26 november 2009

Staat wil critici laten vervolgen


Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken Ank Bijleveld (CDA) doet aangifte van het verspreiden van een folder waarin mensen worden opgeroepen hun burgerservicenummer op de arm te laten tatoeëren. Zij vindt de folder smakeloos, het tatoeëren van een nummer op de arm doet haar denken aan de Holocaust. Maar welke wet hebben de verspreiders van deze folder dan overtreden? Bijleveld is daar niet duidelijk over. De folder doet in opmaak en stijl denken aan de folders die de Rijksoverheid zelf verspreidt. Maar wie zal in hemelsnaam denken dat het Rijk zoiets verzonnen heeft? Dat zou toch buitengewoon ernstig zijn. Als de Nederlandse bevolking het normaal zou vinden dat het Rijk een Holocaust-procédé gaat toepassen, dan mag de Nederlandse overheid zich wel mens achter de oren krabben en de vraag stellen: waar zijn wij mee bezig?
De aangifte lijkt me eerder voort te komen uit een gebrek aan ontvankelijkheid voor kritiek. De initiatiefnemers van deze actie richten zich tegen het plan om alle vingerafdrukken die verzameld worden voor paspoorten onder te brengen in een centrale database waar ook politie en justitie toegang toe zouden krijgen. Ongetwijfeld onder allerlei voorwaarden. Maar het idee alleen al. Het heeft mij verbaasd hoe makkelijk onze volksvertegenwoordigers accoord zijn gegaan met de nieuwe paspoortwetgeving. De critici die nu op een originele manier ophef maken over deze dubieuze wetgeving verdienen alle steun. Denk er nog eens over na Ank, in plaats van meteen in de gordijnen te klimmen als mensen zich kritisch uiten over het beleid van de overheid.


,

21 november 2009

Waarom mogen we dat niet weten?


Gebrek aan openbaarheid kennen we uit de sfeer van defensie, de AIVD en het Koninklijk Huis. Tot ergernis van menig kamerlid. Des te schokkender is het daarom nu te lezen dat ook de Tweede Kamer de pers breidelt door informatie achter te houden. In NRC Handelsblad schrijven Maarten Bakker, parlementair verslaggever van de KRO en Thomas Bruning, algemeen secretaris van de NVJ, dat journalisten sinds begin dit jaar geen inzage meer krijgen in de ingekomen stukken van de Tweede Kamer. Daarbij moet je denken aan brieven, rapporten en nota's die vanuit de samenleving aan de Kamer worden verstuurd. En aan stukken van allerlei lobby-groepen die de kamerleden in hun standpuntbepaling proberen te beïnvloeden. Dat is toch informatie die voor journalisten in hun rol als rapporteur over het handelen van politici niet onbelangrijk is, zou je zeggen.
Waarom zou niet iedereen kennis mogen nemen van wat aan onze volksvertegenwoordigers wordt gestuurd met het oog op hun standpuntbepaling en wetgevende arbeid? Volgens Bakker en Bruning is privacy het argument om deze informatie buiten de openbaarheid te houden. Dat lijkt me een vreemd argument. Volksvertegenwoordigers zijn er voor de publieke zaak. Als je hen iets wilt laten weten doe je dat dus in principe in het openbaar. Voor privé-zaken zijn er andere instanties. Waar is de Kamer eigenlijk bang voor?
De maatregel lijkt nogal disproportioneel. In alle vertegenwoordigende lichamen zullen stukken aan de orde komen die geheim moeten blijven. Aanbestedingen bijvoorbeeld. Daar zijn aparte procedures voor. Dat begrijpt ook een journalist, al zal hij of zij alle mogelijkheden uit de WOB halen om er toch achter te komen waarover gesproken wordt. Maar alle ingekomen stukken? Terecht doet de journalistiek hier een beroep op de persvrijheid en de bepalingen in het Europeees Verdrag voor de Rechten van de Mens terzake. Hoogst opmerkelijk dat nog geen kamerlid hier vragen over heeft gesteld.
, ,

01 november 2009

PVV paranoia?


Dit is een van de reacties van Telegraaf-lezers op de kamervragen van de PVV over het liedje van Kinderen voor Kinderen "Baklava of rijstevla". Toen ik het bericht las en de filmpjes met Bosma en Van Roon zag (Steven de Vries, hartelijk dank) dacht ik eerst aan een geslaagde persiflage van Koot en Bie. Maar ze zijn serieus! Bosma: “Nederlanders worden op deze manier vernederd. Wij moeten het islamitisch imperialisme accepteren en ons er weerloos tegenover opstellen. Dat is constant de boodschap van de staatsomroep. Onlangs stelde ik Kamervragen aan de minister over een peuter-programma van Teleac waar kinderen door koning Koos wordt verteld dat op het Suikerfeest iedereen snoepgoed krijgt. Er was recent ook het programma Koekeloere, eveneens van Teleac, waarin werd uitgelegd hoe kinderen aan Ramadan moeten doen. De multiculturalisten kennen geen enkele schaamte meer. Het multiculturele geloof is in de samenleving op sterven na dood, maar op de publieke televisie is het (gesubsidieerd en wel) nog springlevend.”
Wat moeten we hieruit concluderen? Bas Heijne meent in de NRC dat de PVV blundert met deze kamervragen. Hij verwijst naar de reacties van Telegraaflezers die de vragen "massaal weghonen" (valt nogal mee, vind ik). Heijne suggereert dat Wilders onder de slechte invloed staat van zijn ultraconservatieve Amerikaanse geldschieters die hiermee hun eigen paranoia proberen te exporteren. De vraag wie Wilders betaalt verdient zeker verder onderzoek. Vrij Nederland heeft op dat punt al het nodige boven water gehaald.
Een minder aantrekkelijke conclusie dan Heijne's idee dat de PVV blundert is de mogelijkheid dat liberalen, intellectuelen, leden van andere partijen, toch niet goed weten wat er in de onderbuik van de samenleving speelt. Stel dat mensen die redenering van Bosma echt onderschrijven?
Ik hoop dat dat niet waar is en dat het er allemaal wat minder dreigend uitziet in Nederland. Laten we het er op houden dat de PVV, net als de christelijke partijen SGP en CU wat moeite heeft met de vrijheid van meningsuiting. Die partijen trekken ook regelmatig aan de bel als ze iets op tv hebben gezien dat niet in hun christelijke kraam past. Maar anders dan de PVV maken zij niet zo'n punt van het gebrek aan vrijheid van meningsuiting in Nederland. De PVV doet dat wel en blijkt nu (niet voor het eerst trouwens) door de mand te vallen. Met de PVV loopt de vrijheid van meningsuiting in dit land een groot gevaar. Laten we dat vooral niet vergeten.

,