05 oktober 2009

Defensie blijft geheimen koesteren


Het eerste slachtoffer in een oorlog is de waarheid. Na Srebrencia en Irak heeft het Nederlandse leger in Afghanistan opnieuw een doofpotaffaire. Argos berichtte zaterdag j.l. over de standrechtelijke executie van 11 Afghanen in het Nederlandse ISAF-gebied in 2002. En over de problemen om de waarheid rond deze gebeurtenis uit de begintijd van de Nederlandse aanwezigheid in Afghanistan boven water te krijgen. "De Tweede Kamer wordt niet geïnformeerd over het incident. De Marechaussee hoort getuigen op basis van onvolledige informatie. Rapportages worden tot staatsgeheim verklaard. Foto’s verdwijnen spoorloos uit de archieven. En anno 2009, ruim zeven jaar na dato, weigert Defensie nog steeds documenten vrij te geven die duidelijk kunnen maken, welke rol commando’s van het Nederlandse Korps Commando¬troepen (KCT) precies gespeeld hebben bij dit incident."
PvdA-kamerlid Heerts wil opheldering. Defensie zal zich zo goed mogelijk verdedigen. Als het nodig is zullen ze zich beroepen op het staatsgeheim. Een oorlog voeren en openheid verdragen zich niet. Maar ook als er geen oorlog is koestert Defensie geheimen. Hoe kan het parlement een goed besluit nemen over de inzet van troepen of het beëindigen van een operatie als we afhankelijk zijn van een organisatie met een doofpottencultuur die zich zo weinig gelegen laat liggen aan openbare verantwoording? Misschien kan de PvdA zich daar ook eens mee bezighouden. Het gaat hier niet om een incident.
Dit incident is dankzij vasthoudende journalistiek niet in de doofpot terechtgekomen. Onafhankelijke journalistiek is van onschatbare waarde in een democratie. Daar ligt nog een schone taak voor mediaminister Plasterk. Hij moet straks oordelen over de toekomst van de onafhankelijke en originele omroep Llink, die de steun heeft van het vereiste aantal leden, maar niet van een paar culturele adviesorganen. Teken dus de petitie voor het behoud van Llink.


,