29 september 2012

Gerechtigheid

De rechtbank in Middelburg heeft deze week de huisarts Hans van der Linde vrijgesproken van smaad jegens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne (RIVM) en directeur Roel Coutinho van het Centrum voor bestrijding van infectieziekten dat onder het RIVM valt. Het RIVM en Coutinho hadden vorig jaar tegen Van der Linde een proces aangespannen vanwege zijn uitspraken in de media over mogelijke belangenverstrengeling bij het voorschrijven van de griepprik. Het nut van de griepprik was in het Geneesmiddelenbulletin ter discussie gesteld nadat uit een meta-onderzoek was gebleken dat de werking van het vaccin niet aangetoond kon worden. Van der Linde is een huisarts die al jaren grote vraagtekens zet bij de invloed van de farmaceutische industrie op het voorschrijfgedrag van artsen. Hij wees op de mogelijke belangenverstrengeling van Coutinho die in zijn functie een belangrijke stem heeft in vaccinatieprogramma's. Hij was overigens niet de enige die zich kritisch uitliet in deze zaak (zie hier de brief van een aantal artsen en hoogleraren in Trouw van 29 november 2011.

Het RIVM en Coutinho klaagden Van der Linde aan omdat zijn uitspraken hun reputatie ernstige schade berokkenden en het vertrouwen van het publiek in hun gezag hebben ondermijnd. Zo memoreerde Van der Linde Coutinho's relaties met de industrie bij zijn AIDS-onderzoek. "...nu als RIVM heeft hij zakelijk grote belangen bij de griep en ook voor zijn toekomst is een profijtelijke relatie met de industrie voor hem belangrijk. Het zijn mensen die op een gegeven moment zeer terdege rekening houden met hoe een farmaceutische industrie aankijkt tegen hun uitlatingen.” Op de vraag van de interviewer of hij hiermee wil zeggen dat Coutinho niet integer is antwoordt Van der Linde: "Als u een zakelijke onderneming heeft en u doet zaken met iemand, dan zult u die zakelijke partner nooit voor zijn hoofd stoten en zult u hem vriendelijk proberen te bejegenen. En dan gaat ’t te ver om te zeggen: hij is niet integer, nee je streeft goede relaties na en in dat kader van die goede relaties krijg je bedenkelijke zaken als lippendienst en te vriendelijk zijn voor. En dan komt het op een gegeven moment zover dat er een…, dit is heel langzaam de afgelopen 30 jaar gegroeid.”(citaten uit het rechtbankverslag).

Dat het RIVM en Coutinho onder dekking van de eindverantwoordelijke minister een proces zijn begonnen is nogal opmerkelijk. Een veroordeling van Van der Linde zou de staat zeker in botsing hebben gebracht met artikel 10 van het EVRM. Zoals de artsen en hoogleraren in hun brief aan Trouw ook hebben duidelijk gemaakt hanteert Van der Linde een opvatting van belangenverstrengeling die in medisch-wetenschappelijke kring zeer gebruikelijk is. Openheid daarover is verplicht bij elke publicatie in een wetenschappelijk blad. Het gaat hier bovendien om een publiek debat over de rol van de farmaceutische industrie. Van der Linde stelt een maatschappelijke kwestie aan de orde, namelijk het nut van een griepvaccinatie en het functioneren van ambtenaren en overheidsorganen met betrekking tot een nationale aangelegenheid. Die vrijheid van meningsuiting vraagt om bescherming en niet om vervolging. Daarom eist de huisarts van zijn kant een veroordeling van de staat vanwege deze ongeoorloofde inbreuk op zijn recht op vrijheid van meningsuiting. 

De rechtbank is van mening dat Van der Linde de suggestie van belangenverstrengeling niet waar heeft kunnen maken. Maar uiteindelijk oordeelt de rechtbank dat Van der Linde niet onrechtmatig heeft gehandeld. Zo heeft hij afstand genomen van de suggestie dat Coutinho niet integer zou zijn. Van belang is ook dat de uitlatingen zijn gedaan in een publiek debat. Hierbij zijn de grenzen ruimer dan wanneer het een privé persoon betreft.

Gerechtigheid dus voor Hans van der Linde. 

Toch zijn er twee punten in het vonnis die bij mij vragen oproepen.

Ten eerste erkent de rechtbank niet het het verweer van van der Linde dat belangenverstrengeling in medisch-wetenschappelijke kring een neutrale term is die gebruikelijk is om bij publicaties openheid te vragen over bestaande relaties. In de volksmond heeft de term meer een negatieve bijklank. Dus daar moet je rekening mee houden als je in de media uitlatingen doet, vindt de rechter. Ik vind dat Van der Linde dat eigenlijk wel doet, zij het misschien wat te impliciet. Hij beantwoordt de vraag of hij Coutinho niet integer vindt met een ontkenning en constateert vervolgens dat een arts in de loop der jaren heel gemakkelijk goede relaties met de industrie kan ontwikkelen: zo lopen die dingen nu eenmaal. Het is juist deze constatering die relevant is in het maatschappelijk debat over de invloed van de farmaceutische industrie. Dat de wetenschappelijke wereld nu steeds scherper let op de risico's van belangenverstrengeling is hier bovendien relevant omdat Coutinho en het RIVM dergelijke risico's kennelijk niet willen zien en iedere verwijzing daarnaar uitsluitend opvatten als een aantasting van hun reputatie. 

Dit sluit aan bij mijn tweede punt. De rechtbank honoreert niet de eis van Van der Linde om de staat terecht te wijzen wegens overtreding van het grondrecht van vrijheid van meningsuiting. De staat mag in het geweer komen als zijn ambtenaren onheus bejegend worden, vindt de rechter. Maar in zijn toelichting op de vrijspraak geeft hij wel aan dat andere belangen hier voorrang moeten krijgen. Het gaat hier op de eerste plaats om een publiek debat over mogelijke belangenverstrengeling in de volksgezondheid, een nationale aangelegenheid. Een debat dat zonder hindernissen gevoerd moet kunnen worden. De staat lijkt met Coutinho en het RIVM het belang van een publiek debat over belangenverstrengeling te verwaarlozen. De verantwoordelijke minister van Volksgezondheid, Schippers, heeft met dit proces welbewust het risico genomen van het zo befaamde "chilling effect" dat een veroordeling van Van der Lindes uitspraken had kunnen opleveren. Alsof ook zij niet gediend is van een vrij en open debat over dit onderwerp. Een verwijzing naar de verantwoordelijkheid van de overheid voor het grondrecht van de vrije meningsuiting had de rechtbank daarom niet misstaan.


21 september 2012

Nederlandse gevoeligheden en de principes van de buren



In een poging de gemoederen te bedaren veroordelen de Amerikaanse president Obama en zijn minister van Buitenlandse Zaken Clinton op de Pakistaanse televisie de anti-islamfilm Innocence of Muslims, die inmiddels al in vele landen tot gewelddadige anti-Amerikaanse betogingen heeft geleid. De voorzitter van het Europees Parlement Martin Schulz sprak deze week in aanwezigheid van enkele vertegenwoordigers van Arabische staten (foto) ook zijn afkeuring uit over de film en de verspreiding daarvan. Dat had hij beter niet kunnen doen. Van vele kanten werd hij onder druk gezet zijn woorden terug te nemen. De PVV-delegatie, een minuscuul groepje van vier Nederlanders dat altijd overal tegen is en door niemand serieus wordt genomen, zette meteen een procedure in werking om Schulz af te zetten. Maar ook VVD-lid Van Baalen en D66 lid In 't Veld, beide van de liberale fractie vonden dat Schulz te ver was gegaan. En uiteindelijk was Schulz' Nederlandse partijgenoot Berman het vanmorgen in een gesprek met Van Baalen het ook wel met zijn landgenoot eens dat hier sprake was van een 'faux pas'. Eerder had PvdA-leider Samsom de uitspraken van Schulz "over de rand" genoemd: "Hij sprak zijn afschuw uit over de film en dat is prima - ik vind de film ook niks. Maar ik zou niet oproepen om hem niet te verspreiden, want dat raakt de persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting en die is in dit land en elders in Europa een zeer groot goed."

Heeft de voorzitter van het Europees Parlement niet het recht om zijn afkeuring uit te spreken over een provocatieve film die bedoeld is om aanhangers van een bepaald geloof in kwaad daglicht te stellen? Hoe zouden de critici van Schulz' optreden het filmpje van Obama en Clinton beoordelen? Ik maak me sterk dat ze daar alle begrip voor hebben, maar deze vraag zal hen door journalisten waarschijnlijk niet gesteld worden.

De kritiek op Schulz is niet helemaal zonder gronden. De context waarin de voorzitter van het Europees Parlement zijn afkeuring over de film uitsprak leidt op z'n minst tot vraagtekens. Van Baalen: hij was tegenover de gasten uit de Arabische staten veel te "eager to please". Hij praatte ze naar de mond, terwijl hij weet dat in deze staten allerlei fundamentele mensenrechten met voeten worden getreden. Berman: waarom heeft hij de discriminatie van vrouwen en homo's niet ook aan de kaak gesteld? Berman vond wel dat je onfatsoen aan de kaak mag stellen. Zonder de vrijheid van meningsuiting in gevaar te brengen mogen we toch wel laten weten dat bepaalde uitingen getuigen van slechte smaak en gebrek aan fatsoen en respect jegens onze medemensen. Schulz had beter andere woorden kunnen gebruiken vond hij. Nog beter, vond Van Baalen, zou het zijn geweest als hij er helemaal niets over gezegd had, en zeker niet bij de ontvangst van deze gasten. In zijn functie, zei in 't Veld gisteren, spreekt hij namens het gehele parlement. En dan kun je zoiets niet zeggen. Zij eiste dat hij zijn woorden zou terugnemen. Maar zover ging Schulz niet.

Over de vrijheid van meningsuiting bestaan verschillende opvattingen in Europa. In Nederland is het een gevoelig, moreel geladen onderwerp. Een meerderheid van seculiere, randstedelijke, hoog opgeleide politici van rechts tot links stelt in openbare debatten nauwelijks meer grenzen. De geschiedenis van de afgelopen tien jaar werkt hier, ondanks de afkeer van de PVV, in het voordeel van Wilders. In veel andere landen domineert een meer politieke benadering. De vrees voor instabiliteit, voor heftige conflicten tussen bevolkingsgroepen, leidt nogal eens tot oproepen en maatregelen die Nederlandse politici niet voor hun rekening zouden willen nemen omdat ze niet te boek willen staan als iemand die een ander het recht op uitingsvrijheid ontzegt. In Duitsland, waar Schulz vandaan komt, en in mindere mate in Frankrijk, wegen de Tweede Wereldoorlog en de holocaust ook nog veel zwaarder in dit soort affaires dan in ons land waar je beschuldigd wordt van een 'godwin' als je de oorlog er bij haalt. Alles wat neigt naar uitsluiting van een bevolkingsgroep wordt in andere landen veel meer dan in Nederland afgekeurd. Jammer dan voor de vrijheid van meningsuiting. Maar: dat nooit weer. Dat is de stemming.

De Nederlandse kritiek op Schulz is terecht, al zie ik Samsom en Van Baalen nog niet zo consequent dat ze Obama oproepen om in Pakistan ook de vrijheid van meningsuiting te propageren. Maar de eis dat Schulz moet aftreden is volstrekt 'over de top'. Beter is het zijn recht te erkennen om zijn afkeuring te laten horen over naar discriminatie neigende uitingen. En hem het voorbeeld voor te houden van de Franse imam, die de publicatie deze week van voor moslims beledigende cartoons een provocatie noemde maar opriep om kalmte te bewaren omdat  "we geen beesten van Pavlov (zijn) die op elke belediging moeten reageren".

11 september 2012

Vrij flyeren


Verkiezingen zijn hoogtepunten in een democratie. Daarom is het in verkiezingstijd extra belangrijk om de vrijheid van meningsuiting alle ruimte te geven. Ondemocratische regimes herken je bij uitstek aan de inperking van de uitingsvrijheid in de periode voorafgaande aan de verkiezingen.
Nederland wil niet vergeleken worden met Rusland, om maar eens een voorbeeld te noemen. Dus is er geen Nederlandse politicus die op de een of andere wijze beschuldigd wil worden van het belemmeren van de vrijheid van meningsuiting of de persvrijheid. SP-leider Roemer was dan ook heel erg voorzichtig toen hij zich afvroeg of het misschien mogelijk was de publicatie van verkiezingspolls in de laatste weken voor de verkiezingen te verbieden, zoals dat in Frankrijk gebeurt. Roemer wil van de hype af die de polls in zijn ogen veroorzaken. Maar waar komt de hype vandaan? Van de cijfers? Of van de interpretatie van de cijfers door politici en journalisten? Met Roemer zou ik wensen dat er voorzichtiger wordt omgesprongen met de cijfers, maar dat kun je helaas niet voorschrijven aan degenen die er over spreken zonder de vrijheid van meningsuiting aan te tasten.
Een terugkerende klacht bij verkiezingen betreft de borden langs de weg. De Gemeente Haarlemmermeer verbood een megagroot spandoek van de Partij voor de Dieren langs de A4 ("Houd vast aan je idealen") vanwege het bestemmingsplan en het welstandsbeleid op straffe van een dwangsom van tienduizend euro.De PvdD liet de idealen even los en haalde de spandoeken weg. Voor een alternatieve plek heeft een anonieme idealistische sponsor inmiddels 1000 euro geboden.
Het is begrijpelijk, maar wel jammer dat de PvdD het niet op een proces heeft laten aankomen. Nu missen we een rechterlijke afweging tussen het grondrecht en bureaucratische normen in de context van deze voor de democratie cruciale periode. 

Op een ander gevoelig punt, het flyeren, heeft de rechter onlangs duidelijk gekozen voor de vrijheid van meningsuiting. De Amsterdamse politierechter sprak eind augustus iemand vrij die vier jaar geleden gearresteerd was omdat zij geen gehoor gaf aan de sommatie van bijzondere opsporingsambtenaren (boa's) om te stoppen met het uitdelen van flyers bij het kantoor van een uitzendbureau. De boa's hadden volgens de rechter een verkeerde uitleg gegeven aan de APV die daar geldt. Flyeren voor reclamedoeleinden is wel verboden volgens de APV van Amsterdam-Centrum, als het gaat om een actie met politieke of maatschappelijke doeleinden geldt het verbod niet. En bij deze actie ging het om een protest tegen de medewerking van het uitzendbureau aan het uitzendbeleid van vluchtelingen uit detentiecentra.
Opmerkelijk is de verontrusting die de rechter aan het eind van het vonnis uitspreekt over het feit dat de betrokken ambtenaren kennelijk niet uitgingen van het primaat van het grondrecht, geen besef toonden van de fout zij begingen en -wat misschien nog erger is- daar ook niet door hun leidinggevenden op aangesproken zijn. Het doet erg denken aan andere gevallen waarin de politie veel te strikt reageerde op mensen die gebruik maakten van het grondrecht om hun mening te uiten, zoals in Zaandam, Utrecht , Amsterdam en nogmaals Utrecht. Om enkele voorbeelden uit een lange rij te noemen. Ik hoop dus dat die verontruste rechter gehoor krijgt bij de politiechefs.