23 november 2014

Twijfelachtige informatie gebruikt in strafprocessen

In strafprocessen wordt steeds meer informatie gebruikt die niet door politie en justitie is verzameld en waarvan de herkomst onduidelijk is. Dat schrijft Sven Brinkhoff in het proefschrift waarop hij onlangs in Nijmegen promoveerde. Hij doelt daarmee op informatie uit externe bronnen zoals inlichtingendiensten, kliklijnen, privédetectives of ‘datamining’. Het is vaak niet duidelijk hoe die informatie is verzameld en of die rechtmatig is verkregen. Volgens Brinkhoff brengt het het gebruik van dergelijke informatie grote risico’s met zich mee. ‘Onschuldige burgers kunnen op basis hiervan te maken krijgen met ingrijpend overheidsoptreden' volgens Brinkhoff. Twijfel over de betrouwbaarheid van informatie doet afbreuk aan de kwaliteit van de rechtspraak. ‘Politie, officier van justitie en strafrechter doen er goed aan een kritische houding aan te nemen ten aanzien van dit soort anonieme en daardoor oncontroleerbare externe informatie. Een anonieme melding rechtvaardigt niet altijd een aanhouding of een privacyschendende doorzoeking van een woning.’ Hij dringt aan op meer wettelijke mogelijkheden om de de rechtmatigheid van de verzameling van anonieme externe informatie te toetsen.

17 november 2014

Identiteit is geen staatszaak

Het gedwongen vertrek van twee Kamerleden van de PvdA die hun kritisch commentaar op minister Asscher niet wilden terugnemen is bijzonder pijnlijk voor de partij die zich er bij monde van diverse voormannen altijd op heeft laten voorstaan "de boel bij elkaar te houden". De partij is niet bij machte een goed antwoord te vinden op de groeiende diversiteit in de samenleving en een publieke opinie die lijkt aan te dringen op homogenisering van de Nederlandse samenleving. Bij alle aandacht voor het functioneren van de betrokken Kamerleden blijft het optreden van minister Asscher jammer genoeg wat onderbelicht. De crisis in de partij begint namelijk bij zijn stellingname tegen het beleid van enkele Turkse verenigingen in Nederland.


02 november 2014

Snelcensuur voor nazaten van Van Gogh

Precies tien jaar geleden werd Theo Van Gogh vermoord. Het was de tweede moord in Nederland in korte tijd die de vrijheid van meningsuiting indringend aan de orde stelde. Van Gogh's provocerende uitlatingen gingen sommigen veel te ver, anderen zweren nog steeds bij zijn recht om grove beledigingen te uiten. Omdat het recht op een vrije meningsuiting niet beperkt mag worden door fatsoensnormen. Daar ben ik het wel mee eens, maar ik heb niet het idee dat Van Gogh er in geslaagd is dat besef te laten doordringen. Het effect van zijn optreden  was eerder averechts. Hij was een akelige schreeuwlelijk, die veel te veel negatieve aandacht kreeg. Na een schier eindeloze procesgang werd hij wegens antisemitisme veroordeeld. Veel van zijn pijnlijke uitspraken werden getypeerd als 'op de rand' . Maar dat was dan ook precies zijn bedoeling. Na de moord werden cabaretiers, die traditioneel veel mogen zeggen, voorzichtiger, op z'n  minst voor een tijdje. In 2005 schreef Geert Mak het pamflet "Gedoemd tot kwetsbaarheid" , waarin hij probeerde een dam op te werpen "tegen opzwepende kretologie, handel in angst en de halve waarheden die zich na 2/11 als een virus in het maatschappelijke debat verspreidden." Hij werd weggehoond, maar publieke figuren hebben zich, op de bekende uitzondering na, sinds Van Gogh niet meer zo provocerend uitgelaten.

De geest van de provocateur Van Gogh waart nog wel steeds rond op de vele websites waar boze 'reaguurders' hun gal kunnen spuwen op alles en iedereen. Gisteren schreef de ombudsvrouw van de Volkskrant over deze nazaten van Van Gogh, zonder overigens zijn naam te noemen: " Reageerders op de site voelen zich slachtoffer van censuur."