consumeren en om schulden aan te gaan. Die niet te stuiten expansie, de energie en de grondstoffen die er voor nodig zijn, hebben een verwoestend effect op de planeet, op de natuur even goed als op het welzijn van de mensen. Klimaatopwarming, verlies aan biodiversiteit, milieuvervuiling, de stikstofcrisis, maar ook de stijgende sociale ongelijkheid, zowel binnen als tussen landen, migratie en oorlog, het hangt allemaal met elkaar samen, laat Hickel zien. En hij schetst niet alleen het probleem, hij maakt ook duidelijk dat het allemaal niet nodig is, dat er alternatieven zijn. Het afzien van die onverbiddelijke wet van de economische groei kan de wereld redden, betoogt hij. Maar dan wel op voorwaarde dat we allereerst die ‘olifant in de kamer’ benoemen en bespreekbaar maken. Dáár zit namelijk het grootste probleem.

31 juli 2022

Protestvlaggen


De omgekeerde Nederlandse vlag die boeren en sympathisanten ophangen als protest tegen het stikstofbeleid wordt sinds vorige week niet overal meer gedoogd. Althans niet in de openbare ruimte, aan lantaarnpalen langs de weg en op viaducten. Verschillende gemeenten hebben de boeren opgeroepen de vlaggen weg te halen. De provincie Zuid-Holland meent dat er sprake is van bedreiging van de verkeersveiligheid. De actievoerders zijn het er niet mee eens. ‘De vlaggen hangen als landelijk vreedzaam protest in de openbare ruimte en die is van iedereen. Hier wordt de vrijheid van meningsuiting geschonden’, zeggen zij. ‘Ga net zo om met de ‘Nederland in Nood’-vlaggen als je omgaat met regenboogvlaggen.’ Een argument dat je kon verwachten bij dit verbod.

De burgemeester van Oldenbroek heeft het geweten. Haar besluit om de vlaggen van lantaarnpalen en ander straatmeubilair te halen leidde tot bedreigingen in de trant van 'dat ik mijzelf met een vlag aan een lantaarnpaal moest opknopen. Dat gaat best heel ver', schrijft ze. Dat kun je wel zeggen, ja.

Dat een beperkte groep boeren veel te ver gaat in hun protest is deze week wel duidelijk geworden. Het blokkeren van snelwegen met mest, hooibalen, autobanden en andere rotzooi kan moeilijk meer als 'vrijheid van meningsuiting' worden getypeerd. De bedreigingen aan het adres van degenen die de boel moesten opruimen zijn een uiting van bewuste ontregeling van de samenleving die in mijn ogen grenst aan terrorisme. 

Maar die vlaggen?

19 juli 2022

De Nederlandse Staat heeft lak aan zijn eigen regels


Het ministerie van Volksgezondheid (VWS) wil de appjes van ambtenaren over de mondkapjesdeal met Sywert van Lienden nog steeds niet publiceren. De Volkskrant had deze informatie opgevraagd. De rechter heeft een dwangsom van 15.000 euro opgelegd nadat het ministerie weigerde de stukken binnen de wettelijk vastgestelde termijn te levern. Het ministerie heeft er nu echter voor gekozen dit bedrag aan de Volkskrant te betalen in plaats van de wet te respecteren en de opgevraagde informatie openbaar te maken. 

Het blijkt vaker voor te komen. In Nieuwsuur zei hoogkeraar staatsrecht Voermans gisteren dat 80% van de Wob-aanvragen niet op tijd worden afgehandeld. 'De overheid koopt tijd en kan dat nog heel lang volhouden.' Alleen de Kamer kan hier tussenbeide komen en dat lijkt nu alsnog te gaan gebeuren. Een Kamermeerderheid, waaronder de drie coalitiepartijen D66, CDA en ChristenUnie, wil het ministerie nu dwingen alsnog meteen het berichtenverkeer openbaar te maken en met de Tweede Kamer te delen.

Je vraagt je af wie of wat VWS tegenhoudt om zoals het zeker de overheid betaamt gewoon de wet te volgen. Een onderzoek naar de mondkapjesdeal door adviesbureau Deloitte is ook al maanden vertraagd. Aan het onderzoek, waaraan nu al een jaar wordt gewerkt, is tot nu toe al ‘ruim 4,7 miljoen euro’ uitgegeven en dat bedrag kan nog verder oplopen zei de verantwoordelijke minister Helder begin deze maand. 

29 juni 2022

Een veilig publiek debat


De jaarrapportage 2021 van het College voor de Rechten van de Mens gaat over de toenemende agressie tegen journalisten, experts, politici en andere 'media-actoren' die regelmatig in het nieuws komen met uitspraken over actuele kwesties, zoals de coronapandemie en -recent- de stikstofcrisis. Het is een belangrijk rapport dat op basis van veel onderzoek laat zien wat de betekenis is van persvrijheid en vrijheid van meningsuiting voor de rechten van de mens in het algemeen. De ondertitel luidt: 'een veilig publiek debat'. 

Het College vraagt om een betere wettelijke bescherming van journalisten en andere media-actoren, het afschermen van adresgegevens en het strafbaar stellen van 'doxing', het delen van persoonsgegevens als intimidatiemiddel en maatregelen tegen SLAPP's. Het rapport vraagt ook aandacht voor de rol van internetplatforms bij de bevordering van veiligheid van deelnemers aan het publieke debat

Die veiligheid is niet alleen van belang voor journalisten en media-actoren. 'Daden van agressie en intimidatie zijn een inbreuk op het recht informatie te vergaren en te verspreiden. Tegelijk komt het recht van de burger om informatie te ontvangen onder druk. Als journalisten en anderen niet meer het hele verhaal kunnen vertellen, krijgen burgers geen goed beeld van wat zich afspeelt in de samenleving en hoe de overheid functioneert', schrijft het College. Dit raakt een wezenlijk aspect van het publieke debat dat in een democratie vrij moet zijn en ongehinderd moet kunnen plaatsvinden zonder angst van de deelnemers om hun mening te uiten of informatie publiek te maken. 

20 juni 2022

NPO voor het blok


De NPO zit in zijn maag met Ongehoord Nederland (ON), de nieuwe omroep die de stem van extreemrechts binnen het publieke bestel heeft gehaald. Dat er gedoe over zou komen was te verwachten. De publieke omroep blijft over het algemeen binnen de tolerantiegrenzen van een meerderheid van de Nederlandse bevolking van links tot rechts. Extreme geluiden worden zelden gehoord, zelfs niet bij de openlijk rechtse programma's van WNL en Powned. Maar ON van mediabestormer Arnold Karskens is in de ogen van velen te ver gegaan. 

De ombudsman van de omroep Margot Smits heeft naar aanleiding van klachten onderzoek gedaan en zij stelt nu dat de nieuwe publieke omroep Ongehoord Nederland (ON) de NPO-code heeft geschonden door het verspreiden van onjuiste informatie. 'Het gaat onder meer om schending van de code op het punt van betrouwbaarheid. Daardoor droeg de omroep passief en actief bij aan verspreiding van aantoonbaar onjuiste informatie. Ook wordt onjuiste informatie niet gecorrigeerd en worden meningen niet voldoende gescheiden van feitelijke informatie.' Waar het concreet op neerkomt is dat de omroep een man als Filip de Winter (Vlaams Belang) niet zonder tegenspraak een verhaal over een dreigende 'omvolking' had mogen laten houden. 

De NPO moet nu reageren op het rapport van Smits. Men overweegt een financiële sanctie. Het is niet moeilijk de gevolgen daarvan te voorzien. Meer frustratie bij extreemrechts over de mainstream media. Meer aanvallen van PVV en FvD op het linkse 'politieke kartel' dat Nederland naar de verdommenis helpt. Meer polarisatie en uiteindelijk meer geweld. Moet je ON dan zijn gang laten gaan?

31 mei 2022

De waarde van de Woo moet nog bewezen worden


Deze maand is de Woo (de Wet open overheid) van kracht geworden. Het is de opvolger van de Wob (Wet openbaar bestuur). De Woo regelt het recht van burgers op informatie van de overheid, lezen we op de site van de Rijksoverheid. 'Zo krijgt iedereen meer inzicht in het handelen van de overheid,' staat er. Dat is een belofte die nog waargemaakt moet worden. Het verleden van de openbaarheid van overheidsinformatie stemt ons helaas niet optimistisch. De Nederlandse overheid heeft grote moeite met openheid, alle bezweringen over 'transparatie' ten spijt. Ik heb er de afgelopen vijftien jaar op dit blog vele voorbeelden van gegeven. 

De nieuwe wet, die een lange voorgeschiedenis heeft, gaat in tegenstelling tot de vorige uit van de plicht tot actieve openbaarheid van verschillende categorieën informatie - bijvoorbeeld wetten, convenanten en onderzoeksrapporten. Bestuursorganen moeten ervoor zorgen dat deze informatie voor iedereen op één digitale plek vindbaar en doorzoekbaar is. Dit is de website open.overheid.nl. Nu zul je daar niet meteen alles kunnen vinden. De overheid heeft 'gekozen' voor een gefaseerde aanpak. Bedoeld wordt: we zijn qua ICT en menskracht niet in staat te voldoen aan wat de wet beoogt. 

Nieuw is een adviescollege dat naast het geven van gevraagd en ongevraagd advies ook klachten van journalisten kan behandelen. Daarvoor opent het college per 1 september een klachtenloket. Het is een van de weinige verbeteringen voor de openbaarheid van overheidsinformatie. In de procedures en beslistermijnen is er niet veel veranderd ten opzichte van de oude Wob. De reikwijdte van de wet is ietwat opgerekt. Bij de parlementaire behandeling van de wet zijn alsnog bedrijfs- en fabricagegeheimen die het bedrijfsleven verplicht met de overheid deelt uitgesloten van informatieverzoeken. Er is daarnaast geen register verplicht gesteld dat opsomt welke informatie überhaupt beschikbaar is bij de overheid of bij onder de overheid vallende instanties. 

Dat laatste biedt de vierde macht nog steeds een eenvoudige uitweg om nieuwsgierige burgers en journalisten de deur te wijzen: wat u vraagt hebben we niet. Het antwoord daarop zal zijn: geeft u dan maar alles wat u wel heeft. Ik betwijfel of de woo-ambtenaar daar zo blij mee zal zijn. 

17 mei 2022

Pers en politie


Nederland is op de Persvrijheid Index van Reporters Sans Frontières (RSF) gedaald van de 6e naar de 28e plek. Geweld tegen journalisten is de belangrijkste oorzaak van deze dalen. Dan gaat het zowel om geweld van het publiek, van bedreigingen tot aanrijdingen, als om geweld van de kant van de georganiseerde misdaad. Met als dieptepunt de moord op Peter R. de Vries. RSF wijst verder op de huidige bestuurscultuur van de overheid die openheid en persvrijheid aan zijn laars lapt, terwijl men zelf fout op fout stapelt. 

Alsfred Pijpers vindt dat RSF de verkeerde criteria hanteert als het gaat om persvrijheid. Zolang de overheid de media niet in de weg staat is het met de persvrijheid niet slecht gesteld, betoogt hij. Pijpers vindt dat het gaat om 'vrijwaring van media tegen staatsingrijpen, zoals preventieve censuur of regeringscontrole over kranten.' 'Vrije economische krachten' die monopolisering van mediabedrijven in de hand werken moeten we niet verantwoordelijk stellen voor achteruitgang van de persvrijheid,meent hij. En ook het geweld van boze boeren en kerkgangers tegen journalisten ziet hij niet als aantasting van het grondrecht. Een nogal beperkte visie lijkt me, gezien de gevolgen van die economische wetten en al dat geweld voor de vrijheid van de journalist en de informatievoorziening van de burger. Pijpers negatieve rol voor de overheid is ook eenzijdig omdat het vrije verkeer van informatie niet alleen vrijwaring van staatsingrijpen eist maar ook bescherming van de media en alle mensen die daar werken. De persvrijheid is mede afhankelijk van de inspanningen van de overheid om de beroepsgroep en de bedrijfstak te beschermen tegen aanvallen van actoren die helemaal niets hebben met vrij en open communiseren. De persvrijheidsindex van RSF kan gezien worden als een waarschuwing dat Nederland op dat punt tekort schiet. 

26 april 2022

De Digital Services Act en desinformatie


In de Europese Unie is er overeenstemming bereikt tussen het Parlement en de Raad van regeringsleiders over regels voor digitale dienstverlening. De Digital Services Act (DSA) is volgens een persbericht van de Raad is 'de eerste ter wereld die verreikende regels invoert voor onlineplatforms en zoekmachines. Bovendien introduceert de wet een innovatieve manier van toezicht houden.' Volgens Europarlementariër en PvdA’er Paul Tang, één van de voorvechters van meer Europese regulering van de digitale economie, betekent het akkoord dat er na twintig jaar ‘eindelijk’ nieuwe wetgeving over online-veiligheid is. De bescherming van consumenten zoals we die kennen op het gebied van voedsel en apparaten en heel veel meer heeft voor internetgebruikers inderdaad lang op zich laten wachten. Niet in het minst vanwege de hardnekkige lobby van internetondernemers die alles het liefst zelf in de hand willen houden. 

Waar kunnen we nu op rekenen als de wet (uiterlijk 1 januari 2024) van kracht wordt? Allereerst gaat het om het tegengaan van illegale handel. De platforms kunnen worden aangesproken op hun verantwoordelijkheid foute handelaren te verwijderen. Belangrijker nog is dat er 'meer toezicht komt door gebruikers en overheden. Online platformen kunnen verplicht worden om data aan te leveren bij onderzoekers van overheden. Het idee is dat een derde partij meekijkt met de online risico’s van het platform.' Online platforms worden voorts 'verplicht om technische informatie te delen over de algoritmes die content aanraden. Op dit moment zijn dat vaak bedrijfsgeheimen. De DSA zorgt ervoor dat organisaties transparant moeten communiceren over algoritmes, vergelijkbaar met de AVG voor gegevensverwerking.' 

Tang wijst ook nog op een ‘saillant’ artikel in de wet over desinformatie, waarbij grote platforms als Facebook en Google verplicht worden stappen te ondernemen tegen nepnieuws en desinformatie in crisissituaties, zoals de oorlog in Oekraïne en de pandemie. Tang: We maken met deze wet een statement tegen het propagandabeleid van Poetin.' Dat is heel mooi. Maar hoe ver gaat dat? En wie volgt na Poetin? Hier betreedt een overheidsinsantie een gevaarlijk terrein. 

16 april 2022

Mediablokkades


De Russische mediatoezichthouder Roskomnadzor heeft de Russischtalige website van The Moscow Times geblokkeerd. Erg verrassend is dat niet. Sinds het begin van de oorlog in Oekraïne zijn minstens veertig onafhankelijke websites geblokkeerd. Nog niet verboden media zijn onderhevig aan zware censuurmaatregelen. The Moscow Times van de Nederlander Derk Sauer wordt sinds kort in Nederland gemaakt. Opmerkelijk is dat alleen de Russischtalige versie is geblokkeerd. De Engelstalige versie is nog steeds toegankelijk. De Russische kan ook nog worden gelezen via een VPN-verbinding en vanuit het buitenland. 

Dat het Poetin-regime weinig respect heeft voor de persvrijheid hoeft niet te verbazen. Onafhankelijke media hadden het er al moeilijk genoeg en in oorlog tolereert de staat uitsluitend nog propaganda. Maar dat de Europese Commissie nog geen week na de inval van Rusland in Oekraïne de Russische staatsmedia RT en Sputnik met hun websites en Twitteraccounts ontoegankelijk maakte voor Europese burgers verbaast wel. 'Dit is buitengewoon onverstandig,' verklaarde de Nederlandse Vereniging van Journalisten, 'omdat het niet aan staten is om nieuwskanalen indirect te laten blokkeren. Daarmee ondermijnt Europa de fundamenten van een vrije pers en zet het de deur open naar een staatsgereguleerde nieuwsvoorziening, waar niet langer de burger in staat is om een vrije keuze te maken uit het nieuwsaanbod.' Eigenlijk doet de Europese Commissie hier precies hetzelfde als Poetin, meent de NVJ.

31 maart 2022

Afnemende tolerantie


Politieke spanningen gaan vaak samen met verminderde tolerantie. In het meest extreme geval, oorlog, verdwijnt een vrije uitwisseling van informatie volledig. Censuur keert terug, het wordt moeilijk waarheid van leugen te onderscheiden. Landen worden in hun geheel 'gecancelled'; niet alleen hun industriële producten worden geweigerd maar ook media worden afgesloten en de cultuur wordt in de ban gedaan. Zo ver is het met Rusland gekomen sinds het Poetin-regime Oekraïne is binnengevallen en daar al weken verwoestingen aanricht met duizenden slachtoffers. Het onderscheid tussen het regime en de bevolking en de cultuur wordt niet meer gemaakt.

In de NRC verbaast Peter de Bruijn zich er terecht over 'hoe weinig weerstand of zelfs maar debat het verbod van Russia Today heeft losgemaakt, ook onder journalisten. Veelvuldig valt te horen dat de zender nu eenmaal gemene propaganda bedrijft en niet aan journalistiek doet; een verbod is daarom gerechtvaardigd.' Het etiket desinformatie wordt te pas en te onpas gebruikt om informatiebronnen af te sluiten. Een verbod of censuur van culturele uitingen heeft inmiddels 'een wonderlijke respectabiliteit gekregen en kan rekenen op opmerkelijk veel steun en begrip.' Het gevolg is, schrijft de Bruijn, 'dat een substantieel deel van de bevolking momenteel bevreesd is om frank en vrij een mening te geven, uit angst voor de sociale consequenties van een verkeerde opmerking.' En voor nuance is er weinig begrip. Je bent voor of tegen, aan deze kant of aan de andere kant.

17 maart 2022

Ongehoord


Sinds kort is het publieke omroepbestel uitgebreid met twee nieuwe omroepen: Zwart en Ongehoord Nederland. De laatste begon eind februari met Ongehoord Nieuws, een nieuws- en praatprogramma op lunchtijd. Het regende onmiddellijk klachten, zoveel dat de NPO-ombudsman Margo Smit al na drie uitzendingen een onderzoek is begonnen. 'Veel mensen die me schrijven, beginnen over onjuiste informatie, desinformatie, gebrek aan onpartijdigheid, en racisme. Ook is gezegd dat het de publieke omroep onwaardig is.' Een deel van de klachten gaat over de berichtgeving over de Russische invasie in Oekraïne. De klachten over racisme waren naar aanleiding van een fragment waarin asielzoekers werd gevraagd hoe ze aan hun fietsen kwamen en of ze die "met geld" hadden gekocht. De ombudsman zal nagaan in hoeverre de omroep de journalistieke code van de publieke omroep heeft geschonden. In die code staat dat journalistieke programma's van de omroep 'betrouwbaar, nauwkeurig en zorgvuldig, onafhankelijk, onpartijdig en onbevooroordeeld, en evenwichtig en pluriform moeten zijn.'

Ik kan me moeilijk voorstellen dat Ongehoord Nederland op alle punten voor de toets zal slagen. De omroep zet zich nadrukkelijk af tegen de bestaande omroepen ongeveer zoals Baudet zich afzet tegen de oudere politieke partijen. ON is een forum voor de stemmen rechts van de VVD die volgens de oprichters tot nu niet werden gehoord. Gasten in Ongehoord Nieuws komen van de PVV, Forum voor Democratie en de partij van Van Haga. Ook virusontkenners en complotdenkers mogen aanschuiven. Ze verkondigen allemaal ongestoord hun 'waarheden'. Maar het is de vraag wat de NPO daartegen kan doen.

04 maart 2022

Het ongemak van de nuance


In de oorlog sneuvelt de waarheid als eerste. En dat geldt natuurlijk voor beide partijen. Ook in de oorlog van Rusland tegen Oekraïne. Dus wie Zelensky meer krediet geeft dan Poetin zal er toch rekening mee moeten houden dat niet alles wat de regering van Oekraïne beweert ook op waarheid berust. Ik betwijfel of er bij de overweldigende solidariteit met underdog Oekraïne nog wel voldoende ruimte is voor deze relativering. 

Ook voor de achtergronden van de oorlog lijkt in deze spannende tijden minder ruimte dan voor de actuele ontwikkelingen, de opmars van het Russische leger, de bombardementen en de vluchtelingen. Historici worden verdrongen door militaire deskundigen. Velen hebben sinds de val van de Muur gewaarschuwd voor de gevolgen van de opmars van de NATO in oostelijke richting. De diplomaat George Kennan, architect van de Amerikaanse Koude Oorlogsstrategie zei in 1998: 'Ik denk dat de Russen geleidelijk nogal negatief zullen reageren en het zal hun beleid beïnvloeden. Ik denk dat het een tragische vergissing is. Hier was geen enkele reden voor. Niemand bedreigde iemand anders.' Maar de prioriteiten van de 'overwinnaars' van de Koude Oorlog lagen elders. Katharina Pistor schrijft dat het westen vanwege de bemoeienis met Rusland na de val van het communisme medeverantwoordelijk genoemd kan worden voor de recente ontwikkelingen. 'Na de ineenstorting van de Sovjet-Unie 30 jaar geleden, overtuigden Amerikaanse economische adviseurs de Russische leiders om zich te concentreren op economische hervormingen en de democratie op een laag pitje te zetten – waar Poetin het gemakkelijk zou kunnen doven wanneer de tijd daar was.' En zo geschiedde.

Dergelijke stemmen worden ook wel gehoord in de Nederlandse media, maar ze roepen weerstand op in het in toenemende mate gepolariseerde openbaar debat. Het ongemak van de nuance komt wat mij betreft vooral voort uit de manifestatie van extreemrechtse groepen die het opnemen voor Poetin. Wie nu wijst op het aandeel van de VS en de NATO in de voorgeschiedenis van deze oorlog loopt het risico weggezet te worden als aanhanger van Baudet. Einde discussie. Ook vraagtekens bij de onvoorwaardelijke steun voor het huidige regime in Kiev kunnen, ondanks de stijgende corruptiecijfers, in de roes van de pro-Oekraïne stemming eenvoudig gesmoord worden. Nu even niet.

Ik voel me solidair met de slachtoffers van de misdaden van het Poetin-regime, zowel in Oekraïne als in Rusland. Juist daarom zou ik het complete verhaal van deze geschiedenis graag overeind willen houden. 

[foto: Mike Maguire CC]

13 februari 2022

Intimiderende verontwaardiging


Eind vorig jaar schreef ik over een onderoek van het European Legal Support Centre (ELSC) dat pro-Palestijnse activisten juridisch bijstaat. Het instituut onderzocht 76 gevallen van pogingen activisten de mond te snoeren met beschuldigingen van antisemitisme. Een nieuw voorbeeld van een poging om alle kritiek op Israël in de kiem te smoren is de lastercampgane tegen de indieners van een Wob-verzoek naar documenten inzake de banden tussen universiteiten en Israël alsmede Nederlandse Israël gezinde organisaties. De initiatiefnemers hebben hun verzoek via The Rights Forum ingediend omdat ze vreesden voor schadelijke gevolgen voor hun carrières als zij dat zelf zouden doen. Universiteiten zijn geen veilige omgeving voor medewerkers en studenten die Israël-kritische activiteiten ontplooien, vertelden zij. Vaak leiden die tot protesten en campagnes van pro-Israëlische organisaties die open debat over Israël-kritische thema’s proberen te voorkomen, gewoonlijk door de betrokkenen van antisemitisme te betichten. 

Dat bleek goed ingeschat. Het Wob-verzoek leidde onmiddellijk tot felle beschuldigingen van de Israëllobby. In het Nieuw Israëlitisch Weaekblad schreef Esther Voet dat The Rights Forum ‘het antisemitisme niet schuwt’ en ‘liever ziet dat Israël als Joodse staat van de kaart wordt geveegd’. Ze sprak zelfs van een 'jacht op Joden'. Ronny Nafthaniel twitterde: ‘krankzinnig en discrimi­nerend WOB-verzoek – de Ariërverklaring revisited’. En voormalig PVV-Kamerlid Kortenhoeven maakte het nog bonter met een in het Duitse gestelde aanklacht tegen het 'SS-Totenkopfverbände The Rights Forum… Es sind dieselben wie früher.'  Opperrabijn Jacobs trekt een parallel tussen universiteiten die aan het Wob-verzoek willen voldoen met ‘de meeste burgemeesters die gedurende de bezetting netjes de namen van hun Joodse burgers aan de Duitsers doorgaven’. 

28 januari 2022

Prioriteiten


Ministeries handelen een verzoek in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) in gemiddeld 161 dagen af, terwijl dit eigenlijk in 28 dagen moet zijn gebeurd, met een mogelijke verlenging van nog eens 28 dagen. Dit blijkt uit een onderzoek van de Open State Foundation en het Instituut Maatschappelijke Innovatie (IMI). De onderzoekers analyseerden bijna duizend Wob-verzoeken die in de periode van oktober 2020 tot en met september 2021 op Rijksoverheid.nl zijn geplaatst. Hoelang het duurt voordat een verzoek is afgehandeld, verschilt per ministerie. Geen enkel ministerie haalt gemiddeld de wettelijk voorgeschreven termijn. Justitie en Veiligheid (188 dagen), Financiën (191 dagen) en Infrastructuur en Waterstaat (206 dagen) zijn over het algemeen het traagst met het vrijgeven van informatie. De omvang van de verzoeken speelt geen rol. Het is duidelijk dat er op de ministeries geen gevoel voor urgentie is bij de openbare verantwoording van het beleid. De onderzoekers bepleiten een ander uitgangspunt voor het openbaar maken van informatie. Zoals het nu is handelt de overheid vanuit het principe 'gesloten, tenzij....' Dat moet hoognodig veranderen in 'openbaar, tenzij'. 

Binnenkort wordt de nieuwe Wet Open Overheid van kracht. De geschiedenis van dit initiatiefvoorstel van GroenLinks en D66 laat ook goed zien hoe laag de prioriteit bij de overheid is als het om openbaarheid gaat. Het eerste voorstel is in 2012 ingediend. In 2016 heeft de Tweede Kamer de wet in eerste instantie aangenomen. De regering sputterde tegen vanwege de kosten en wist een uitsel van vijf jaar te bewerkstelligen voordat een aangepast wetsontwerp in de Eerste Kamer kon worden behandeld. De nieuwe versie is door de Eerste Kamer aangenomen op 5 oktober 2021 met alleen de stemmen van de christelijke partijen tegen. De actieve openbaarheid wordt versterkt door het verplicht stellen van openbaarmaking uit eigen beweging van bepaalde categorieën informatie. Overheidsorganen moeten een online beschikbaar register gaan bijhouden van de documenten en datasets waarover zij beschikken. En er komt ook een adviescollege dat zal toezien op de informatiehuishouding van het rijk en decentrale overheden.

Een ander voorbeeld van traag overheidshandelen is de wetgeving ter bescherming van klokkenluiders. 

19 januari 2022

Woorden met gevolgen


Onieuw is er ophef in de Tweede Kamer over uitspraken van Wilders. Eind december schreef hij over de nieuwe minister van Justitie Dilan Yeşilgöz: 'Een VVD-er van Turkse afkomst op Justitie. En nu maar hopen dat ze mijn beveiliging niet opheft want het liefste zien ze me natuurlijk onder het gras verdwijnen.' Vandaag in het Kamerdebat over de regeringsverklaring weigerde hij dit terug te nemen. Met 'ze' was de VVD bedoeld, zei hij. Die partij probeert hem al jaren uit de weg te werken. Vervolgens kwam er in zijn betoog over het coalitieakkoord opnieuw een aanval op de pers 'die zich gedraagt als lakei van de macht'. Toen hij daarna ook nog eens D66 Kamerlid Fonda Sahla aanviel op haar hoofddoekje met de uitspraak "We zijn het Nederlandse parlement. Met een hoofddoekje ga je maar in Saudi-Arabië in het parlement zitten" was de maat vol. Kamerleden vroegen Kamervoorzitter Vera Bergkamp dringend om in te grijpen. Bergkamp vond de opmerking van Wilders over de hoofddoek van hun collega 'niet respectvol', maar verder ging zij niet.

Wilders leeft van ophef. Zijn populariteit is voor een groot deel te danken aan zijn 'recht-voor-zijn-raap' taalgebruik. Hij is niet vies van scheldpartijen tegen gevestigde partijen, integendeel. Het is zijn handelsmerk. En het vermoeden is dat hij nu een tandje bijzet omdat hij vreest voor de concurrentie van FvD. Zijn islamofobie begint ook een beetje sleets te worden. 

Bergkamp zit met de vraag of zij de traditioneel grote vrijheid van Kamerleden moet gaan beknotten. De aandrang van de collega's wordt steeds groter. Dat heeft niet alleen te maken met de verruwing van de onderlinge verhoudingen in de Kamer. Het gaat vooral om het risico dat het grof geschut van sommige Kamerleden oplevert voor ontsporingen buiten de Kamer, bedreigingen op sociale media en fysieke bedreigingen die daar dan weer uit kunnen voortvloeien. 'Steeds minder deinzen Kamerleden ervoor terug de woorden van politici te verbinden aan wat er online én op straat gebeurt.'