24 april 2009
Beroepsverboden vanwege omstreden uitingen
Tot twee maal toe hebben volksvertegenwoordigers deze maand een vergeefse poging tot broodroof gedaan. De Tweede Kamer wilde een geestelijk raadsman ontslaan en Rotterdamse raadsleden probeerden een adviseur kwijt te raken.
Wat hadden zij misdaan? Strafrechtelijk was er niets op beide heren aan te merken. Maar ze hadden beiden volgens de geachte afgevaardigden foute standpunten. Is dat voldoende om hen hun baan te ontnemen? Ik denk dat er meer aan de hand is.
Raadsman Ali Eddaoudi werd gered door een kamermeerderheid van één stem tegen een motie van de VVD die zijn ontslag eiste. In Rotterdam stapte de VVD uit het het college omdat Tariq Ramadan aan mocht blijven als adviseur van de gemeente voor integratiekwesties. In de raad stemde de VVD aanvankelijk wel voor het in dienst houden van Ramadan. Maar later bedacht men zich. Vermoedelijk heeft landelijk ingrijpen de aanzet gegeven tot een draai van de liberalen. Hoe dichter de verkiezingen naderen, hoe gevoeliger de VVD zich toont voor alles wat met de islam te maken nu de PVV haar dreigt te overvleugelen. Het heeft alle kenmerken van selectieve verontwaardiging. Nog geen jaar nadat de VVD een van haar fractiekamers in de Haag opofferde voor een tentoonstelling over de vrijheid van meningsuiting, blijkt de uitingsvrijheid heel wat minder waard als er zetels op het spel staan.
Bij de PvdA wijkt de vrijheid van meningsuiting overigens even gemakkelijk voor politiek opportunisme. Dat zagen we vorige week in Utrecht, maar nu ook weer in Rotterdam naar aanleiding van de affaire-Ramadan. Raadslid Marco Heijmen verwijderde eigenhandig een weblog van zijn eigen collega Matthijs van Muijen, die twijfels over deze zaak noteerde.
Het belang van de vrijheid van meningsuiting voor de democratie lijkt uitgerekend in verkiezingstijd ondergeschikt te raken aan partijbelangen. Is het een wonder dat het vertrouwen in de politiek daalt?
beroepsverbod, VVD
16 april 2009
Sorry, dat ik probeerde te censureren....
Burgemeester Wolfsen heeft een 'harde les' geleerd deze week, toen hij probeerde een publicatie in een huis-aan-huis blad te voorkomen. Hij meende dat een artikel over zijn verhuiskosten onjuist was en zijn integriteit aantastte. In Nova vertelde hij vanavond dat hij ingezien heeft dat je in dit soort zaken bij twijfel beter kunt afzien van contacten met de pers. Eerder vandaag ging hij 'diep door het stof' in de gemeenteraad, waar hij zijn excuses heeft aangeboden. Een meerderheid van de raad nam daar genoegen mee en vond dat de zaak gesloten kon worden onder het uitroepen van de befaamde leus 'eens maar nooit weer'. De oppositie (GroenLinks, D66, Leefbaar Utrecht en SP) vond dat wat al te gemakkelijk en eiste een nader onderzoek hoe dit allemaal nu zo heeft kunnen lopen.
Jammer genoeg komt dat onderzoek er nu niet. Dus wat er precies gebeurd is zal nooit onafhankelijk kunnen worden vastgesteld. Incident gesloten. Op naar het volgende incident? Het feit dat Wolfsen als een ouderwetse magistraat uit de tijd van Swiebertje met zijn perschef als Bromsnor achter dat 'verdomde journaille' heeft aangezeten getuigt van een bedenkelijke bestuurlijke mentaliteit. Nog afgezien van de naïviteit over de kansen op succes van een poging om de pers te breidelen in dit internettijdperk. Het hele verhaal, dat dankzij de welwillende medewerking van de aan de Telegraaf geliëerde uitgever niet werd gepubliceerd, stond nog voordat het verspreid had kunnen worden integraal op internet. Hoe is het mogelijk dat een burgemeester van een grote stad, ex-kamerlid, jurist, deze fout heeft gemaakt? Dat lijkt me toch wel een nader onderzoek waard. Al was het maar om als de hype over is op een lateer tijdstip nog eens terug te kunnen komen op de bestuurlijke cultuur waarbinnen dit kennelijk acceptabel werd geacht.
Misschien komt er nog wel een ander onderzoek. De journalistenvakbond NVJ beraadt zich over juridische stappen tegen de uitgever die wel gevoelig bleek voor de argumenten van de burgemeester en vervolgens zonder de hoofdredacteur daarin te kennen de hele oplage heeft laten vernietigen. Volgens de NVJ kan dat niet. De hoofdredacteur is verantwoordelijk voor de inhoud en niet de uitgever. Als de NVJ er in slaagt er een zaak van te maken horen we misschien nog eens echt wat er nu precies is gezegd door Wolfsen en zijn perschef tegen de journalist, de hoofdredacteur en de uitgever.
persvrijheid, Utrecht
Abonneren op:
Posts (Atom)