22 juni 2006

De academische vrijheid onder druk


De rector magnificus van de Utrechts Universiteit heeft bij een van zijn hoogleraren sterke aandrang uitgeoefend om enkele passages in zijn afscheidsrede te schrappen. Het ging met name om de stelling dat de islamitische wereld de fakkel van de jodenhaat van de nazi's heeft overgenomen. En om de weinig diplomatieke kwalificaties die de hoogleraar in dit verband gebruikte voor Dries van Agt en Gretta Duisenberg, twee propagandisten voor de Palestijnse zaak. De hoogleraar, de theoloog Pieter van der Horst voldeed onder protest aan het verzoek, maar heeft achteraf zijn bezwaren luid en duidelijk publiek gemaakt. Verschillende versies van zijn afscheidsrede zijn eveneens gepubliceerd.
De NRC vond de rector bang. Enkele collega's meenden dat het om een terechte ingreep ging vanwege de strijdigheid van de afscheidsrede met de academische mores, de smadelijke bejegening van mensen met een grote reputatie, de generaliseringen en de onterechte historische vergelijkingen in het betoog. Maar Van der Horst vond in antwoord daarop dat de rector wel degelijk uit angst voor reacties uit islamitische hoek een onaanvaardbare inbreuk op zijn academische vrijheid had gemaakt.
De stellingname van Van der Horst is niet nieuw, de jodenhaat in de arabische wereld ook niet. De woordkeuze van de hoogleraar vind ik op sommige plekken weinig academisch, het betwiste deel is meer een politiek verhaal dat Wilders niet zou misstaan (hij stelde dan ook onmiddellijk kamervragen). Maar los van deze inhoud vraag ik me af of de rector het niet wat handiger had kunnen aanpakken. Vooraf ingrijpen getuigt niet van respect voor de vrijheid van meningsuiting. Ik ben het met Van der Horst eens dat achteraf distantiƫren een betere keuze was geweest. Het had de universiteit een hoop onnodige commotie bespaard.

,

08 juni 2006

Columnist slachtoffer van ruzie tussen gelovigen


Religieus dogmatisme zet de uitingsvrijheid nogal eens onder druk. Op Goeree Overflakkee (foto) is de columnist van een streekblad na dreigementen ontslagen vanwege zijn commentaar op kerkelijke zaken. Onder het pseudoniem Abel den Denker dreef de columnist de spot met conflicten die zich op Goeree Overflakkee voordoen sinds de kerkfusie die tot de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) leidde. Veel gelovigen op het eiland hebben zich van de PKN afgescheiden. Die bezwaarden liggen in scheuring met familieleden, en er zijn rechtszaken over de bezittingen van de verdeelde kerken. De hoofdredacteur riep na dreigementen aan het adres van de krant tevergeefs de hulp in van de politie. "Als ik weet wie die columnist is, dan kill ik hem" zei de plaatselijke politieagent toen aangifte werd gedaan. De PvdA heeft vragen gesteld over de persvrijheid op het Zuid-Hollanse eiland (NRC).
Een dorpsrel? Vorige week woonde ik een discussie bij in de Haagse Hogeschool over de grenzen van de vrijheid van meningsuiting. Aanleiding was de commotie over de Deense cartoons. De discussie was georganiseerd door een afdeling van Amnesty in samenwerking met de internationale studentenvereniging van de school. Er waren veel allochtone studenten. Een moslima reageerde furieus op inleidster Fatma Koser Kaya (Tweede-Kamerlid voor D66). Zij zag in de islam wereldwijd veel diversiteit en voldoende ruimte voor verschillende opvattingen. Er zijn rekkelijken en preciezen, ook onder moslims. Als voorbeeld van een rekkelijke opvatting noemde Koser Kaya de vrouwelijke imam die ze in Turkije had gesproken. De moslima had daar een duidelijk standpunt over: dit is geen mening maar een verkeerde interpretatie van de islam. En, zo bevestigde een andere student mij in de pauze, die ligt nu eenmaal vast. De islam kan geen onderwerp zijn van vrije oordeelsvorming en meningsuiting.
Godsdienst uitsluiten van het recht op vrije meningsuiting komt nog steeds vaak voor. En niet alleen bij dogmatische islamieten. Het is geen kenmerk van een bepaalde godsdienst, maar van een bepaalde interpretatie van godsdienst. Godsdienst dient in deze interpretatie als instrument om mensen in het gareel te houden, godsdienst wordt gebruikt als machtsmiddel. En dat middel wordt in de dorpspolitiek net zo makkelijk toegepast als in de internationale verhoudingen.
,

Pedofielenpartij testcase voor vrijheid van meningsuiting


Pedofilie wekt nog steeds grote beroering in Nederland. Het oprichten van een partij die pedofielen meer ruimte wil geven is dan ook bij voorbaat pure provocatie. Het hoeft niemand te verbazen dat er onmiddellijk stemmen op gingen om de partij te verbieden (Wilders, de LPF). Een van de initiatiefnemers, die op een camping bivakkeerde, is met geweld bedreigd. Hij is inmiddels met onbekende bestemming vertrokken. De campinghouder toonde begrip voor de dreigementen en wil "een gesprek" als hij terug mocht willen komen. "In de overeenkomst staat dat de plek op het park voor recreatieve doeleinden is bestemd. Daar vallen zijn activiteiten niet onder", aldus de woordvoerder op nu.nl. Inmiddels tekenden meer dan 30.000 mensen een online petitie en is er voor a.s. zaterdag een demonstratie aangekondigd. Internetprovider Media Design sluit volgens RTL-nieuws de site van de nieuwe partij.
En intussen roept iedereen overal op het internet en in de ingezonden brieven rubrieken dat "dit echt niet kan". Het is een interessante case vanuit het gezichtspunt van de vraag waar de grenzen van de vrijheid van meningsuiting liggen. Mogen walgelijke gedachten ook geuit worden? Voltaire (foto) heeft ooit gezegd "Ik verafschuw wat u zegt, maar ik zal uw recht om het te zeggen met mijn leven verdedigen". Een van de ingezonden brievenschrijvers in Metro vond dat hier geen sprake was van een mening die door grondrechten beschermd zou moeten worden. Het opkomen voor pedofielen is gewoon gevaarlijk en moet dus verboden worden. Punt uit. Een duidelijk standpunt, maar ook een gevaarlijk standpunt. Wie de vrijheid van meningsuiting serieus neemt moet net als Voltaire juist bij het afwijkende, hoe walgelijk ook, zijn rug recht weten te houden. De wet stelt grenzen, niet veel, maar ze zijn er wel. Een van de grenzen betreft kinderporno. De reden voor het verbod op het verspreiden en bezitten van kinderporno is het feit dat voor dit materiaal kinderen misbruikt worden. Het misbruik van kinderen is strafbaar, daar gaat het om. De opvattingen van een uiterst kleine minderheid over dit onderwerp moet je echter niet willen verbieden. Dat raakt aan het wezen van de vrijheid van meningsuiting en de democratie. Verontrustend is dat in allerlei polls die nu op het web gehouden worden slechts een minderheid dit standpunt deelt.
,