De NRC schreef gisteren dat het OM in de rechtszaken tegen 35 relschoppers in Haren hun berichten op Facebook, voorafgaand aan het openbaar aangekondigde "feestje" in september niet heeft onderzocht. De krant doorzocht een database met berichten van de inmiddels verwijderde Facebookpagina Project X Haren. Sommige uitingen van veroordeelde relschoppers kunnen worden zien als opruiing, bevestigen strafrechtdeskundigen in de krant. Opruiing is de relschoppers echter niet ten laste gelegd. Als dat wel was gebeurd zou de straf in sommige gevallen misschien hoger zijn uitgevallen. De jongeren zijn nu alleen veroordeeld voor strafbare feiten op de avond zelf.
De wens van Justitie om de relschoppers zo snel mogelijk te berechten heeft wellicht meegespeeld dat nader onderzoek naar wat er allemaal aan vooraf ging niet is gedaan. Uit het oogpunt van het strafrecht is dat een omissie. Temeer daar de politie in andere gevallen berichten via de sociale media wel serieus blijkt te kunnen nemen. Maar het gebruik van sociale media door de politie is nog sterk in ontwikkeling. Dat zou je ook kunnen opmaken uit het feit dat Bits of Freedom er ondanks vele Wob-verzoeken nog niet in is geslaagd boven tafel te krijgen hoe vaak politiekorpsen nu in het kader van opsporing van strafbare feiten gegevens hebben opgevraagd bij media als twitter, facebook, google etc.
Die openheid is belangrijk om iedereen te kunnen wijzen op de consequenties van het gebruik van de nieuwe media. Digitale communicatie is niet meer weg te denken uit de maatschappij. Maar alles wat we via deze sociale media met elkaar delen wordt vastgelegd en is opvraagbaar of te hacken. Dat brengt risico's met zich mee voor inbreuken op de privacy. Het biedt ook kansen voor opsporing en vervolging van strafbaar gedrag. Of voor het monitoren van voorbereidingen voor strafbaar gedrag. Zo heeft de KLPD een systeem aangeschaft om verdachte informatie van openbare bronnen te verzamelen. Niemand hoeft er bang voor te zijn, zegt de vertegenwoordiger van Ordina die het Israƫlische systeem in Nederland introduceert. Maar dat moet nog blijken.
De jongens die elkaar op Facebook opriepen om naar Haren te komen om de politie uit te dagen communiceerden zoals ze dat in de kroeg of op het schoolplein gedaan zouden hebben. Dat zijn ook openbare gelegenheden, maar met een aanzienlijk minder groot bereik. Uitingen met een opruiiend karakter konden in het pre-digitale tijdperk alleen als bewijs in de rechtszaak dienen als ze op schrift stonden of als er voldoende getuigen te vinden waren om de verdachte aan te geven. Nu kan alles wat mensen in een onbewaakt ogenblik via sociale media aan elkaar laten weten eenvoudig opgespoord worden. Inwoners van dictatoriale landen kunnen er over meepraten. Zij zijn dan ook, mogen we hopen, altijd voorzichtig in hoe zij zich uitdrukken. In Nederland is het bewustzijn op dit punt nog niet erg groot, terwijl de remmen intussen wel volledig losgegooid zijn om er maar alles wat in je opkomt uit te flappen op het toetsenbord van pc of telefoon. Dat kan gemakkelijk tot ongelukken leiden. Daarom is het jammer dat de Facebook berichten van de Harense relschoppers niet betrokken zijn in het onderzoek van het OM. Het zou een mooie aanleiding geweest zijn om te laten zien dat Orwell's waarschuwing voor Big Brother ook in Nederland niet meer genegeerd kan worden. En dat er werk gemaakt moet worden van de openheid van politie en justitie op dit gebied: wat doen ze, wat mogen ze, hoe effectief is het, etc.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten