28 december 2008

Jaaroverzicht


Sinds april 2005 heb ik hier zo'n 120 stukjes geschreven over de grenzen van de vrijheid van meningsuiting in Nederland. Afgelopen jaar gemiddeld twee keer per maand. Topper in 2008 was zoals in voorgaande jaren de godslastering met Fitna, de cartoons van Nekschot en de foto's van Sooreh Hera. Dit onderwerp zal, hoe achterhaald het ook lijkt, ook in 2009 nog wel even actueel blijven, zowel nationaal, als internationaal. Godslastering gaat al lang niet meer over god of over religieuze gevoelens. Het is, in combinatie met terrorisme, een speelbal geworden van nationale en internationale politiek. De vrijheid van meningsuiting legt het dan al snel af tegen de angst en het eergevoel.
Wat mocht er nog meer niet in 2008? Met beledigingen kun je over de grens gaan, bij ambtenaren en ook bij scheidsrechters. Porno ligt nog steeds gevoelig. De demonstratievrijheid stond ook dit jaar onder druk, onder meer in Amsterdam en Zaandam. En openbaarheid blijft een probleem als je de waarheid wilt achterhalen over een oorlog of het leger. Het is allemaal vaker vertoond.
Zijn er ook nog leuke dingen te melden aan het eind van dit jaar? Jawel. Het omstreden spotje van de SP over de thuiszorg waarin een oude dame zich uitkleedt voor de tv is uitverkozen als beste reclamespot van het jaar. En minister Jacqueline Cramer heeft zich tegenover de Tweede Kamer gerehabiliteerd met haar verklaring dat ze voor het behoud van de persvrijheid desgevraagd nog wel een keer zou willen tekenen voor Bluf! En Balkenende heeft haar standpunt verdedigd. Zo kan het dus ook. Dat mag hij vaker doen. Daar zijn regeringen namelijk voor als het over het uiten van meningen gaat: burgers hun vrijheid garanderen.

23 december 2008

Een zwaktebod van Verhagen


Minister Verhagen heeft gedreigd de VN-conferentie over rassendiscriminatie te boycotten als de antisemitische toon in de ontwerp-teksten niet verdwijnt. De conferentie is een vervolg op een vergadering in Durban, enkele jaren geleden, waar de meeste westerse landen geen prettige herinneringen aan bewaren. Aanvallen op Israël domineerden de besprekingen en in de fringe meetings waren nogal wat antisemitische geluiden te horen. Israël heeft nu op voorhand al afgezegd voor de vervolgconferentie die in april in Genève moet worden gehouden.
In de westerse wereld is er over het algemeen maar weinig begrip voor het optreden van islamitische landen en hun medestanders uit Afrika en Azië in de Verenigde Naties. Israël is voor deze landen het grote kwaad in de wereld dat op alle gebieden moet worden bestreden. En de westerse steun aan dit land wordt over het algemeen ervaren als een vijandige daad tegenover de islamitische wereld. Daarbovenop komen nog de anti-islamitische uitingen in veel westerse landen sinds 9/11. Het is niet verwonderlijk dat er dan een behoefte ontstaat om het westen "terug te pakken" op het internationale politieke podium van de Verenigde Naties. En dat geldt des te meer als het gaat om mensenrechten waarover vanuit het westen altijd met het geheven vingertje is gesproken richting het oosten en zuiden.
Toen Fitna uitkwam bleven directe, agressieve reacties van islamitische zijde uit. Het is echter niet onmogelijk dat het westen de rekening voor het toelaten van deze beledigende film, en evenzovele andere incidenten, alsnog gepresenteerd krijgt in het verband van deze VN-conferentie. Een paar weken geleden stond in Trouw het verhaal van de filosoof Austin Dacey, die een zitting van de VN Mensenrechtenraad in Genève had bijgewoond. Daar stond godslastering op de agenda en wel nadrukkelijk in het perspectief van de heersende islamofobie. Vertegenwoordigers van islamitische landen waren er al eerder in geslaagd met steun van vele niet-gebonden landen om een meerderheid te krijgen voor een oproep "zich te onthouden van halsstarrig vasthouden aan vrije meningsuiting met absolute minachting voor religieuze gevoelens." En in deze geest ging het verder, ter voorbereiding van de anti-racisme conferentie in april.
Interessant is de waarneming van Dacey over de tactiek van de islamitische landen. Volgens hem zijn ze bereid om de term godslastering te laten vallen in ruil voor het verbod tot het aanzetten van haat en discriminatie. Daarmee verdwijnt de godsdienst als zodanig uit het beeld en gaat het meer om de bescherming van de slachtoffers van bepaalde haatdragende uitingen. In westerse landen zou men hier gevoeliger voor zijn. Maar, zegt Dacey, die de islamieten voor geen cent vertrouwt, anti-islamitische uitingen kunnen in de interpretatie van de islamitische landen ook wel opgevat worden als aanzetten tot haat. Het interessante is dat een dergelijke redenering in feite ook gehanteerd wordt door de Nederlandse regering die op voorstel van minister Hirsch Ballin nu wel afziet van het verbod op godslastering, maar die religieuze gevoelens toch wil blijven beschermen via het antidiscriminatie-artikel.
Daarmee zijn we weer thuis, bij onze minister van Buitenlandse Zaken die dreigt Genève te boycotten. Wat wil hij er mee bereiken, vraag je je af. Het ontwijken van een debat is een zwaktebod en is moeilijk te rijmen met de basisprincipes van de vrije communicatie. Juist met je tegenstanders behoor je het debat aan te gaan als democraat. Preken voor eigen parochie kan altijd nog.
,

07 december 2008

Europa en het vrije verkeer van informatie


Europese telecom-ministers (dus ook de Nederlandse, in dit geval staatssekretaris Heemskerk) negeren het standpunt van een meerderheid van het Europese parlement inzake de vrijheid van internetgebruikers. Het parlement steunde onlangs in meerderheid een amendement van Daniel Cohn-Bendit (Groenen) en Guy Bono (socialisten) om de rechter het laatste woord te geven en niet de internetproviders te verplichten gebruikers na drie overtredingen (illegaal muziek downloaden) af te sluiten. In Frankrijk mag Sarkozy zijn plannen nu doorzetten, al heeft hij geen succes geboekt bij zijn poging om de inperking van het vrije verkeer van informatie voor heel Europa te laten gelden. En ook de Europese Commissie heeft nog vele vragen bij de beoogde Franse wetgeving.
Bono en Cohn-Bendit gaan de zaak opnieuw agenderen in het Europese Parlement en daarmee is dit onderwerp definitief op de agenda van de Europese verkiezingscampagnes terecht gekomen. Het zal tijd worden. Op Europees niveau vinden al jaren allerlei gevechten plaats over de digitale burgerrechten en de pogingen van staten en grote bedrijven om bestaande monopolies op de informatievoorziening in stand te houden. Alle drukte in Europa over het schenden van mensenrechten in China mag ons de ogen niet doen sluiten voor de situatie dichterbij huis. In zekere zin zijn het achterhoedegevechten. Het internet maakt het bestaande uitgeversmodel onhoudbaar. Het is beter om te zoeken naar alternatieve regelingen voor de rechten van auteurs die de creativiteit blijven bevorderen dan krampachtig vast te blijven houden aan de huidige wetten. Maar daarvoor is er nog veel te weinig steun bij de politici, zowel op nationaal als op Europees niveau. Intussen is het gevaar groot dat allerlei restrictieve maatregelen voor de korte termijn, zoals in Frankrijk, waarbij de providers het verlengstuk worden van de staat de burgers aanzienlijk zullen beknotten in hun vrije communicatie.
,

23 november 2008

Speaking of terror


Volgens een rapport van de Raad van Europa worden wetten ter bestrijding van het terrorisme vaak misbruikt voor andere doelen. In "Speaking of terror" staan voorbeelden van aantasting van de persvrijheid, belemmering van de vrije nieuwsgaring en beperking van de vrijheid van meningsuiting die niets te maken hebben met terreurbestrijding. Ook de openbaarheid van bestuur heeft in een aantal landen te lijden onder nieuwe verordeningen die uitgaan van een veel strengere definitie van staatsveiligheid. "Het rapport haalt voorbeelden aan uit Denemarken, Duitsland, Groot-Brittannië, Kroatië en Zwitserland. Zo werden in Denemarken twee journalisten vervolgd, na publicatie van vertrouwelijke documenten waarin betwijfeld werd of Irak over massavernietigingswapens beschikte. Duitse journalisten die publiceerden over de rol van de CIA bij antiterreurcampagnes in Europa, werden vervolgd. In Engeland kreeg een journalist met justitie te maken na publicaties over het fatale schietincident in de Londense metro, waar een passagier ten onrechte voor terrorist werd aangezien."(NRC 20-11).
Nederland is tot nu toe gevrijwaard van grote aanslagen en zou mede daardoor ten opzichte van andere landen in Europa een gunstige uitzondering zijn. De terrorismedreiging heeft echter ook in ons land geleid tot aanpassingen van de wet. Het plan van de vorige regering om het verheerlijken van geweld strafbaar te stellen heeft men dan wel laten varen, maar de aanpassing van de wet die indirect godslastering toch weer strafbaar stelt kan niet los van worden gezien van de angst voor terreur. En de bevoegdheden van politie en inlichtingendiensten zijn wel opgerekt. De vraag is hoe zij daar gebruik van gaan maken als we in fase 'rood' mochten belanden. De aanvankelijke veroordeling van enkele mensen uit kringen rond de Hofstadgroep enkel en alleen op grond van de uitwisseling van standpunten is een teken aan de wand. Zij zijn later vrijgesproken, maar het blijkt dus ook in Nederland mogelijk de grenzen van de vrijheid van denken en spreken in te perken onder invloed van de antiterreurbestrijding. En ook de Nederlandse overheid laat zich door de hype gemakkelijk op hol slaan, zoals blijkt uit de affaires rond Fitna en de cartoonist Nekschot.



,

09 november 2008

Utrechtse criticaster opnieuw veroordeeld


De Utrechtse raadsman Kees van Oosten is door de rechtbank veroordeeld tot een boete van € 30.000 omdat hij "grievende" uitlatingen over ambtenaren niet voldoende heeft gecorrigeerd. Van Oosten vecht namens bewonersgroepen tegen maatregelen van de Gemeente die in zijn ogen in strijd zijn met de normen voor luchtkwaliteit. Volgens van Oosten zouden de medewerkers onder andere een loopje hebben genomen met de feiten en zijn ze schuldig aan de dood van bewoners die gezondheidsklachten krijgen door luchtvervuiling. ,,Een dergelijke beschuldiging is onder de gordel”, zegt Marry Mos, fractievoorzitter van GroenLinks. ,,GroenLinks vindt kritische bewoners erg belangrijk, maar er zijn grenzen aan de pen die je hanteert. Daarbij is het zuiverder om de gemeente aan te vallen dan de ambtenaar die het beleid opschrijft." GroenLinks steunde in afwijking van andere collegepartijen in deze zaak wel een motie van de SP die zich ergerde aan de openlijke, financiële steun van de Gemeente in deze door individuele ambtenaren aangespannen rechtszaak. GroenLinks pleitte verder voor een bemiddelaar.
Van Oosten gaat jamer genoeg niet verder in hoger beroep. De ambtenaren kunnen de kwalificaties van Van Oosten wel opvatten als persoonlijke belediging, maar in wezen gaat het natuurlijk om een politiek dispuut. Als Van Oosten de wethouder had aangevallen zou de zaak meteen anders liggen. Volgens de jurisprudentie van het Europese Hof in Straatsburg mogen burgers in het politieke debat erg ver gaan ("to offend, shock or disturb..."). Heftig taalgebruik kan niet zo gemakkelijk uitgebannen worden om een politiek punt te maken. Uiteindelijk was het Van Oosten daar natuurlijk om begonnen. Alleen in zijn visie is de politieke macht volledig verschoven naar de ambtenarij. En dus beschuldigt hij niet de wethouder, de raad of de Gemeente in het algemeen, maar degenen die hij direct verantwoordelijk acht voor het beleid. En dat is niet geheel ten onrechte, lijkt mij. Dus moet forse taal tegen ambtenaren net zo behandeld worden als tegen politici.
De meerderheid van de Gemeenteraad heeft hier duidelijk geen boodschap aan. De indruk is dat men graag van Van Oosten af wil, een discutabele opstelling van democraten. Zo laat de VVD weten verschoond te willen blijven van de kritiek van Van Oosten: “Wie de bal kaatst, kan hem terug verwachten. Deze uitspraak helpt Van Oosten voortaan na te denken voor hij onze mailboxen volstopt met zulke teksten.” Moeilijk blijkt het toch elke keer weer, zelfs voor liberalen, om de consequenties van de vrijheid van meningsuiting en het vrije politieke debat te aanvaarden.




,

01 november 2008

Kabinet blijft morrelen aan de vrijheid van meningsuiting


Het kabinet ziet er (godzijdank) van af het in onbruik geraakte verbod op godslastering een nieuw leven te geven. Maar het voornemen om nu de anti-discriminatiebepaling, die het beledigen van bepaalde groepen strafbaar stelt, uit te breiden kan een even grote aanslag betekenen op de vrijheid van meningsuiting. Straks moet het artikel ook bescherming van de godsdienstige gevoelens bieden als de belediger niet expliciet een bepaalde groep noemt, schrijft Hirsch Ballin aan de Tweede Kamer. Het lijkt er op dat het kabinet zo vasthoudt aan het oorspronkelijke motief voor de wetswijziging zoals Hirsch Ballin dat heeft verwoord: mensen kunnen niet alleen ernstig gekwetst worden door iets over henzelf te zeggen, maar ook over wat hun heilig is. En daartegen wil de staat hen beschermen.
De minister van Justitie heeft kennelijk ingezien dat het oppimpen van artikel 147 een doodlopende weg zou worden gezien het feit dat dit totaal verouderde verbod onmogelijk was te handhaven. Het leidt in feite tot ongelijke behandeling van gelovigen en ongelovigen. De teleurstelling van de christelijke fracties is dus begrijpelijk.
Maar als het niet rechtsom kan, dan maar linksom, heeft de minister gedacht. Als we de strafbaarheid van een beledigende uiting volgens het anti-discriminatieartikel niet meer hoeven te koppelen aan een met name genoemde groep, dan kan het kwetsen van gelovigen in het algemeen in wat voor hen heilig is ook vervolgd worden. Zo wordt echter de stap gezet van een aanval op een bepaalde groep mensen naar een aanval op de ideeën die mensen aanhangen of de gevoelens die zij koesteren. Het anti-discriminatieartikel moet bepaalde groepen mensen beschermen en iedereen gelijke kansen garanderen, oorspronkelijk alleen groepen op basis van ras en etnische herkomst. Het is voor zover ik weet nooit bedoeld geweest om ideeën of gevoelens te beschermen. Dat onderscheid is niet onbelangrijk. Daadwerkelijke achterstelling van bepaalde groepen is moreel onaanvaardbaar en brengt de stabiliteit van de samenleving in gevaar. Het kunnen aanvechten van (de heiligheid van) ideeën of gevoelens is echter een voorwaarde voor het vrije debat dat een democratie nodig heeft. Als het kwetsen van mensen op grond van wat hun heilig is strafbaar wordt gesteld betekent dat een aanzienlijke beperking van de vrijheid van meningsuiting. Iedereen die iets onaardigs wil zeggen over gelovigen moet zich bedenken wat hiervan de gevolgen kunnen zijn. Columnisten, cabaretiers en cartoonisten lopen een aanzienlijk risico omdat zij elke keer als een gelovige zich gekwetst voelt klachten kunnen verwachten en als het tegenzit vervolging. Het gevolg zal zijn: meer zelfcensuur, minder kritiek op religieus onderbouwde ideologieën en volharding in het denken bij orthodoxe gelovigen. In welke eeuw leven we eigenlijk?

26 oktober 2008

Goed nieuws uit Gouda


Sinds een week hangen de omstreden foto's van Sooreh Hera in Museum GoudA. Ze maken deel uit van een tentoonstelling over beeldenstormen. Goudse moslims respecteren de vrijheid van meningsuiting maar betreuren toch deze tentoonstelling op dit moment: „Het alsnog vertonen van de beledigende foto's getuigt niet van een maatschappelijke verantwoordelijkheid van de directeur voor de stad Gouda en haar burgers. De recente ontwikkelingen in de buurt Oosterwei zorgen dat Gouda volop negatieve aandacht krijgt. Juist op dit moment hadden we zeker een andere afweging mogen verwachten."
Dat kun je ook anders zien. Juist nu Gouda in de aandacht staat kan er een positief punt gemaakt worden. Tegenover de buschauffeurs die niet meer door Oosterwei durfden te rijden staat museumdirecteur Ranti Tjan die de vrijheid van meningsuiting hoog houdt. Hij zegt dat hij de stad en de bezoekers inschat als tolerant en nieuwsgierig en krijgt vooralsnog gelijk. Na de persverklaring van de Goudse moslims is het rustig gebleven in de stad. Maar daar hoor je de Marokkanen-bashers van de Telegraaf natuurlijk niet over.
Ook van de kant van de overheid en de politiek horen we niets meer over het feit dat in Gouda nu alsnog recht gedaan is aan de vrijheid van de kunst, na de discutabele beslissing van de Haagse museumdirecteur Van Krimpen die Sooreh Hera vorig jaar weigerde omdat haar verhaal hem te veel aan Wilders deed denken. Alsof dat een geldig argument zou kunnen zijn. De vraag is of de overheid, zonder aan het Haagse museumbeleid te tornen, zich in deze kwestie niet actiever had kunnen opstellen. Hier werd inbreuk gemaakt op de vrijheid van de kunst. Mogen we dan van de staat geen bescherming verwachten? Is er iets georganiseerd rond deze kunstenares of het museum in Gouda? Ik kan me voorstellen dat je hierover geen details bekend maakt. Maar een overheid die de uitingsvrijheid serieus neemt zou in zo'n geval wel moeten laten weten dat de staat bereid is een beschermende rol te spelen. Dat is niet alleen in het belang van die ene bedreigde kunstenaar maar minstens zo belangrijk voor alle andere kunstenaars. De afwezigheid van een helder statement van de regering in dit soort kwesties kan tot twijfel leiden bij kunstenaars en uiteindelijk tot zelfcensuur. Voeg daarbij het van angst voor het vrije woord getuigende optreden van de regering voorafgaand aan de publicatie van Fitna en het standpunt van Hirsch Ballin over de arrestatie van Nekschot en je zult moeten concluderen dat deze regering bepaald niet overtuigt in haar opdracht om de vrijheid van kunstenaars te beschermen.

,

02 oktober 2008

Huntelaar en de vrijheid van meningsuiting


Grote verontwaardiging deze week over de KNVB die bij monde van de aanklager betaald voetbal oordeelde dat Ajax-speler Klaas Jan Huntelaar te ver is gegaan met zijn publiekelijk geuite klachten over scheidsrechter Braamhaar. Huntelaar kwam er af met een voorwaardelijke schorsing, maar waar is de vrijheid van meningsuiting in dit land als je de scheidsrechter niet mag verwijten partijdig te zijn ("marchanderen", zei H.)? Dat was hij toch? Zo reageerden de Ajax-supporters die een bijna-overwinning op Feijenoord plotseling zagen veranderen in een gelijkspel. Mag je dan niets meer zeggen in dit land?
In het land mag veel, op voetbalvelden minder. Daar gelden regels, veel regels, waar spelers zich aan moeten houden en als ze dat niet doen krijgen ze een kaart en lopen ze het risico voor de tuchtcommissie gedaagd te worden. Er zijn ook regels die de uitingsvrijheid beperken. Voor een discriminerende opmerking kun je een kaart krijgen en voor belediging van de scheidsrechter idem dito. Wesley Sneijder kreeg twee jaar terug zelfs een rode kaart wegens belediging van de scheidsrechter. Veel mensen vonden toen overigens dat beroepsvoetballers het goede voorbeeld zouden moeten geven op de velden en zich niet zouden moeten laten verleiden tot scheldpartijen en beledigingen.
De beperking van de uitingsvrijheid op het voetbalveld is in feite een private regeling van een private partij, in dit geval de KNVB. Op de velden hebben wij het voor het zeggen en wij vinden dat je niet alles mag zeggen. Huntelaar is als een werknemer ondergeschikt aan de regels van de baas. En zijn baas heeft zich geconformeerd aan de regels van de branchegroep, de KNVB. Als Ajax, dat zich contrecoeur neerlegt bij de KNVB-uitspraak, consequent is zouden ze de regels ter discussie moeten stellen.

Ter vergelijking een ander recent geval, dat minder publiciteit heeft gehad. In Zaandam levert een docente tijdens een inspraakbijeenkomst van de Gemeente kritiek op de plannen van haar school. De leiding van de school vindt dat ze te ver is gegaan. Ze krijgt een berisping en een aantekening in haar dossier. Loyaliteit aan de werkgever gaat volgens de voorzitter van het bestuur boven het democratische recht op de vrijheid van meningsuiting. Een discutabele uitspraak, zou ik zeggen. Een werkgever kan een kritische werknemer toch niet volledig muilkorven? Werknemers kunnen gebonden zijn aan geheimhouding, al zou daar ook een grens aan moeten zitten om klokkenluiders, die onrecht en misdaad aan de kaak stellen te kunnen beschermen. Maar een oordeel over het beleid van de organisatie waar je werkt moet je toch als burger in een openbare bijeenkomst kunnen geven zonder gevaar voor repercussies. Private belangen mogen de vrijheid van het politieke debat niet beperken. En bestuurders, of ze nu over scholen of over voetbalvelden gaan zouden wat meer respect moeten hebben voor het recht van hun 'onderdanen' om hun gevoelens vrijelijk te uiten.

06 september 2008

De staat ontkent en verzwijgt


De Joodse omroep heeft geweigerd een documentaire van Hedda van Gennep, de 'Staat van ontkenning' uit te zenden. De omroep wilde zich niet branden aan een kritische kijk op de Nederlandse deelname aan de oorlog in Irak. De film gaat verder nog over drie andere 'leugens' van de Nederlandse staat: over Wilhelmina's onbekendheid met de jodenvernietiging, over de politionele acties en over de massamoord in Srebrenica.
Bas Heijne schrijft vandaag in NRC Handelsblad dat het afwijzen van de film typisch is voor een minderhedenomroep die te maken heeft met grote interne politieke verschillen, in dit geval tussen hardnekkige neoconservatieve anti-islamieten en meer humanistisch ingestelde joden. Er is een voortdurende strijd om de macht en dan kun je maar beter op safe spelen, zegt Heijne.
Maar het is te hopen dat een omroep die wat meer speelruimte heeft de film alsnog gaat uitzenden. De 'Staat van ontkenning' is, als ik Heijne mag geloven een belangrijke film voor Nederland. Over de onwil en het onvermogen om misstappen en ontsporingen onder ogen te zien, om werkelijk zelfonderzoek te doen. "De film wil een afrekening zijn met het soort morele zelfgenoegzaamheid dat ons in staat stelt altijd vol te houden dat ons eigen geweten zuiver is, dat we altijd aan de goede kant hebben gestaan, dat het werkelijke kwaad zich buiten onszelf heeft voltrokken." En dat we er met een dubbelzinnig onderzoeksrapport en een kamerdebat zonder duidelijke conclusies vanaf kunnen komen.
Irak en Srebrenica zijn recente voorbeelden van dubieus optreden van de Nederlandse Staat, die iedereen moeiteloos kan aanvullen. De zaak-Spijkers, over de ondeugdelijke mijnen, die deze week ook weer in het nieuws was, kan er zo aan worden toegevoegd. In dit soort gevoelige kwesties wordt veel gelogen, verdraaid en vooral ook verzwegen om posities te beschermen en gezichtsverlies te voorkomen. Het is ongehoord dat een afkoopsom voor Spijkers gepaard moet gaan met een slot op zijn archieven voor vijftig jaar.
Kampioen verzwijgen is van nature de AIVD. Dat verwachten we ook van een geheime dienst. Maar het wordt wel iets anders als diezelfde geheime dienst samenwerkt met Justitie en het OM vervolgens cruciale informatie over die samenwerking weglaat uit processtukken. Officier van Justitie Plooij is om die reden aangeklaagd voor meineed en valsheid in geschrifte. Hij verzweeg in 2005 dat de familie van een verdachte samenwerkte met de AIVD om haar te traceren. Volgens Plooij diende zijn zwijgen de bescherming van de familie. Volgens de advocaat, die de informatie ontlastend noemt voor de verdachte, ging het er om de rol van de AIVD buiten de openbaarheid te houden. Het is vreemd dat naast Plooij niet ook de AIVD voor de rechtbank moet verschijnen. Deze dienst heeft volgens de wet de taak om inlichtingen te verzamelen en niet om mee te werken aan de opsporing. Dat hoort bij de taak van de politie. Maar in dit segment van de Nederlandse Staat is de veelgeroemde transparantie nog niet doorgedrongen. En het is onbegrijpelijk hoe vaak de politici die deze term maar al te graag in de mond nemen het af laten weten als bij politie, justitie, veiligheidsdiensten of defensie de doofpot (foto) weer wordt gehanteerd.

,

28 augustus 2008

Cramer en de persvrijheid


Als voorzitter van Milieudefensie ondertekende Jacqueline Cramer 22 jaar geleden een advertentie met een steunbetuiging aan Bluf! Dat blad werd vervolgd vanwege de publicatie van gestolen documenten. De ondertekenaars verklaarden dat zij opdracht hadden gegeven voor de publicatie en verdedigden daarmee in feite de persvrijheid. Deze week neemt Minister Jacqueline Cramer daar afstand van. Ze kan het zich niet herinneren, ze kan zich niet voorstellen dat ze het gedaan heeft en haar naam is verkeerd gespeld. Partijgenoot en kamerlid Dijsselbloem zegt zelfs dat ze er nooit toestemming voor heeft gegeven. VVD en PVV roepen de minister ter verantwoording.
Waarom reageert Cramer zo benauwd? Is het een schande om de persvrijheid te verdedigen? De Minister wil kennelijk niet geassociëerd worden met een krakersblad en de kringen waarin Wijnand Duyvendak in die tijd ook verkeerde wat hem zijn kamerzetel heeft gekost. Maar dat is wel een heel bekrompen redenering. Persvrijheid is persvrijheid. Dat recht geldt voor iedereen en verdient verdediging ook als (juist als!) de strekking van de publicatie je (achteraf) niet bevalt. De ondertekenaars kwamen op voor de persvrijheid. Daar is niets illegaals of onoirbaars aan. Ze verdedigden niet de wijze waarop Bluf! de documenten had verkregen, tenslotte.
In NRCHandelsblad schreef Gerard van Westerloo: "Ik vind niet dat het bij de taak van journalisten hoort om dan zelf maar op dievenpad te gaan. Maar ik vind wel dat ze relevante informatie die de bestuurders geheim willen houden, ongeacht de herkomst, openbaar moeten maken." Ik hoop dat de Minister hier nog even goed over na wil denken. Afstand nemen van je verleden is een ding. Afstand nemen van democratische rechten past een Minister niet. Als Cramer volhoudt kan ze wat mij betreft opstappen.

01 juli 2008

Heilige ideeën


Het besluit van het Openbaar Ministerie om Wilders niet te vervolgen voor zijn film Fitna en diverse uitspraken is een streep door de rekening van Hirsch Ballin. De minister wil het verbod op godslastering handhaven en zelfs uitbreiden. "Een strafbaarstelling heeft ook een belangrijke normstellende functie. Artikel 147 van het Wetboek van Strafrecht drukt uit dat het in het belang van de samenleving is om rekening te houden met het gegeven dat mensen niet alleen ernstig gekwetst kunnen worden door iets over henzelf te zeggen, maar ook over wat hun heilig is." Zo motiveerde hij zijn plannen. Het OM volgt nu een hele andere redenering. Het OM zegt in navolging van de Tilburgse hoogleraar Theo de Roos dat een onderscheid gemaakt moet worden tussen uitingen over het geloof en discriminatie van een bevolkingsgroep. Religiekritiek moet, zeker ook in het kader van het maatschappelijke debat, alle ruimte krijgen. Discriminatie en haat zaaien tegen bevolkingsgroepen kan over de grens gaan. Wilders bleef binnen de grens.
In kringen van gelovigen wil men dit onderscheid niet maken. Wie mijn ideeën aanvalt, valt mij aan. Wie zich vergrijpt aan wat ik heilig vind tast daardoor ook mijn waardigheid aan. Een dergelijke redenering betekent in feite dat het heilige onaantastbaar wordt verklaard. Er kan niet over gediscussiëerd worden zonder mensen onderuit te halen. Dat standpunt lijkt mij niet in overeenstemming met het grondrecht van de vrijheid van meningsuiting. Over ideeën mag, nee moet, altijd gesproken worden. Mijn aanval op iemands ideeën hoeft nog niet te betekenen dat ik degene die deze ideeën aanhangt naar het leven sta. Het Reformatorisch Dagblad, nauw verbonden met de ChristenUnie, klaagt over een 'liefdeloze cultuur' als iedereen alles maar mag zeggen. Trouw vindt dat deelnemers aan het maatschappelijke debat respect moeten tonen voor elkaars opvattingen, ideeën en levensbeschouwingen. Natuurlijk. Maar moeten liefdeloze of respectloze woorden bestraft worden? Het lijkt mij een heilloze weg.
Of Wilders binnen de grens is gebleven staat overigens nog te bezien. Enkele aanklagers van Wilders die zich tot het OM hebben gewend, waaronder de strafpleiter Spong, hebben al aangekondigd in beroep te gaan tegen de beslissing van het OM. Wilders heeft ook uitspraken gedaan die geïnterpreteerd kunnen worden als discriminatie van en haat zaaien tegen een bevolkingsgroep. Bijvoorbeeld als hij islamieten de toegang tot het land wil weigeren, islamitische scholen wil verbieden etc. Het lijkt niet consequent van het OM om dit type uitspraken onder de noemer religiekritiek-en-dus-moet-het-kunnen te schuiven. Het risico van het doorzetten van de klachtenprocedure door Spong c.s. is dat men uiteindelijk ook het onderscheid tussen ideeën en mensen op het spel zet.

,

05 juni 2008

Politie begrijpt niets van het recht op vrijheid van meningsuiting


In Zaandam zijn zaterdag j.l. achtttien dierenactivisten in de boeien geslagen die flyers uitdeelden bij een bontwinkel bericht Dagblad De Pers. De politie mag zo'n demonstratie op de openbare weg alleen opheffen op last van de burgemeester en dan nog uitsluitend vanwege dringende redenen die met de openbare orde of de volksgezondheid te maken hebben. Het argument dat de demonstranten 'vervelend, misschien wel intimiderend' waren, zoals een politiewoordvoerder verklaarde, is daarvoor in elk geval onvoldoende. De activisten klagen dat ze vaak worden opgepakt, en niet zo zachtzinnig ook, omdat de politie hen in de hoek van terroristen heeft gezet. Dat beeld wordt gevoed door de jaarlijkse rapportages van de AIVD die op grond van enkele terroristische acties de hele dierenrechtenbeweging verdacht lijkt te maken.
De onbesuisde actie van de politie in Zaandam lijkt op eerdere acties zoals tegen de demonstranten met de Wilders extremist borden (die niet vervolgd zijn omdat het OM een fout had gemaakt) en de acties van de Utrechtse politie op Bevrijdingsdag vorig jaar. De demonstranten in Utrecht zijn onlangs vrijgesproken. Tegen het politieoptreden loopt nog een rechtszaak. De terugkerende vraag is of de politie haar verantwoordelijkheid ten opzichte van het recht op vrijheid van meningsuiting wel goed begrijpt.
Een interessante case diende deze week voor de de Europese Kamer van de Amsterdamse rechtbank. Op 9 september 2006 demonstreerde een man met flyers tijdens het festival "Dag van van de 1000 culturen" in Amsterdam Zuid-Oost tegen het standbeeld van Anton de Kom. Waarom hij dat deed en wat hij in zijn flyers had geschreven meldt de rechtbank niet, maar dat doet er ook niet toe. Waar het om gaat is dat politieagenten na klachten van enkele festivalbezoekers de man hebben gemaand om zijn demonstratie te staken en toen hij dat niet deed werd hij gearresteerd. Zijn demonstratiemateriaal werd in beslag genomen en later vernietigd.
De rechtbank heeft met verwijzing naar artikel 10 van het EVRM deze actie van de politie nu onwettig verklaard. Eerstens is er in de wet over de bevoegdheden van de politie geen grond om de man te bevelen te stoppen met flyeren. Het feit dat mensen klagen over de inhoud van de pamfletten mag voor de agenten geen reden zijn om de demonstratie dan maar meteen te verbieden. Dat sommigen daarbij dreigende taal hebben gebruikt zou voor de agenten eerder een reden moeten zijn om de demonstrant te beschermen, zegt de rechtbank nu. "In het geval waarin mensen dreigen een persoon die provocerende uitlatingen doet aan te pakken, dient juist die persoon tegen die dreiging te worden beschermd. Het is dus niet het recht van verdachte vrij zijn mening te kunnen uiten dat moet worden beperkt met het kennelijke doel wanordelijkheden te voorkomen. Artikel 10 EVRM is bedoeld om ook de uiting te beschermen en niet alleen de persoon die een uiting doet. Het zou daarom eerder in de rede hebben gelegen de personen die dreigden verdachte aan te pakken, in het kader van het voorkomen van wanordelijkheden op hun gedrag aan te spreken." (Zie Rechtspraak.nl, LJ BD2966).

,

18 mei 2008

Cartoonrel in Nederland


De arrestatie en het vasthouden van de cartoonist Gregorius Nekschot hebben nogal wat ophef veroorzaakt. Buiten de politiek verantwoordelijke minister Hirsch Ballin zijn er maar weinig mensen die begrip tonen voor de behandeling van de tekenaar tegen wie drie jaar geleden een aanklacht is ingediend. De politie zegt dat de identiteit van de tekenaar geverifiëerd moest worden. Waarom hij dan moest worden vastgezet nadat ze hem gevonden hadden is niet helemaal duidelijk. De tekenaar zelf heeft in de afgelopen jaren niets gemerkt van enig onderzoek. Het OM bericht nu dat 8 cartoons onderzocht worden op eventuele strafbaarheid wegens art. 137 Sr. Die cartoons zijn inmiddels van het web verwijderd. In de Tweede Kamer zijn vragen gesteld over de buitenproportionele behandeling van de tekenaar. Collega-cartoonisten reageren bezorgd. Jos Collignon meent dat Justitie hiermee fundamentalisten aanmoedigt om het vrije woord aan te vallen.
Het commentaar in de Volkskrant zet de zaak in een verontrustend perspectief. Na het doorzetten van de aanklacht tegen Opinio vanwege een door Balkenende hoog opgenomen fake-bericht kwam Hirsch Ballin met zijn voorstel om de reikwijdte van het absurde verbod op godslastering uit te breiden, geheel tegen de stroom in. Nu komt daar het optreden van het OM tegen de cartoonist bij. Dit zijn geheel verkeerde signalen van een overheid die de taak heeft om de vrijheid van meningsuiting te beschermen.
Volgende week komt er een nieuwe test voor de waarde van dit grondrecht als het hoger beroep dient tegen de kunstenaar Jonas Staal, die eerder is vrijgesproken voor zijn installaties met het portret van Geert Wilders, die het OM bedreigend vindt. Interessant wordt dan de reactie van rechts Nederland dat zich nu op de internetsites van diverse kranten naar aanleiding van de arrestatie van hun held Nekschot in het gebruikelijke ongenuanceerde jargon opwindt over het 'islam- en buitenlanders-vriendelijke' optreden van het OM. Hoe groot is de steun aan de vrijheid van meningsuiting bij rechts nu werkelijk? Ook de zaak die Rita Verdonk overweegt aan te spannen vanwege een beledigend spandoek zou kunnen uitwijzen hoe trots we op Nederland mogen zijn. Wordt vervolgd dus.


,

08 mei 2008

Defensie grossiert in doofpotaffaires


Het Ministerie van Defensie heeft alle archiefstukken van klokkenluider Spijkers voor 20 jaar achter slot en grendel gezet bij het Nationaal Archief. Spijkers had een langlopend conflict met Defensie nadat hij in de jaren tachtig werd ontslagen. Hij had onthuld dat de dood van een militair niet het gevolg was van een ongeluk maar van onzorgvuldigheid van Defensie dat de militairen willens en wetens met ondeugdelijke mijnen liet werken. Het conflict eindigde na tientallen jaren met een schikking. Maar dat blijkt niet genoeg. Om de uitgave van een boek over deze affaire Een man tegen de staat te belemmeren hebben betrokken militairen en ex-bewindslieden gerechtelijke procedures aangespannen. En nu is alle documentatie voor 20 jaar opgeborgen. Defensie heeft er zelfs een bureau voor ingeschakeld om van alle mogelijke instanties papieren over Spijkers te verzamelen om ze vervolgens ontoegankelijk te maken. Het Nationaal Archief is Spijkers' grafkelder geworden schrijft NOS-journalist De Jager.
Dat het Nationaal Archief hier aan meewerkt verbaast meer dan het gedrag van Defensie. In veel organisaties worden zaken weggemoffeld als ze de positie of de reputatie van de leiding kunnen aantasten. Maar er zijn wel verschillen. De operatie Spijkers zoals die door Defensie is uitgevoerd is uniek en dat heeft zeker iets met het karakter van deze organisatie te maken. Defensie is met het Koninklijk Huis en de AIVD recidivist in doofpotaffaires, het vernietigen en achterhouden van informatie. Alle gewapende conflicten waar Nederland bij betrokken was en nog is leveren daarvoor de voorbeelden. En dan gaat het niet om de strategische informatie die geheim gehouden moet worden maar om het optreden van het personeel. Om informatie die burgers niet onthouden mag worden omdat het leger er nu eenmaal niet voor zichzelf is maar optreedt namens ons. En dus controleerbaar moet zijn. Die gedachte is bij Defensie echter nog niet doorgedrongen. Alleen een generaal b.d. wil er af en toe nog wel eens iets over zeggen. In de politiek legt men zich echter veel te gemakkelijk neer bij dit gebrek aan openheid.

,

25 april 2008

Verheerlijken, oproepen of uitlokken


Donner's apologiewet, waarin het verheerlijken van geweldsmisdrijven strafbaar werd gesteld, blijkt geruisloos verdwenen. Maar terrorismepreventie blijft onze politici bezighouden. Ondanks dat, zoals de Britse journalist Misha Glenny in de NRC schreef, de zware misdaad veel meer slachtoffers maakt en veel meer mensen direct in hun veiligheid bedreigt. Vorige week hebben de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie van de EU-landen besloten om het publiekelijk oproepen tot een terroristisch misdrijf in de gehele Europese Unie strafbaar te stellen. In Nederland kreeg de Tweede Kamer ongeveer tegelijkertijd een al jaren geleden gesloten Verdrag over de bestrijding van het terrorisme ter ratificatie voorgelegd van de Raad van Europa (het veel grotere, maar ook veel vrijblijvender samenwerkingsverband van vrijwel alle Europese landen inclusief Rusland). Hierin wordt gesproken over de strafbaarstelling van 'publieke uitlokking' tot terrorisme.
Het gebruik van deze verschillende termen is interessant. Wat bedoelt men precies? Als het om terrorisme gaat willen de autoriteiten de grenzen nog wel eens flink oprekken. In een rondetafeldebat van Europese parlementariërs van de EU en de Raad van Europa over deze materie haalde het Engelse liberale EP-lid
Sarah Ludford recente berichten uit Londen aan waar de politie bij het ronddragen van de Olympische vlag anti-Chinese demonstranten dreigde met arrestaties op grond van de antiterrorismewetten als ze niet snel hun Tibetaanse vlaggen en spandoeken oprolden. Een bekend verhaal: ter wille van de buitenlandse betrekkingen wordt de vrije meningsuiting zonder probleem even op een zijspoor gezet.
In de Memorie van Toelichting van Hirsch Ballin op de goedkeuringswet van het Verdrag van de Raad van Europa (kamerstuk 31429) staat dat uitlokking strafbaar is als er sprake is van een speciale bedoeling die gericht is op het plegen van een terroristisch misdrijf en als de gedraging het gevaar oplevert dat een of meer van deze terroristische misdrijven zouden kunnen worden gepleegd. Kan die bedoeling bewezen worden? Hoe wordt vastgesteld of er gevaar is? Hebben we met Wilders' film eigenlijk ook geen gevaar gelopen? Hirsch Ballin meldt dat in Nederland de wet al voorziet in wat in de Raad van Europa is afgesproken en hij verwijst dan naar wetsartikelen betreffende opruiing. Ik hoop dat onze volksvertegenwoordigers er toch nog wat kritische vragen over zullen gaan stellen.
De plannen van politici die voor het oog van de natie willen scoren met een degelijke aanpak van het terrorisme sneuvelen nogal eens als rechters zich er mee gaan bemoeien. Dat gebeurde ook met het wetsontwerp van Donner uit 2005 om het verheerlijken van terrorisme te bestraffen, in het geval van imams met een beroepsverbod. Hirsch Ballin schrijft daarover nu: "Uit adviezen is gebleken dat het draagvlak voor strafbaarstelling van "apologie" in de rechtspraktijk niet groot is en dat het lastig is eventuele strafbaarstelling zodanig vorm te geven dat deze voldoende precies is zowel voor de rechtsgenoten als voor de rechtspraktijk, EVRM-proof is, voldoet aan de legaliteitsvereiste en ook nog relevante toegevoegde waarde heeft." Had Donner dat vooraf niet kunnen bedenken vraag je je dan af. De mogelijkheid van het beroepsverbod wegens haatzaaien schijnt nu overgeheveld te zijn naar een nieuw wetsontwerp van Hirsch Ballin (zie Jos Verlaan in NRC CS van 4 april j.l. "Opruiende losbandigheid"). Zou dat dan wel EVRM-proof zijn?
Ook de recente vrijspraak door het Haagse Gerechtshof van leden van de Hofstadgroep die niets anders hebben gedaan dan met elkaar communiceren is een teken dat terrorismewetten burgerlijke vrijheden onvoldoende respecteren als de waan van de dag bij politici gaat overheersen. Zoals bij het nog hangende wetsvoorstel van de ChristenUnie voor het strafbaar stellen van de genocide-ontkenning dat inmiddels wel in EU-verband steun heeft gekregen.


,

07 april 2008

Vrijspraak godsdienstcriticus


Wilders blij: hij mag de Koran vergelijken met Mein Kampf, Mohammed een barbaar noemen en de islam fascistisch. De Nederlandse Islamitische Federatie heeft het kort geding over de film verloren. De aanvankelijke inzet was om vooraf inzage te krijgen. Daarvoor kwam het geding te laat. Maar de aanklachten die nu alsnog door de NIF naar voren zijn gebracht waren volgens de rechter geen reden om Wilders te belemmeren te zeggen wat hij wil zeggen. Volgens de rechter vallen Wilders’ uitlatingen, hoe grievend en choquerend ook voor moslims, geheel onder de vrijheid van meningsuiting. Voor een parlementariër geldt dat hij zijn standpunten in en buiten de Tweede Kamer scherp naar voren moet kunnen brengen, oordeelt de rechter. Ik hoop dat dit voor iedereen geldt.
De aanpak van de NIF in dit geding roept vragen op. Men heeft zich geconcentreerd op de kritiek van Wilders op de godsdienst, het islamitische gedachtegoed. In feite vraagt men van de rechter godsdienstkritiek in te perken. Dat de rechter daar niet in mee gaat lijkt me heel verstandig. Conflicten tussen ideologische stelsels moeten niet via een beperking van de uitingsvrijheid beslecht worden.
Een andere benadering, die m.i. veel meer voor de hand ligt in het geval van Wilders'film, is die van het haatzaaien en tot geweld oproepen tegen een bepaalde bevolkingsgroep. Dus niet tegen ideeën, maar tegen mensen. De getoonde gruweldaden direct verbinden met de aanwezigheid van moslims in Nederland zou best wel eens als een voorbeeld van haatzaaien kunnen worden opgevat. Dat zal dan duidelijk worden als het OM eindelijk durft te besluiten tot een rechtszaak naar aanleiding van de de inmiddels al maandenlang lopende strafklachten.

,

30 maart 2008

De angst voor het vrije woord


Fitna is een ouderwetse propagandafilm die angst wil oproepen voor de islam. Ieder weldenkend mens prikt daar al snel doorheen, zou je zeggen, maar zo eenvoudig ligt dat niet (meer) in Nederland. De rede lijkt het, als het over de islam gaat, te winnen van het onderbuikgevoel. En in deze context kan de opzettelijke koppeling tussen de getoonde gruweldaden en de groei van het aantal islamieten in Nederland opgevat worden als een vorm van haatzaaien tegen een groep op grond van hun godsdienst. Dat is strafbaar en ik ben benieuwd of het OM er ook zo over denkt.
Fitna roept angst op voor de islam. Minstens zo verontrustend vind ik het dat de maandenlange mediahype voorafgaand aan de publicatie laat zin dat er in Nederland ook een angst is voor het vrije woord.
Angst voor het vrije woord is dodelijk voor een democratie. Een democratie bestaat bij de gratie van de ruimte om vrij en zonder bedreiging gedachten, meningen en gevoelens uit te kunnen wisselen. Juist over lastige onderwerpen, problemen, maatschappelijke knelpunten. De angst voor economische schade en maatschappelijk oproer is tot grote hoogte opgezweept. Een zakelijk debat met een scheiding van redelijke argumenten en primitieve gevoelens hebben we node gemist. In de media lijkt alleen gevoel te scoren. Angst oproepen trekt aandacht en "als wij het niet doen doet de concurrent het wel".
Daar hoort een regering boven te staan, toch? Deze regering doet dat in elk geval niet. Balkenende heeft zich laten meeslepen door de angst voor de gevolgen van het vrije woord. Hij heeft afstand genomen van Wilders' standpunten. Maar hij gaf tegelijkertijd met vage suggesties over een naderende crisis volop voeding aan het angstgevoel dat Wilders nu juist wil kweken. Over de agenda van Wilders, het welbewust onrust stoken in eigen land, en de opzettelijke provocatie van fundamentalisten en nationalisten in islamitische landen, stelt hij, evenals de meeste andere politici, geen vragen. Ik ben benieuwd welk kamerlid komende week in het aangekondigde debat een poging gaat doen om de werkelijke drijfveren van Wilders bloot te leggen.
Deze christelijk-sociale regering is vooral bezorgd over het kwetsen. De problematiek wordt gedefiniëerd in moralistische termen. Het gaat over cultuur, fatsoen. Terwijl de staat zich terugtrekt van een groot aantal beleidsterreinen met alle gevolgen van dien (zie b.v. de problemen met de vleeskeuring) bemoeit ze zich meer en meer met het terrein van de geest, de gedachten en de gevoelens. Het wordt tijd voor een politiek programma voor privatisering van de cultuur, de moraal, de gedachtenwereld, de kunst. En dat programma begint bij het wegnemen van de beklemming en de angst rond de vrijheid van meningsuiting.

,

13 maart 2008

PvdA vindt symbool meer waard dan principe


De PvdA zegt net als de (niet-christelijke) oppositie dat het obsolete verbod op godslastering opgeheven kan worden. Maar de partij wil geen gedonder in de coalitie en laat het aan het kabinet over om een datum te prikken. Met de christelijke coalitiepartijen zal dat dus niet gebeuren. Die vinden het een onmisbaar symbool van respect voor gelovigen. Dat gelovigen een streepje voor hebben bij deze regering wil Hirsch Ballin verbloemen met zijn aanbod om te onderzoeken of het verbod op godslastering uitgebreid kan worden tot niet-godsdienstige overtuigingen. God bewaar me! Nog verdere aantasting van de vrijheid van meningsuiting? Straks wordt GroenLinks nog verboden na een aanklacht van mensen die de auto als een heilige koe behandelen. "U krenkt mij in mijn geloof..."
Het opportunisme van de PvdA is even stuitend als in het geval van de weigering mee te werken aan een onderzoek naar de besluitvorming rond de Irak-oorlog. In het geval van de godslastering wordt er dan ook nog op onverantwoorde wijze gesjoemeld met een grondrecht dat in de sociaal-democratie vanaf het begin voorop heeft gestaan: gelijke behandeling. Is er nog enig besef voor de geschiedenis in deze partij?
Het argument 'nu even niet' werd eerder al in 2004, vlak na de moord op Theo van Gogh, door de PvdA (maar ook door GroenLinks) gehanteerd om opheffing uit te stellen. Het laat zien dat het grondwettelijke recht op vrijheid van meningsuiting nog steeds niet losgekoppeld kan worden van de situatie en het incident. Moeten we in het geval van dit grondrecht niet juist afzien van allerlei korte termijn belangen en door de situatie van het moment ingegeven redenen? Heeft de PvdA nog principes?
Trouw-journalist Willem Breedveld komt de PvdA te hulp met het argument dat afschaffing van het verbod op godslastering op dit moment een volkomen verkeerd signaal geeft aan de islamitische wereld. Het lijkt dan, zegt hij, alsof we de rode loper willen uitleggen voor de godslasterlijke film van Wilders. Toch is ook hij voor opheffing van het verbod omdat het een onmogelijk artikel is.
Dank aan Geert Wilders dus voor het oplossen van dit coalitieprobleem. Maar: wat gebeurt er nu als Wilders' film straks door moslims opgevat wordt als godslasterlijk en als zij een beroep doen op artikel 147? Wat moet de rechter dan doen, mijnheer Breedveld? Een onmogelijk artikel toch toepassen om de islamitische wereld gerust te stellen? Laten we de gang van zaken in de Nederlandse rechtsstaat zo door andere landen beïnvloeden? En hoe moet het dan ná de film verder? Wanneer kan artikel 147 dan wel afgeschaft worden? Waarom zal afschaffing nu wel en later geen problemen opleveren vanwege gekwetste gevoelens in de islamitische wereld? Denkt hij dat men daar deze 'truc' niet door heeft? Breedveld lijkt verstandig, maar is hij in feite niet kortzichtig?

,

01 maart 2008

Er valt nog veel te leren over democratische rechten


In Nova vroeg Twan Huijs gisteravond aan een Iraans parlementslid of hij begreep dat de Nederlandse regering de film van Wilders niet vooraf kan verbieden. Dat begreep hij niet. Hij zei: als ik in Nederland ben en ik word daar aangevallen, fysiek bedreigd en beledigd, dan vertrouw ik er op dat de Nederlandse regering mij beschermt. Een verschil tussen fysiek geweld en belediging wilde hij niet maken. En dat moeten we toch wel degelijk maken.

Fysiek geweld gebruiken tegen een ander is strafbaar. Maar als we een belediging op dezelfde manier strafbaar zouden stellen is er geen vrij debat meer mogelijk. Er zijn wel grenzen aan belediging, maar dat bepaalt de rechter achteraf. Vooraf dreigen met sancties op belediging komt in feite neer op anderen op voorhand de mond snoeren omdat je bang bent dat je positie wordt aangetast. In een democratie moeten echter alle posities op elk moment bekritiseerd kunnen worden in een vrij en onbedreigd debat. En we mogen in een democratie verwachten dat de overheid daar pal voor staat en elke aantasting van het vrije debat verhindert. Alexander Pechtold zei in dezelfde Nova-uitzending terecht dat de regering zich al dan niet in EU-verband beter tot potentiële bedreigers van het vrije woord kan richten om uit te leggen hoe de wet hier in elkaar steekt dan tot de Nederlandse bevolking (alhoewel…snapt iedereen het hier eigenlijk wel?).

Balkenende heeft gisteren namens de Nederlandse regering een vaag beroep op ieders verantwoordelijkheid gedaan. Zijn voornaamste zorg betrof de schade die Nederlanders en Nederlandse eigendommen in het buitenland op zouden kunnen lopen. Met het oproepen van angst voor de reacties in moslimlanden heeft hij de voornaamste stelling van Wilders bevestigd. De film is hiermee in feite al overbodig geworden. Over de schade aan het vrije debat was hij niet erg duidelijk. Ook kwam hij niet expliciet op voor het recht van mensen om onbedreigd hun mening te uiten. De werkgeversvoorzitter Wientjes was daarin veel duidelijker. Die had geen enkele boodschap aan de vrijheid van meningsuiting en riep Wilders op te stoppen om ongelukken te voorkomen. De vrijheid van meningsuiting gaat zo ver als mijn portemonnee het toelaat. Waarom riep Wientjes de regering niet op om maatregelen te nemen? Naast Iraanse parlementsleden hebben dus ook werkgevers nog iets te leren over democratie.

En ook Wilders zelf, tenslotte, mag aanschuiven in het democratie-klasje. Zijn interpretatie van de vrijheid van meningsuiting is namelijk nogal eenzijdig. Je hebt het recht om je te uiten, maar dat is natuurlijk geen recht voor Wilders privé. Het is een publiek recht, voor iedereen. Dus de andere kant van de medaille is dat je met dit recht ook de plicht hebt uitingen van anderen te tolereren, in het bijzonder ook die uitingen waar je het helemaal niet mee eens bent. En daar wringt de schoen bij de Partij voor de Vrijheid. Iedereen wordt getolereerd behalve…..Wilders en zijn aanhangers moeten dus leren dat democratie gebaseerd is op respect voor de standpunten van anderen en de vrijheid om daar voor op te komen. En op een open en onbedreigd debat over die standpunten. Het is ongelooflijk hoe gemakkelijk Nederlandse politici en de media genoegen nemen met het feit dat Wilders weigert om met wie dan ook in het openbaar in debat te gaan. Zou je niet beter kunnen ophouden met praten over die man totdat je met hemzelf in debat kunt gaan? Ik stop.


,

26 februari 2008

Een blote oude dame en het politieke debat


De reclamecodecommissie vindt het spotje van de SP over de thuiszorg toelaatbaar. Er waren 14 klachten binnengekomen (en volgens de SP duizenden adhesiebetuigingen). Dat een oude dame zich op tv uitkleedt was volgens de klagers misleidend, smakeloos en angstaanjagend. De RCC vindt de beelden ontluisterend, maar de dame wordt in haar waarde gelaten. "De SP heeft, met deze uiting de grens van het toelaatbare, in het bijzonder die van de goede smaak en het fatsoen opgezocht, maar heeft deze, mede gelet op de hem toekomende vrijheid van meningsuiting, niet overschreden." En dat er geen sprake is van misleiding heeft Agnes Kant ook voldoende duidelijk kunnen maken.
Het CDA en de PvdA hebben zich kritisch uitgelaten over het spotje van hun politieke concurrent. Volgens de SP hoopte het CDA op een verbod door de RCC. De PvdA spreekt over 'misbruik van ouderen'. Dit zijn verontrustende geluiden. In plaats van het politieke debat aan te gaan over de thuiszorg wordt de verpakking van dit politieke statement veroordeeld. Dat is in strijd met de principes van het vrije politieke debat. Een oude truc: niet ingaan op de inhoud, maar via de vorm het debat ontwijken. Of: door de vorm ter discussie te stellen proberen te verhinderen dat de boodschap doorkomt. En juist daarom is een democratie gebaat bij een maximale vrijheid van meningsuiting. Zodat het uiteindelijk om de inhoud kan gaan en niet om de vorm of de smaak.
,

14 februari 2008

Waarom moet Hirsi Ali beschermd worden?


Als Frankrijk en de EU nu bescherming gaan bieden aan een Nederlandse, die vanwege haar opvattingen met de dood wordt bedreigd, omdat Nederland niet bereid is haar tegemoet te komen, is dat een schande. Zou je zeggen. Niet volgens de overgrote meerderheid van het publiek van Stand.nl. Bijna driekwart van de mensen die reageerden op deze stelling van maandag j.l., vond het helemaal geen schande (ondanks de uitstekende verdediging door Kathalijne Buitenweg). De teneur van veel reacties was: we hebben het gehad met Ayaan, ze heeft het er zelf naar gemaakt, als ze naar de VS wil moet ze het daar zelf maar uitzoeken, etc. Het schaamrood schiet je naar de kaken.
Waarom moet Hirsi Ali beschermd worden? Niet omdat we haar zo graag mogen, toch? Uiteindelijk gaat het om de bescherming van het vrije woord, een grondrecht, een gedachtegoed. In een democratische rechtsstaat mag je als burger verwachten dat de staat je niet alleen de vrijheid geeft om je mening te uiten, maar ook dat je onvoorwaardelijke bescherming geniet tegen elke bedreiging van die vrijheid.
Deze regering heeft -met instemming van de VVD en de PVV- twijfel gezaaid over haar bereidheid die bescherming te bieden. Die twijfel staat in schril contrast met de manier waarop Franse politici, inclusief de staatssekretaris voor mensenrechten Rama Yade, zelf moslima, haar steun hebben toegezegd. Natuurlijk moeten ze het allemaal nog waarmaken. Maar de zelfverzekerdheid waarmee politici buiten Nederland opkomen voor fundamentele rechten zou de meerderheid van de zuinige Nederlandse politici en de discussianten op Standpunt.nl toch aan het denken moeten zetten.
,

02 februari 2008

De rituele dans van Rouvoet


In Trouw wijdt Hans Goslinga een beschouwing aan het rumoer rond de voorgenomen uitzending van de pornofilm 'Deep Throat' en de wisselende reacties van leden van het kabinet. Rouvoet's aankondiging van een onderzoek naar een uitzendverbod was natuurlijk een 'slag in de lucht' schrijft hij. De minister kent de regels en weet dat de regering niet vooraf mag ingrijpen. Dat hij als minister een moreel appèl op BNN deed is al op het randje, zou ik zeggen. Het is natuurlijk vooral een signaal aan de eigen achterban die nog niet heeft leren omgaan met de vrijheid van meningsuiting.
Maar daar zit nu juist het probleem. Rouvoet, alle kamerleden van de ChristenUnie en ook die van de SGP kennen de wet heel goed. En toch vragen ze als het hen uitkomt steeds weer naar de bekende weg. Dat gaat zowel in het geval van pornografie als wanneer men iets godslasterlijks waarneemt. Het optreden van Madonna in 2006, die aan het kruis een liedje zong in de Amsterdamse Arena is een voorbeeld. De RVU-uitzending 'God bestaat niet' (2005) is een soortgelijk geval. De kamerleden van de kleine christelijke partijen (onder Paars gesteund door het CDA) zijn verontwaardigd, stellen vragen en dringen aan op een verbod. De regering antwoordt net als Balkenende deze week dat daar geen mogelijkheden voor zijn. Volgen citaten uit de wet. Een kwestie van copy-pasten voor de ambtenaren. Typerend is de reactie van CU fractievoorzitter Slob vorig jaar na de mislukte poging van zijn lokale Utrechtse partijgenoot om de gigantische poster met gouden bikini van Hünkemöller verwijderd te krijgen. "We moeten het de volgende keer wat beleidsmatiger aanpakken", zei hij. Want we hebben natuurlijk wel gelijk, hoor je hem er achter aan denken.
Voor de achterban doen de kamerleden hun best. De SGP moppert vandaag nog wat na in het Reformatorisch Dagblad . Ze hadden gehoopt dat er een andere wind zou gaan waaien in dit christelijk-sociale kabinet. De vraag die deze rituele dans van de orthodoxe christenen oproept is echter of zij er niet beter aan zouden doen om hun achterban uit te leggen hoe de wet in elkaar steekt. Dat morele bezwaren van één bepaalde groepering in onze rechtsstaat niet onmiddellijk kunnen leiden tot wettelijke beperkingen. Waar het bij de vrijheid van meningsuiting, de pers- en de omroepvrijheid werkelijk om gaat: de vrijheid om te communiceren zonder gehinderd te worden door staatsingrijpen. En om de ruimte voor álle opvattingen en stromingen, de tolerantie die van ieder gevraagd wordt om opvattingen en beelden te verdragen ondanks de bezwaren die je er tegen hebt.
Rouvoet c.s. kennen de wet en de onderbouwing daarvan. Toch laten ze zich keer op keer verleiden tot 'een slag in de lucht'. Onwetendheid is het niet. Zijn ze hardleers misschien? Of is het een teken van een heimelijk verlangen om, is het niet links- dan wel rechtsom, belangrijke verworvenheden van de Nederlandse rechtsstaat te mogen afschaffen?
,

27 januari 2008

Geert heeft zijn doel al bereikt


In Trouw van vrijdag j.l. schrijft defensiespecialist en Nova-commentator Rob de Wijk dat de vrijheid van Wilders om een film over de islam te maken ingeperkt moet worden. De belangen zijn te groot, schrijft hij. Hij waarschuwt voor een terugslag bij het winnen van het vertrouwen in Uruzgan als deze film doorgaat. Ook de nationale veiligheid, de economische belangen van Nederlandse bedrijven en de politieke en sociale stabiliteit in Nederland zijn in gevaar. Als de regering consequent is moet ze ingrijpen, zegt de Wijk. "Deze film heeft weinig met de vrijheid van meningsuiting te maken," meent hij. Volgens het EVRM mag de vrijheid van meningsuiting worden ingeperkt als de nationale veiligheid in het geding is. En dat is hier het geval, zegt deze hoogleraar Strategische Studies. Zonder ook maar een beeld van de film gezien te hebben. De waarde die hij aan dit grondrecht hecht zal niet erg hoog zijn. Van afweging van belangen is geen sprake.
De Wijk capituleert bij voorbaat voor de mogelijke dreiging uit één hoek. Over de gevolgen van repressie van de Partij voor de Vrijheid (jawel!), rept hij niet. Hij maakt vooral de buitenlandse dreiging spannend zonder daarvoor concrete aanwijzingen te geven. In feite bevestigt hij het beeld van de angstige volgelingen van Wilders: Nederland loopt gevaar en de islam is verantwoordelijk.

Geert Wilders hoeft na zulke verhalen geen film meer te maken. De film die hij voor ogen had voltrekt zich sinds de aankondiging voor onze ogen. De crisissfeer die de laatste weken in reactie op zijn plannen is opgebouwd kan alleen maar tot de conclusie leiden dat er een groot gevaar schuilt in de radicale islam. Met dank aan Balkenende, De Wijk en de opgefokte media is het bewijs voor wat Wilders met zijn film duidelijk wilde maken inmiddels wel geleverd. De radicalisering van angstige autochtonen is verder toegenomen. Geert heeft zijn doel bereikt. Ik voorspel dat hij binnenkort komt met een nieuwe provocatie en dat we die film nooit zullen zien.
,

14 januari 2008

Extremist


Betrokkene zelf vindt dat er geen grenzen overschreden zijn. Toch meent het OM in Amsterdam dat Wilders niet als extremist betiteld mag worden. Collega-kamerlid Tofik Dibi werd er gisteren voor gearresteerd nadat de politie, die kennelijk ook twijfels had, bij het OM om raad had gevraagd. Daar was de redenering dat een Tweede Kamerlid beschouwd moet worden als een ambtenaar in functie en dat belediging dus mogelijk strafbaar is, ook al maakt het 'slachtoffer' er zelf geen punt van.
Het OM slaat door. Dit is duidelijk een belemmering van het vrije politieke debat die geen enkele kans maakt om bestraft te worden. Er is geen sprake van bedreiging met geweld, een grond waarvoor een paar jaar terug iemand veroordeeld is die dreigende taal gebruikte in de richting van Verdonk. Het OM laat zich hier veel te veel beïnvloeden door de hype rond Wilders. Het lijkt erg veel op de mediahype rond Verdonk ruim twee jaar geleden na de brand op Schiphol. De Amsterdamse politie haalde toen spandoeken weg, een actie die later door de rechter moest worden gecorrigeerd. Het zou interessant zijn om na te gaan of het nu om dezelfde functionaris gaat die de politie heeft geadviseerd op te treden tegen Dibi c.s.
Overigens heeft de Amsterdamse politie een naam op dit gebied. Een groot aantal arrestaties tijdens het huwelijk van Alexander en Maxima bleek bij nader inzien onterecht. In 2005 werd raadslid Jupijn Haffmans opgepakt tijdens het uitdelen van folders met kritiek op commissaris Welten. Die zaak werd afgedaan met excuses. Maar de vraag is wat men in Amsterdam inmiddels geleerd heeft over de vrijheid van meningsuiting. In Utrecht stond zaterdag j.l. op de Stadhuisbrug ook een demonstrant tegen Wilders. Voor zover ik weet is hij met rust gelaten.

De hype rond Wilders blijft de journalistiek opjagen. Vrijdagavond organiseerde NOVA een discussie over de vraag hoe de media zouden moeten omgaan met een anti-islamitische film die Wilders heeft aangekondigd. Voordat iemand ook maar iets gezien heeft. Het is de droom van de marketingmanager die maar al te graag de spanning wil opvoeren bij de lancering van een nieuw product. Dat journalisten voor deze verleiding bezwijken is tegenwoordig niet meer uitzonderlijk, dat een vrijzinnig iemand als Hans Dijkstal er aan meewerkt valt tegen.
Ernstiger is het dat het kabinet bij de aankondiging van de film officieel zijn zorgen kenbaar gemaakt heeft. Maar liefst drie ministers hebben een gesprek gehad met Wilders (Verhagen zegt op verzoek van Wilders zelf). Zij deden alle een beroep op zijn verantwoordelijkheid. In de grondwet staat: niemand heeft voorafgaand verlof nodig om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren behoudens ieders verantwoordelijkheid voor de wet. Het is aan de rechter om dat laatste achteraf te toetsen, niet aan de regering om daarmee vooraf te dreigen. Dit is allemaal koren op de molen van Wilders. Hij zal dan ook blij zijn dat het OM in Amsterdam zich bij de hype heeft aangesloten.

,