28 december 2016

Groepsbelediging blijft strafbaar

Nog geen week na de veroordeling van Wilders door de Haagse rechtbank stond in de Tweede Kamer de vrijheid van meningsuiting op de agenda. Aan de orde was het initatiefvoorstel van Joram Van Klaveren (groep Bontes/Van Klaveren) om artikelen die groepsbelediging en haatzaaien strafbaar stellen te schrappen c.q. te wijzigen (wetsvoorstel 34051). Geert was er zelf niet bij en zijn zaak kon ook niet bij de beraadslagingen betrokken worden omdat er hoger beroep is aangetekend en zoals bekend laten Kamerleden zich niet uit over zaken die nog 'onder de rechter' zijn. Maar het werd wel een interessant debat waarin alle voors en tegens van verruiming van de vrijheid van meningsuiting aan bod kwamen. Het wetsvoorstel gaat het niet halen, zoveel is wel duidelijk geworden in deze eerste ronde. Er is op dit moment geen basis voor een zakelijk debat over de noodzaak, de zuiverheid en de effectiviteit van wetgeving over een onderwerp dat in de samenleving zoveel tegenstrijdige emoties oproept. En dat - dus ook-  in de Tweede Kamer leidt tot heftige botsingen, die we straks in de verkiezingscampagne vast en zeker uitvergroot terug gaan zien.

Ik haal een paar punten uit het stenogram van de vergadering van 15 december (punt 4)


09 december 2016

De rechter stelt grenzen

De vrijheid van meningsuiting in Nederland is niet absoluut. Geert Wilders is te ver gegaan. De rechtbank heeft diegenen die dat in maart 2014 al vonden vandaag gelijk gegeven. Met zijn 'minder minder Marokkanen' show heeft Wilders bewust grenzen overschreden. Gezien de inhoud en strekking van de strafwet kon de rechter nauwelijks anders. Met vrijspraak zou de rechtsstaat ernstige schade hebben opgelopen. Wat niet wegneemt dat er bij de strafrechtartikelen die hier aan de orde zijn serieuze vragen gesteld kunnen worden.

Opvallend bij de uitspraak vond ik de terechtwijzing van Wilders vanwege zijn neerbuigende houding tegenover de rechtbank. Hij sprak eerder van 'neprechtbank', een 'politiek proces', en 'D66 rechters'. En hij reageert nu op de uitspraak met 'PVV-hatende rechters'. Het gebrek aan respect voor de rechtspraak en de scheiding der machten is misschien nog wel kwalijker dan zijn discriminerende uitspraken. Wilders stelt zich daarmee boven de wet waarmee -als ik even in zijn termen mag spreken- het Nederlandse volk soeverein en volgens democratische procedures heeft vastgesteld wat hier wel en niet is toegestaan. Het uis goed dat de rechters voorafgaand aan de uitspraak dit nog eens duidelijk hebben gesteld. Het gaat hier om toepassing van een democratisch tot stand gekomen wet door onafhankelijke rechters, en niet om een politiek proces. Dat maakt Wilders er als zelf van.