31 mei 2022

De waarde van de Woo moet nog bewezen worden


Deze maand is de Woo (de Wet open overheid) van kracht geworden. Het is de opvolger van de Wob (Wet openbaar bestuur). De Woo regelt het recht van burgers op informatie van de overheid, lezen we op de site van de Rijksoverheid. 'Zo krijgt iedereen meer inzicht in het handelen van de overheid,' staat er. Dat is een belofte die nog waargemaakt moet worden. Het verleden van de openbaarheid van overheidsinformatie stemt ons helaas niet optimistisch. De Nederlandse overheid heeft grote moeite met openheid, alle bezweringen over 'transparatie' ten spijt. Ik heb er de afgelopen vijftien jaar op dit blog vele voorbeelden van gegeven. 

De nieuwe wet, die een lange voorgeschiedenis heeft, gaat in tegenstelling tot de vorige uit van de plicht tot actieve openbaarheid van verschillende categorieën informatie - bijvoorbeeld wetten, convenanten en onderzoeksrapporten. Bestuursorganen moeten ervoor zorgen dat deze informatie voor iedereen op één digitale plek vindbaar en doorzoekbaar is. Dit is de website open.overheid.nl. Nu zul je daar niet meteen alles kunnen vinden. De overheid heeft 'gekozen' voor een gefaseerde aanpak. Bedoeld wordt: we zijn qua ICT en menskracht niet in staat te voldoen aan wat de wet beoogt. 

Nieuw is een adviescollege dat naast het geven van gevraagd en ongevraagd advies ook klachten van journalisten kan behandelen. Daarvoor opent het college per 1 september een klachtenloket. Het is een van de weinige verbeteringen voor de openbaarheid van overheidsinformatie. In de procedures en beslistermijnen is er niet veel veranderd ten opzichte van de oude Wob. De reikwijdte van de wet is ietwat opgerekt. Bij de parlementaire behandeling van de wet zijn alsnog bedrijfs- en fabricagegeheimen die het bedrijfsleven verplicht met de overheid deelt uitgesloten van informatieverzoeken. Er is daarnaast geen register verplicht gesteld dat opsomt welke informatie überhaupt beschikbaar is bij de overheid of bij onder de overheid vallende instanties. 

Dat laatste biedt de vierde macht nog steeds een eenvoudige uitweg om nieuwsgierige burgers en journalisten de deur te wijzen: wat u vraagt hebben we niet. Het antwoord daarop zal zijn: geeft u dan maar alles wat u wel heeft. Ik betwijfel of de woo-ambtenaar daar zo blij mee zal zijn. 

17 mei 2022

Pers en politie


Nederland is op de Persvrijheid Index van Reporters Sans Frontières (RSF) gedaald van de 6e naar de 28e plek. Geweld tegen journalisten is de belangrijkste oorzaak van deze dalen. Dan gaat het zowel om geweld van het publiek, van bedreigingen tot aanrijdingen, als om geweld van de kant van de georganiseerde misdaad. Met als dieptepunt de moord op Peter R. de Vries. RSF wijst verder op de huidige bestuurscultuur van de overheid die openheid en persvrijheid aan zijn laars lapt, terwijl men zelf fout op fout stapelt. 

Alsfred Pijpers vindt dat RSF de verkeerde criteria hanteert als het gaat om persvrijheid. Zolang de overheid de media niet in de weg staat is het met de persvrijheid niet slecht gesteld, betoogt hij. Pijpers vindt dat het gaat om 'vrijwaring van media tegen staatsingrijpen, zoals preventieve censuur of regeringscontrole over kranten.' 'Vrije economische krachten' die monopolisering van mediabedrijven in de hand werken moeten we niet verantwoordelijk stellen voor achteruitgang van de persvrijheid,meent hij. En ook het geweld van boze boeren en kerkgangers tegen journalisten ziet hij niet als aantasting van het grondrecht. Een nogal beperkte visie lijkt me, gezien de gevolgen van die economische wetten en al dat geweld voor de vrijheid van de journalist en de informatievoorziening van de burger. Pijpers negatieve rol voor de overheid is ook eenzijdig omdat het vrije verkeer van informatie niet alleen vrijwaring van staatsingrijpen eist maar ook bescherming van de media en alle mensen die daar werken. De persvrijheid is mede afhankelijk van de inspanningen van de overheid om de beroepsgroep en de bedrijfstak te beschermen tegen aanvallen van actoren die helemaal niets hebben met vrij en open communiseren. De persvrijheidsindex van RSF kan gezien worden als een waarschuwing dat Nederland op dat punt tekort schiet.