31 januari 2015

Zoeken van informatie bestraft

Een opmerkelijk vonnis is deze week uitgesproken tegen een man die van plan was naar Syrië af te reizen om deel te nemen aan de jihad. Omar H. kreeg in hoger beroep van het Gerechtshof in Den Haag een gevangenisstraf opgelegd van anderhalf jaar onvoorwaardelijk. In eerste instantie had de Rotterdamse rechtbank hem twaalf maanden gevangenisstraf opgelegd voor het voorbereiden van moord en brandstichting. Bij de arrestatie van Omar H. in 2012 in Amsterdam, meldt de NOS, vond de politie 10 meter lont en 1 kilo aluminiumpoeder, dat gebruikt kan worden om explosies te veroorzaken. Op zijn computer had H. uitgezocht hoe hij dat moest doen. Ook vond de politie tien dvd's met 51 jihadistische films. H. zette dit soort films ook zelf op internet met aansporingen om in Syrië aanslagen te plegen. Tegenover de politie zei H. dat hij naar Syrië wilde om mee te vechten tegen het regime van president Assad.

Het hof heeft nu ook H.'s zoekgedrag op het internet betrokken bij de veroordeling. Het vergaren van kennis over terrorisme en het daaraan ten grondslag liggende ideologische gedachtegoed kan volgens de rechterlijke uitspraak worden beschouwd als 'training' en daarmee valt het onder de definitie van een terroristisch misdrijf. Zo is weer een nieuwe stap gezet in de bestrijding van het terrorisme Het vonnis is een voorbeeld voor tientallen vergelijkbare rechtszaken die op dit moment nog lopen [zie Update 9-2-2015].


13 januari 2015

Terreur

In de reacties op de slachtpartij vorige week in Frankrijk domineren tot barbarij vervallen radicale islamieten die de uitingsvrijheid kapot willen maken. Primitieve godsdienst versus Verlichting, onwrikbaar geloof dat twijfel noch tegenspraak duldt versus de vrijheid om te relativeren en met ironie, spot en satire reflectie uit te lokken. De miljoenen demonstranten die de afgelopen dagen de straat op gingen stelden zich op z'n minst voor één dag aan de kant van de Verlichting en de vrijheid. Ze verklaarden zich solidair met de tekenaars van Charlie Hebdo en hun vrijheid om satire te bedrijven.Vooral, vermoed ik, uit afschuw voor de daden van terroristen. Wat betekent "Je suis Charlie"? Dat miljoenen hun onwankelbare trouw aan de satirische kijk van de cartoonisten op godsdienst en politiek hebben betuigd? Of betekent het toch meer een vereenzelviging met slachtoffers van een barbaarse politieke stroming? Wat is na deze spannende dagen het sterkst gegroeid: de onvoorwaardelijke steun voor de vrijheid van meningsuiting of de afkeer van de islam, de haat tegen moslims en andere vreemdelingen? De populariteit van de vrijheid van meningsuiting kan wisselen. En niet alleen in landen waarvan de demonstrerende regeringsleiders hypocrisie is verweten. Op een bepaald moment kan er brede steun zijn, terwijl bij volgende gevallen allerlei reserves weer de overhand krijgen. Bij posters van de SP-Rotterdam waarmee wethouders op de hak worden genomen werden gisteren al weer vraagtekens gezet. En vandaag verbood de Vrije Universiteit een debat van de Studenten Actiegroep voor Rechtvaardig Palestina. Het College van Bestuur (CvB) verklaart dat het bespreken van een academisch boycot van Israël 'gevoelens van uitsluiting en onveiligheid binnen de universitaire gemeenschap oproept’. Er wordt een link gelegd met de aanslagen in Parijs. Heeft het CvB echt begrepen waar het om gaat bij de verdediging van de vrijheid van meningsuiting?