23 december 2012

Het kazerneregiem van de KNVB

De KNVB is een nieuwe campagne begonnen ter bevordering van sportiviteit en respect in het voetbal. In het handvest "Zonder respect geen voetbal",dat de clubs, spelers, trainers en scheidsrechters deze week ondertekenden, staat dat de regels strenger gehandhaafd zullen worden. Een van de afspraken is dat een speler bij het protesteren tegen een beslissing van de scheidsrechter ("in woord en/of gebaar") direct een gele kaart krijgt. Alleen de aanvoerder mag om opheldering vragen. Trainers die protesteren krijgen een keer een waarschuwing, bij de tweede keer worden ze direct naar de tribune verwezen. "Samengevat: het is irrelevant of de beslissing van de arbitrage juist is of niet; trainers/coaches en spelers hebben deze beslissing simpelweg te accepteren."
Tuchtrechtelijke vervolging is voorts mogelijk bij:
- Gedrag of uitlatingen waardoor het betaald voetbal in diskrediet gebracht wordt (negatieve beeldvorming); - Gedrag of uitlatingen die een beledigend dan wel onnodig grievend karakter hebben, met name ten aanzien des persoons;
- Het op onbehoorlijke wijze geven van commentaar op collega officials, clubs en/of aan het voetbal gelieerde organisaties in de media;
- Het op verbale en non-verbale wijze in diskrediet brengen van de arbitrage. 

De KNVB is de afgelopen weken  beschuldigd van een slappe houding inzake het geweld in het amateurvoetbal. Het incident in Almere dat begin deze maand dat aan een grensrechter het leven kostte vereiste dus een stevige reactie. Ook VVD en PvdA vroegen om harder optreden. Maar het het manifest bestaat vooral uit stoere woorden en het symbolisch gehalte is erg hoog. Aanmerkingen op de scheidsrechter kunnen ook zonder deze nieuwe maatregelen al beboet worden zoals ook Huntelaar weet, om maar een voorbeeld te noemen.  Scheidsrechter Mario van den Ende vindt de nieuwe regels niet nodig, eerder contraproductief. Hij vraagt zich af waarom ze alleen gelden voor het betaald voetbal. Je haalt de emotie uit de wedstrijd (ook Ronald Koeman betreurt dat) en dat maakt het voetbal minder attractief. En hij wijst op de subjectieve interpretaties die scheidsrechters kunnen geven aan woorden en gebaren. AZ trainer Gert-Jan Verbeek is niet van plan het manifest te ondertekenen.

Voetbal is oorlog, zei Rinus Michels ooit. Als de KNVB daar nu verandering in wil brengen (ik zeg: als, want het valt te betwijfelen of ze daar echt op uit zijn), dan lijkt mij het beperken van de uitingsvrijheid niet de juiste weg. De grensrechter is niet door woorden maar door geweld om het leven gebracht. Het idee dat je door mensen de mond te snoeren geweld kunt voorkomen is op z'n minst discutabel. Het is niet ondenkbaar dat opgekropte gevoelens spelers dan wel publiek juist aanzetten tot het overtreden van de grens naar geweld. Het voorkomen van geweld is niet gediend met het instellen van een militairistisch regiem waarin spelers zich gedwongen voelen om elke reactie die ze tijdens het spel voelen opkomen te onderdrukken. Die reacties zullen dan via een minder controleerbare weg toch een uitweg vinden. Als de KNVB van voetbal een spel wil maken dan is wederzijds respect inderdaad een belangrijke norm. Maar als op het voetbalveld "houd je mond" de meest gehoorde uitspraak wordt en voetballers van jongs af aan gedrilld worden in het inhouden van hun emoties en elke eigen beoordeling leren in te slikken dan blijft de vergelijking met oorlogsvoering van toepassing.


08 december 2012

Big brother Facebook

De NRC schreef gisteren dat het OM in de rechtszaken tegen 35 relschoppers in Haren hun berichten op Facebook, voorafgaand aan het openbaar aangekondigde "feestje" in september niet heeft onderzocht. De krant doorzocht een database met berichten van de inmiddels verwijderde Facebookpagina Project X Haren. Sommige uitingen van veroordeelde relschoppers kunnen worden zien als opruiing, bevestigen strafrechtdeskundigen in de krant. Opruiing is de relschoppers echter niet ten laste gelegd. Als dat wel was gebeurd zou de straf in sommige gevallen misschien hoger zijn uitgevallen. De jongeren zijn nu alleen veroordeeld voor strafbare feiten op de avond zelf.

De wens van Justitie om de relschoppers zo snel mogelijk te berechten heeft wellicht meegespeeld dat nader onderzoek naar wat er allemaal aan vooraf ging niet is gedaan. Uit het oogpunt van het strafrecht is dat een omissie. Temeer daar de politie in andere gevallen berichten via de sociale media wel serieus blijkt te kunnen nemen. Maar het gebruik van sociale media door de politie is nog sterk in ontwikkeling. Dat zou je ook kunnen opmaken uit het feit dat Bits of Freedom er ondanks vele Wob-verzoeken nog niet in is geslaagd boven tafel te krijgen hoe vaak politiekorpsen nu in het kader van opsporing van strafbare feiten gegevens hebben opgevraagd bij media als twitter, facebook, google etc.

Die openheid is belangrijk om iedereen te kunnen wijzen op de consequenties van het gebruik van de nieuwe media. Digitale communicatie is niet meer weg te denken uit de maatschappij. Maar alles wat we via deze sociale media met elkaar delen wordt vastgelegd en is opvraagbaar of te hacken. Dat brengt risico's met zich mee voor inbreuken op de privacy. Het biedt ook kansen voor opsporing en vervolging van strafbaar gedrag. Of voor het monitoren van voorbereidingen voor strafbaar gedrag. Zo heeft de KLPD een systeem aangeschaft om verdachte informatie van openbare bronnen te verzamelen. Niemand hoeft er bang voor te zijn, zegt de vertegenwoordiger van Ordina die het Israƫlische systeem in Nederland introduceert. Maar dat moet nog blijken.

De jongens die elkaar op Facebook opriepen om naar Haren te komen om de politie uit te dagen communiceerden zoals ze dat in de kroeg of op het schoolplein gedaan zouden hebben. Dat zijn ook openbare gelegenheden, maar met een aanzienlijk minder groot bereik. Uitingen met een opruiiend karakter konden in het pre-digitale tijdperk alleen als bewijs in de rechtszaak dienen als ze op schrift stonden of als er voldoende getuigen te vinden waren om de verdachte aan te geven. Nu kan alles wat mensen in een onbewaakt ogenblik via sociale media aan elkaar laten weten eenvoudig opgespoord worden. Inwoners van dictatoriale landen kunnen er over meepraten. Zij zijn dan ook, mogen we hopen, altijd voorzichtig in hoe zij zich uitdrukken. In Nederland is het bewustzijn op dit punt nog niet erg groot, terwijl de remmen intussen wel volledig losgegooid zijn om er maar alles wat in je opkomt uit te flappen op het toetsenbord van pc of telefoon. Dat kan gemakkelijk tot ongelukken leiden. Daarom is het jammer dat de Facebook berichten van de Harense relschoppers niet betrokken zijn in het onderzoek van het OM. Het zou een mooie aanleiding geweest zijn om te laten zien dat Orwell's waarschuwing voor Big Brother ook in Nederland niet meer genegeerd kan worden. En dat er werk gemaakt moet worden van de openheid van politie en justitie op dit gebied: wat doen ze, wat mogen ze, hoe effectief is het, etc.