28 juli 2020

Scrabblewoorden en misdaden

De Amerikaanse bond die officiële scrabble-toernooien organiseert, de North American Scrabble Players Association (NASPA) heeft 226 woorden geschrapt uit de lijst van bij wedstrijden toegestane woorden. Het gaat vooral om beledigingen voor zwarte mensen en homofobie, maar ook een Ierse pejoratieve term voor een plattelandsbewoner staat op de lijst. De fabrikant van Scrabble, Hasbro,is akkoord met de aanpassing van de woordenlijst, die ook gaat gelden voor online versies van het spel. Dat betekent dat alle Engelstalige spelers met de lijst verboden woorden te maken krijgen.

De voorzitter van de NASPA, John Chew,  schrijft aan zijn leden: "Als we een scheldwoord leggen, zeggen we daarmee eigenlijk dat ons verlangen om punten te scoren in een woordspelletje voor ons zwaarder weegt dan de bredere functie van het scheldwoord als middel om een groep mensen te onderdrukken." Een van initiatiefnemers, Josephine Flowers, heeft er nog andere gedachten bij: 'Je zou daar een wedstrijd van 45 minuten kunnen zitten terwijl je alleen maar naar dat woord kijkt. En als je de persoon die het heeft gespeeld niet kent, dan vraag je je af:"Werd het als een flauw woord neergezet, of was het het eerste woord dat in hen opkwam?"'

De keuze van de woorden die nu verboden zijn is gebaseerd op het woordenboek van Merriam-Webster die het beledigende karakter meldt van woorden, meest in verband met racisme. De uiteindelijke lijst die de NASPA nu gaat hanteren wordt hier voor alle zekerheid verdraaid weergegeven, om de toevallige lezer niet op verkeerde gedachten te brengen. 

De actie waardoor woorden die wel bestaan in het Engels toch niet in het spel gebruikt mogen worden is nieuw voor de scrabble-spelers. In de jaren negentig heeft de Anti-Defamation League al eens een poging gedaan woorden met een anti-semitische lading uit de lijst verwijderd te krijgen, maar veel afdelingen van scrabble-spelers hielden zich er niet aan en bleven hun eigen lijst hanteren.


14 juli 2020

Het ongemak van foute meningen

De aankondiging dat Jort Kelder een televisiedebat zou gaan leiden over racisme in Nederland was voor Grâce Ndjako en Antoin Deul aanleiding NPO-voorzitter Rijxman een protestbrief te schrijven en tevens op te roepen het debat te boycotten. Ze vinden racisme niet zomaar een mening waar je, zoals in een debat, voor of tegen kunt zijn. En ze vinden de keuze van Kelder als debatleider 'absurd'. Ze citeren enkele uitspraken van Kelder en concluderen dan: 'U zegt in uw statement dat u polarisatie wilt tegen gaan maar in onze optiek wakkert u hiermee juist polarisatie aan. Wij kunnen niet anders dan de conclusie trekken dat uw motieven niet zuiver zijn en het dus over het scoren van kijkcijfers gaat.... dat uw omroep racisme kapitaliseert om er een voordeel mee te doen.'

Racisme is geen mening, maar een moorddadig systeem van achterstelling, uitsluiting en onderdrukking op basis van kleur. Dat ben ik met de briefschrijvers eens. Dat Kelder een weinig gelukkige keuze is voor zo'n programma, daar kan ik het ook nog wel mee eens zijn, al zou je ook kunnen redeneren dat hij mensen aanspreekt die zich tot nu toe afzijdig hebben gehouden. Maar dat zij vanwege die keuze de NPO betichten van niet-zuivere motieven, scoren voor de kijkcijfers en het 'kapitaliseren' van het onderwerp om er voordeel mee te behalen vind ik grotesk. Het is een goedkoop statement dat geen enkele bijdrage levert aan het uitbannen van het moorddadige systeem.

Uitbanning van racisme vereist maatregelen die dit systeem afbreken en vervangen door sociale gelijkheid op de arbeidsmarkt, bij de verdeling van woningen, in het onderwijs, in het alledaagse leven en op andere terreinen. Het straffen, boycotten of aan de schandpaal nagelen van mensen die iets gezegd hebben dat past binnen de ideologie van het racisme brengt deze maatregelen geen stap dichterbij. Het gaat er om concrete discriminatie te veroordelen en te verbieden. Je kunt mensen nu eenmaal niet dwingen anders te gaan denken. Vooroordelen, stereotyperingen en beledigingen verdienen een weerwoord. In ernstige gevallen, zoals bij bedreigingen, is er de strafwet. Maar je wint het niet tegen dit 'moorddadige systeem' door alles te zetten op het uit de openbaarheid houden van 'foute' uitingen. Niet gehoord, niet gezien....maar ook niets opgelost.