23 augustus 2022

Studenten behoed voor 'aanstootgevende' informatie


Sinds 1985 verzamel ik voorbeelden van beperking van de uitingsvrijheid in Nederland. Vanaf 2005 schrijf ik er over op dit blog. Als je de krap 500 stukjes langs loopt zie je dat het over van alles is gegaan in de afgelopen decennia. Ik heb wel de indruk dat 'aanstootgevende' uitingen in kunst, reclame of tv-uitzendingen de laatste jaren minder ophef veroorzaken dan aan het einde van de vorige eeuw. In het boek 'Dit kan niet en dit mag niet', dat in 2007 is uitgekomen staan nog veel voorbeelden uit die tijd van uitingen die aanstoot hebben gegeven omdat mensen zich gekwetst voelden in hun religieuze gevoelens of vreesden voor zedenbederf. Het valt dan ook op dat nu, anno 2022, het vermijden van aanstootgevende informatie opnieuw als argument wordt gebruikt om jongeren informatie te onthouden. En dat nog wel in academische kringen. 

Op een informatiemarkt voor aankomende studenten in Utrecht waar politieke partijen zich konden presenteren is de Communistische Jongerenbeweging (CJB) geweerd. Het organiserende comité van de UIT-week liet weten: 'Onze belangrijkste zorg is dat alle UIT-lopers zich welkom, veilig en prettig moeten voelen. Wij hebben daarom het zekere voor het onzekere genomen en besloten dat de CJB niet welkom is. De partij is op sommige onderwerpen redelijk uitgesproken en dat kan mensen tegen het hoofd stoten.' Dit zou volgens de woordvoerder betrekking hebben op meer onderwerpen dan alleen de oorlog in Oekraïne. De CJB heeft zich ook tegen de inval van Rusland in Oekraïne verklaard. Maar dat mocht kennelijk niet baten.

Het garanderen van een 'veilig en prettig' gevoel lijkt een nieuw excuus om de uitingsvrijheid aan de wilgen te hangen. Het is een uit de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk overgewaaide trend waar al talloze zaken hebben gespeeld waarbij onwelkome informatie werd gecancelled onder het mom van 'veiligheid'.  Afwijkende standpunten (communisme bijvoorbeeld) worden gezien als gevaar voor het welzijn van de student. En die moeten dan ook maar uit zijn omgeving worden verwijderd. Het zijn voor  mij onnavolgbare gedachtengangen.

15 augustus 2022

Olifant in de kamer

Het is heet. Het KNMI meldt een officieel erkende hittegolf. Nieuwsuur heeft een item over de droogte en de lage waterstanden in Europa. Het scheepvaartverkeer heeft er last van. We zien de problemen van een schipper, een hoogleraar hydrologie zit in de studio en oppert mogelijke maatregelen om de rivieren bevaarbaar te houden. Het woord ‘klimaatopwarming’ valt niet één keer.

De ‘olifant in de kamer’ is volgens Wikipedia een ‘metafoor waarmee een duidelijk aanwezig probleem wordt aangegeven, dat echter opzettelijk wordt genegeerd door de aanwezigen’. Ik weet niet of de presentatrice van Nieuwsuur en de hoogleraar opzet kan worden verweten. Maar het is toch vreemd dat in een bericht over opeenvolgende hete en droge zomers de zo langzamerhand toch door niemand meer omstreden oorzaak daarvan niet meer wordt genoemd.

De olifant in het klimaatdebat

In ‘Minder is meer; hoe ‘degrowth de wereld kan redden‘ benoemt Jason Hickel de ‘olifant in de kamer’ áchter de wereldwijde klimaatopwarming. Dat is volgens hem de ijzeren wet van het kapitalisme: de noodzaak van economische groei. Het ‘groei-isme’ is de drijvende kracht van ons economisch systeem. Zonder groei stort het in elkaar. Het legt een enorme druk op mensen om te blijven consumeren en om schulden aan te gaan. Die niet te stuiten expansie, de energie en de grondstoffen die er voor nodig zijn, hebben een verwoestend effect op de planeet, op de natuur even goed als op het welzijn van de mensen. Klimaatopwarming, verlies aan biodiversiteit, milieuvervuiling, de stikstofcrisis, maar ook de stijgende sociale ongelijkheid, zowel binnen als tussen landen, migratie en oorlog, het hangt allemaal met elkaar samen, laat Hickel zien. En hij schetst niet alleen het probleem, hij maakt ook duidelijk dat het allemaal niet nodig is, dat er alternatieven zijn. Het afzien van die onverbiddelijke wet van de economische groei kan de wereld redden, betoogt hij. Maar dan wel op voorwaarde dat we allereerst die ‘olifant in de kamer’ benoemen en bespreekbaar maken. Dáár zit namelijk het grootste probleem.