27 december 2020

Wat deed Zembla fout?

 


BNN/VARA heeft gebroken met de Raad voor de Journalistiek. Dat wil zeggen dat de omroep de oordelen van de Raad gaat negeren in afwachting verbeteringen in de procedures die volgens BNN/VARA noodzakelijk zijn. Aanleiding is de kritiek van de Raad op de uitzending van Zembla over de granuliet affaire van begin dit jaar. Daarin wordt de top van Rijkswaterstaat ervan beschuldigd te zijn bezweken voor de druk van oud-minister Halbe Zijlstra (foto) die nu werkt voor Volker-Stevin, een groot wegenbouwbedrijf. De wegenbouw zou ernstige vertraging oplopen als een bedrijf dat grondstoffen voor asfalt levert zijn afval niet mag dumpen in natuurgebieden. Het bedrijf claimt daarvoor toestemming te hebben omdat het afval als grond kan worden aangemerkt. Dat wordt door deskundigen, ook binnen Rijkswaterstaat, bestreden. Zijlstra heeft er volgens Zembla alles aan gedaan om de tegenstand tegen het dumpen van dit afval ongedaan te maken. 

De Raad voor de Journalistiek heeft de zaak tegen Zembla aangespannen na klachten van het bedrijf GIB van de gebroeders Bontrup dat granuliet heeft gestort in een plas in de uiterwaarden van de Maas tussen Alphen en Dreumel. De Raad spreekt over: 'ernstige beschuldigingen aan het adres van klagers, die erop neerkomen dat zij ontoelaatbaar en zelfs strafbaar hebben gehandeld. Klagers hebben zowel in het stadium van informatievergaring als in het kader van wederhoor informatie aan Zembla verstrekt, maar daaraan is onvoldoende aandacht besteed. Bovendien is de beschuldiging van strafbaar handelen niet van genoeg context en duiding voorzien. Een en ander heeft geleid tot eenzijdige, onevenwichtige en tendentieuze berichtgeving. Zembla heeft daarmee journalistiek onzorgvuldig gehandeld.'

09 december 2020

Over de kwestie Cliteur


Het Leidse College van Bestuur laat onderzoeken of beschuldigingen van antisemitisme tegen hoogleraar en voormalig senator Paul Cliteur gegrond zijn. Het is een van de gevolgen van de ophef over antisemitisme binnen Forum voor Democratie, de weigering van Baudet om daar afstand van te nemen en de weigering van zijn leermeester Cliteur om zich net als vele anderen van de partijleider te distantiƫren. Velen hebben zich inmiddels over deze kwestie uitgelaten. En daarbij worden nogal wat stellingen ingenomen.

Zo schrijft Meindert Fennema dat de beschuldiging van antisemitisme door de strafrechter getoetst zou moeten worden, niet door de universiteit. Maar waarom zou de universiteit die door deze hele affaire behoorlijk in opspraak is geraakt niet zelf ook zo'n onderzoek mogen doen om na te gaan wat er waar is van die beschuldigingen en hoe men daar als werkgever van Cliteur het beste op kan reageren? Als er reden voor blijkt te zijn kan er daarna alsnog een juridische procedure worden gestart. Dat de hele afdeling van Cliteur in het onderzoek wordt meegenomen is misschien vreemd omdat het natuurlijk in eerste instantie om de hoogleraar zelf gaat. Maar hij wordt ook beschuldigd van 'wegkijken' en het negeren van antisemitisme. Dat betekent dat de onderzoekers ook naar het werk van andere leden van de faculteit, studenten en promovendi zouden moeten kijken. Het raakt de reputatie van de universiteit immers als er door hoogleraren niet adequaat wordt gereageerd op producten waar zij de eindverantwoordelijkheid voor dragen.